Ik plofte op dezelfde stoel waar ik die middag met Sophie op had gelegen. Hij voelde nu een beetje vochtig doordat het was beginnen te regenen. Dikke druppels roffelden op het dak en in het gras.
Ik was gebroken. Zelfs nu. Nu ik erachter was gekomen dat de eerste mensen waarbij ik me veilig voelde me wilden gebruiken om wraak te nemen kon ik niet wegrennen.
Mijn wolf was kapot. Ik had altijd al wel het gevoel gehad dat er iets niet klopte. Dat er iets miste. Misschien was dat het.
Het gevoel dat ik eindelijk liefde had gevonden was in minder dan een paar uur van me weggerukt.
Mijn wolf huilde in mijn borst en mijn keel voelde rauw aan, een traan gleed over mijn wang.
***
Ik voelde de moed die ik in me had, wegzakken.
Op de één of andere manier kon ik alleen maar aan Kaden denken. De rest leek me niks te kunnen schelen. Door zijn verraad was de kleine spark die hij mijn ziel had gegeven uitgedoofd.
Ik voelde de tranen in mijn ogen opwellen. Ze stapelden zich op en toen ik knipperde vielen ze net als de regen naar beneden. Warme, lege druppels.
Ik legde mijn hoofd op de sofa en sloot mijn ogen. Om mijn gedachten af te leiden concentreerde ik me om de geluiden om me heen te tellen.
Dikke druppels die op het dak roffelden en in het gras vielen.
Mijn eigen ademhaling die in onregelmatige teugjes kwam.
Het geruis van de bomen dat ik zelfs hier kon horen.
Vaag hoorde ik stemmen vanuit het huis komen. Brad en Kaden waren vast nog aan het overleggen hoe ze me het beste konden laten lijden.
Geen idee wat hun plan was, maar nu wilde ik er even niet aan denken.
Opeens vloog de deur van de veranda open. Kaden's ogen ontmoetten de mijne. Met een zucht van opluchting hield hij zijn hart vast.
Ik keek hem alleen maar aan, niet zeker van wat ik moest zeggen. Ik zou iets bitchys kunnen zeggen, maar ik wist niet wat.
'Je bent er nog.', hij sloot de deur achter zich en kwam naar me toe lopen. Hij klonk verbaasd, opgelucht.
'Ja.', was het enige wat ik uit kon brengen. Ik schraapte mijn keel.
'Ik dacht dat je misschien was weggegaan.'
Hij bleef staan en keek me aan. Zijn ogen waren vol van een emotie die ik niet kon pijlen.
'Waarheen?', vroeg ik hem.
'Ik heb nergens anders om heen te gaan.', zei ik kortaf.
'Je hebt het dus gehoord.', zei hij meer tegen zichzelf dan tegen mij. Ik knikte, blij dat de tranen op mijn wangen al waren opgedroogd zodat hij niet zou zien hoe erg het me geraakt had.
We keken allebei langs elkaar heen. Ik was niet in staat hem aan te kijken.
Toen ik eindelijk naar hem opkeek zag ik dat hij naar de grond voor zich keek. Ik schudde mijn hoofd. Ik wist niet waar hij op wachtte, maar ik kon niet meer.
'Ga weg.', ik klemde mijn kaken op elkaar. Zijn hoofd kwam omhoog en ik keek hem emotieloos aan.
'Nu.', ik bewoog niet, keek hem alleen maar aan. Ik probeerde mijn ogen zo boos mogelijk te laten kijken en ik voelde ze donker worden... Ik voelde het gewoon.
Hij keek weer naar de grond en tot mijn verbazing knikte hij, 'Oké.', en liep weer terug door de deur waaruit hij net gekomen was.
Wat voor zieke wereld was ik in terecht gekomen?
Mensen waren thuis niet aardig voor elkaar en in onze wolfvorm mochten we alleen veranderen als dat opgedragen werd. Wat dus nooit was.
Hierdoor was het nog maar twee keer voorgekomen dat ik in mijn wolfvorm was geweest.
Beide keren waren toen ik klein was en nog geen controle over mijn wolf had. Mijn ouders hadden me beide keren flink gestraft waardoor ik het daarna nooit meer had durven doen.
Ik had wel eens boeken gelezen over Luna's, en wolven die veranderden wanneer ze maar wilden, maar ik had altijd gedacht dat dat fabeltjes waren.
Kon ik ook? Zou ik nu ook kunnen veranderen zonder ervoor gestraft te worden?
Ik keek nog een keer achterom.
Naast de deur waar ik net doorheen was gekomen waren grote ramen en ook de verdiepingen erboven hadden veel ramen.
Opgelucht zag ik dat dezelfde grote gordijnen als in de haardvuur-kamer voor deze ramen hingen. Niemand zou het merken als ik-
Ik stapte de treden van de veranda af. Weg van het veilige afdakje.
De regen viel in hete druppels op mijn huid, veegde de tranen weg van mijn wangen, en ik wachtte tot er iets zou gebeuren.
'Toe maar wolf, je kan het.', moedigde ik mezelf aan. Waar was ik mee bezig?
Niks.
Misschien was er een trucje voor het veranderen.
Ik kneep mijn ogen dicht en concentreerde me op een plek diep vanbinnen. Ik dacht even dat er iets gebeurde, maar zo snel als het kwam ging het ook weer weg.
Dit ging nog moeilijker worden dan ik dacht.
Zuchtend opende ik mijn ogen en begon te ijsberen voor de veranda.
Een idee kwam op dat ik in een boek van de bieb had gelezen. De hoofdpersonen renden altijd als ze in hun wolf veranderden voordat ze de liefde van hun leven gingen redden uit de klauwen van een bloeddorstige vampier. Ik had dan geen liefde van mijn leven om te redden en geen vampier, maar het was een poging waard.
Ik liep naar voren en begon langzaamaan te rennen, focussend op mijn wolf die ik zo lang had weggestopt.
'Liefde van mijn leven. Mijn grote liefde.'
Peinzend probeerde ik te bedenken wie dat zou kunnen zijn maar telkens kwamen er gedachten van Kaden naar boven.
Ik probeerde ze geïrriteerd weg te drukken door nóg harder te rennen.
Ik was bijna bij de bosrand toen ik de controle over mijn lichaam kwijtraakte en in volle vaart op de grond viel.
Terwijl ik doorrolde door de hoge snelheid die ik had gemaakt voelde ik mijn botten vervormen en mijn spieren krommen.
Ik hoorde mijn kleren scheuren en een grom ontsnapte mijn mond.
Zwaar ademhalend en mijn ogen vol met een mengeling van angst en pure vreugde stond ik op.
Ik wankelde van links naar rechts als Bambi op ijs terwijl ik probeerde te wennen aan deze nieuwe sensatie.
Ik huppelde op mijn vier pootjes. Het gras voelde zacht onder mijn poten en ik veerde op en neer.
Het deed me hardop lachen en ik gooide mijn kop in mijn nek en huilde luid. Net als een échte wolf.
***
Well you only need the light when it's burning low
Only miss the sun when it starts to snow
Only know you love her when you let her go
JE LEEST
The Search
WerewolfZijn ogen blikten naar beneden. 'Sh*t, je bent zo sexy', gromde hij. Hij pakte mijn heupen vast en drukte me op het bed. Hij ging snel tussen mijn benen staan. 'Ik wil je-' Fluisterde hij in mijn oor en streelde met zijn lippen langs mijn kaak. Hij...