1

17.2K 340 236
                                    

EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 1

Jade Hamilton

Voorzichtig loop ik naar mijn vaste plek, voorin de hoek. Het liefst zou ik achterin willen zitten, maar daar zitten de "populaire" mensen. Als je achterin zit, zorgt het er tevens voor dat minder mensen naar je kijken. Er zijn veel blikken op me gericht en het irriteert me, het is net alsof ik elke dag echt een soort geur met me meedraag, waardoor ze me zo bestuderen. Sinds ik bijna nauwelijks praat op school denken ze dat ik niet kan praten. Ze weten dondersgoed dat ik het kan, maar ik heb geen behoefte om te praten. Waarom zou ik mijn aandacht besteden aan hen als ik het beter kan besteden aan mezelf. Daarnaast, de mensen hier zijn het oprecht niet waard. Ze vinden zichzelf vooral heel belangrijk en terwijl zij aan zichzelf denken, probeer ik mijn educatie te volgen.

'Hey Jade, ben je je tong nog steeds aan het zoeken?' Lacht Caine. Ik negeer de opmerking en pak mijn telefoon. Caine is altijd al een van de opvallende, populaire jongens geweest. Dat heeft hij sowieso te danken aan zijn uiterlijk en de glow up die hij heeft gehad in de tweede. Daarnaast is hij zowat in iedereens bed gedoken en staat hij daar dus ook bekend om. De les start en ik staar afwezig het raam uit. Tot ik ineens een schop tegen mijn stoel voel en achterom kijk. Layla kijkt me grijnzend aan. Zij is het "populairste" meisje van de school. Iedereen kent haar naam sinds iedereen het kreunt. Ook geen reputatie om trots op te zijn lijkt me. Zij is een van Caine's vaste scharrels. In lessen kunnen die twee niet van elkaar afblijven.

'Kan je überhaupt wel praten of heb je een ziekte?' Ik rol met mijn ogen en draai me om. Ze trapt dit keer harder tegen mijn stoel. 'Ik vroeg je iets, het is wel zo beleefd als je antwoord geeft.' Ze grijnst. Opnieuw negeer ik haar, ze verdient mijn aandacht niet, daarnaast weet ik wel beter. Er loopt een jongen de klas binnen en de docent kijkt op.

'Dan moet jij vast Lucius Castle zijn.' Hij zucht en mijn ogen vallen op de zijne.

'Mijn naam is Luc.' Vertelt hij. De docent knikt en wijst naar de stoel naast me. Hij loopt naar me toe en op dat moment begint Caine weer te praten, over mij.

'Verdoe je tijd niet aan haar, ze praat toch niet tegen je. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat ze geen tong heeft.' Zijn vrienden lachen. Lucius kijkt me aan en hij bestudeert me even.

'Misschien moet je eerst feiten hebben voordat je een conclusie trekt.' Zeg ik hard genoeg. De hele klas begint te klappen.

'Het kan praten!' Juicht Ashton, de beste vriend van Caine. Geërgerd staar ik het raam uit. Dit is dus hoe de dag verloopt, altijd. Ik voel Lucius' hand op mijn schouder waardoor ik geschrokken opkijk.

'Gaat het?' Ik knik en staar uit het raam. De les volgt meteen en de tijd lijkt eeuwig te duren. Ik ben oprecht niet gemaakt voor school. Lange dagen werken en leren en ik krijg er niets voor terug. Nadat de les eindelijk is afgelopen, hoor ik de bel. Ik pak mijn spullen bijeen en loop het lokaal uit. Als ik naar rechts wil lopen, voel ik mijn voet voor iets haken. Ik verlies mijn evenwicht en val op de grond. De leerlingen die op de gang staan beginnen te lachen. Al mijn boeken, schriften en losse blaadjes liggen verspreidt over de grond. Caine pakt een blaadje op en leest het hardop voor.

'I wish you were here. In my arms, without any fear. Nevertheless, I want you near.' Alweer begint iedereen te lachen. Ik voel de tranen in mijn ogen branden. Ze moesten het verhaal erachter eens weten, misschien lachen ze dan wel anders. Voorzichtig raap ik mijn spullen bijeen, bang om weer te vallen over iemand z'n voet. Lucius komt aanlopen en grist het blaadje uit Caine's handen.

'Hier.' Zegt Lucius zachtjes. Ik glimlach zwak en loop weg. Lucius lijkt me een aardige jongen tot nu toe. Hij doet zoals een vriend zou doen. Tenminste dat is wat ik denk, ik heb nooit echt vrienden gehad en ik weet hoe dat klinkt. Niet als het beste, maar misschien is op mezelf zijn ook wel beter. Natuurlijk kan ik dat niet zeggen, want we kennen elkaar niet, maar hij doet tenminste aardig. Dat is iets wat nooit gebeurd of tenminste, weinig. Wat is hiervoor ook al zei, mensen zijn het niet meer waard. Vooral niet meer van deze generatie tegenwoordig.

Een dunne lijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu