Hoofdstuk ~18~

7.4K 269 29
                                    

Ik deinsde achteruit en vloekte toen mijn voeten doorboord werden met glasscherven.

Ik viel tegen iets aan dat overal door mijn rug en armen drukte. Een warm gevoel verspreidde zich in mijn hoofd. Het warme gevoel maakte al snel plaats voor een prikkende pijn en ik voelde vloeistof langs mijn kaak lopen.

Ik hoorde mensen schreeuwen en probeerde op te kijken, de pijn verblindde me en ik viel weg in een plek tussen overal en nergens.

***

Wat wel dagen leek maar in feite enkel een paar minuten later was opende ik mijn ogen alweer.

Vrijwel direct voelde ik de pijn in mijn voeten en aan de zijkant van mijn hoofd.

Kreunend ging ik opzitten en peuterde de stukjes glas uit mijn voetzolen. Het waren er niet veel gelukkig.

Toen ik klaar was stond ik op. Bloed drupte langs mijn handen omlaag, maar ik was niet in staat er aandacht aan te schenken.

Ik wankelde toen ik dubbel begon te zien en mijn ogen leken te rollen in hun kassen.

Wow... als iemand me nu zag moest ik wel dronken lijken.

Ik probeerde me te focussen en keek de kamer rond. Het was stil en donker.

Ik streek wilde lokken haar uit mijn gezicht terwijl ik me probeerde te herinneren wat er was gebeurd.

Ik kon me eerlijkgezegd niks meer herinneren tussen het moment dat ik was opgestaan en dat ik was gevallen. Gek.

Ik fronste toen ik merkte dat het helemaal niet zo donker was in de kamer.

Was ik zo lang bewusteloos gebleven dat het alweer ochtend begon te worden?

Ik spande mijn oogspiertjes aan en zocht de kamer af naar de bron van het licht. Toen mijn blik op de deur viel die naar de gang leidde verstijfde ik. De deur stond open waardoor ik de gang in kon kijken. Aan het eind van de gang was de voordeur.

What the hell was dit voor magische voodoo sh*t?

Een soort rook of mist leek door de kieren van de voordeur te komen. Het sijpelde de gang in en verspreidde zich als een geluidloze mist... die licht gaf?

Ik schudde verward mijn hoofd. Dat kon niet. Mist gaf geen licht. Plukken haar vielen weer voor mijn gezicht en ik begon te hoesten.

Ik stond nu bijna ín de rook, maar die bleef ongedeerd verder stromen. Alsof er geen heel persoon in de weg stond te zwanzen.

Ik had niet eens door gehad dat ik de hele kamer en de halve gang was doorgestoken om beter te kunnen kijken.

Gebiologeerd door de paarsige kleur van de mist bleef ik ernaar staren. Het deed me denken aan duizenden hele kleine vuurvliegjes hoe het zo mooi licht gaf.

Naarmate ik dichterbij kwam voelde ik me duizeliger worden en greep de muur van de gang vast om niet te vallen. Balans much.

Stemmen drongen mijn oren binnen. Kwamen ze van buiten? Ondanks te duizeligheid bleef ik dichter naar de deur toe lopen waar de mist vandaan kwam. Nu met de muur als steun.

Vaag ving ik flarden van een gesprek op.

'-dat het zal werken?', vroeg iemand vertwijfeld.

'Natuurlijk werkt het! Ik heb het toch zelf gemaakt!', schreeuwde iemand. Een doffe bonk en een kreun klonken.

'En nu stil zijn! Ik moet me concentreren.'

Ik strompelde achteruit. De duizeligheid werd steeds heviger. Dat klonk als... maar nee! Dat kon toch niet?

The SearchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu