46

5K 169 108
                                    

EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 46

Jade Hamilton

Ik word wakker van een warme adem in m'n nek, het geeft me kippenvel. Voorzichtig draai ik me om en veeg ik een plukje haar uit Caine's gezicht. Hij opent zijn ogen en kijkt me aan. Hij trekt me dichter tegen hem aan. De seks van gisteren spookt door mijn gedachten. Ik ga met mijn hand over zijn buik en streel het. Caine bijt even op zijn lip. Ik haal mijn hand weg, maar hij pakt het weer. Ik grinnik en ga verder met waar ik mee bezig was.

'Jongens, komen jullie het bed uit?' Zijn moeder komt binnen. Ik kijk op en ze glimlacht als ze ons ziet. 'We gaan iets doen vandaag.'

'Prima,' antwoord Caine. Ik wil uit bed stappen, maar Caine trekt me terug. Opnieuw legt hij mijn hand op zijn buik. Ik kietel hem weer zachtjes over z'n buik en hij sluit genietend zijn ogen.

*

Nadat we met zijn ouders een stukje zijn gaan wandelen, zijn we ergens wat gaan drinken en na een lang dilemma zijn we daar ook gaan eten. Momenteel zit ik op Caine's bed, terwijl Caine aan het gamen is. Hij kijkt gefocust naar het scherm. Ik glimlach bij het zicht, het is eigenlijk onwijs schattig. Ik pak mijn telefoon en kijk naar het kleine beeldschermpje. Een glimlach groeit op mijn gezicht als ik zie dat Caine een foto van ons samen heeft geplaatst. Ik reageer eronder en knuffel hem, wat redelijk ongemakkelijk gaat door de stoel. Hij geeft geen reactie op wat ik doe en gaat verder met z'n spel. Nadat ik op het scherm heb gezien dat hij gewonnen heeft, stapt hij van z'n stoel af. Hij loopt naar me toe en slaat zijn armen om me heen. Glimlachend knuffel ik hem terug. Hij drukt zijn lippen zacht in mijn nek. Een kleine kreun ontsnapt aan mijn lippen. Hij duwt me naar achteren waardoor ik op het bed val. Hij komt naast me liggen en kijkt me aan.

'Wat zou je doen als ik er niet meer zou zijn?' Vraagt hij opeens.

'Waarom komt dat opeens vandaan?' Ik moet toegeven dat ik een beetje schrik door zijn vraag.

'Gewoon ik ben nieuwsgierig.'

'Ik zou huilen, heel lang en heel hard en alleen maar aan je denken. Niet zoeken naar een ander omdat ik me anders slecht ga voelen. Zo iets denk ik..?' Zeg ik, wetend dat ik iets vergeten ben.

'Als ik ooit weg ben, vindt dan iemand anders alsjeblieft. Je moet iemand vinden die je dan heel gelukkig maakt. Je verdient het om dan gelukkig te zijn. Als jij opeens weg zou zijn zou ik het mezelf waarschijnlijk nooit vergeven.'

'Zullen we het over iets anders hebben?' Hij knikt op mijn vraag.

'Zeg wat denk je ervan om naar de bios te gaan?' Mijn glimlach groeit. In bed blijven liggen met hem zou ik ook niet erg vinden. Caine trekt me mee naar beneden en samen gaan we naar de bioscoop. We zien daar wel welke films er draaien.

Samen lopen we naar de bioscoop en Caine laat me enkele rondjes draaien onder zijn arm. Zijn humeur is zo aanstekelijk. Ik glimlach en druk een kus op zijn lippen. We komen bij een zebrapad aan en we wachten tot het licht op groen springt. Caine sprint naar voren en draait zich om en trekt een gek gezicht. Ik grinnik tot alles heel langzaam gaat.

'Caine, uitkijken!' Terwijl ik het zeg, weet ik al dat ik te laat ben. Caine kijkt opzij en de auto raakt hem. Ik knijp mijn ogen dicht, maar toch blijf ik het beeld voor me zien. Voorzichtig open ik mijn ogen weer en ren ik naar hem toe. Zijn ogen zijn gesloten en er gaat bloed over zijn gezicht heen. Voorzichtig voel ik aan zijn pols, maar ik voel niets. Mijn ademhaling lijkt te stoppen, maar ik mag nu niet aan mezelf denken.

'Caine? Caine!' Zachtjes sla ik op z'n wang. Nog steeds reageert hij niet. 'Weet iemand hoe je moet reanimeren?!' Het komt er zo wanhopig uit, maar het maakt niet uit. Een jongen van onze leeftijd knielt bij Caine neer en reanimeert hem. Mensen om ons heen kijken ernaar en enkelen bellen het alarmnummer. Tranen rollen over mijn wangen. Ik kan hem niet kwijtraken. Ik pak zijn hand vast en het duurt een eeuwigheid voordat de ambulance eraan komt. In de verte hoor ik sirenes en langzaam geef ik de hoop op. 'Caine, alsjeblieft, blijf bij me.' Ik kan hem echt niet kwijtraken, een leven zonder hem is onmogelijk vol te houden. De ambulance komt en ze tillen Caine de auto in. Ik pak mijn telefoon en bel de moeder van Caine. Ze neemt niet op. Na wat uren lijkt te duren, komt er een ambulancebroeder de auto uit. Hij kijkt me aan en loopt naar me toe. Nog altijd probeer ik de ouders van Caine te bereiken.

'Bent u familie van het slachtoffer?'

'Het slachtoffer? Zijn naam is Caine West en ik ben zijn vriendin.' Ik ben heel technisch gezien zijn vriendin niet eens meer, maar dat is een probleem voor een andere keer. Hij kijkt me aan en begint te vertellen. De woorden malen verder in mijn gedachten en zijn blik wordt steeds meer naar de grond getrokken en zo het mijne ook. Mijn hart klopt steeds iets sneller, zonder dat ik het wil. Ik kan me nog steeds niet goed bevatten wat er nou werkelijk is gebeurd. Het stoplicht stond op groen en die auto reed hem aan. Caine deed helemaal niets fout, echt niet. De bestuurder is niet eens gestopt, in tegenstelling juist. Mijn hoofd draait rond en zonder dat ik het doorheb val ik op de grond, uit machteloosheid.

Mijn telefoon gaat over en ik zie dat de moeder van Caine me belt. Voorzichtig druk ik op de groene knop en hoor ik haar verzachtende stem spreken door de microfoon. Ze heeft geen idee wat er zojuist gebeurd is.

'Hey liefje, ik zag dat je gebeld had? Meerdere keren zelfs en ik maak me wel een beetje zorgen.'

'Caine heeft net een auto-ongeluk gehad..'

'Wacht pardon?! Is hij oké? Is hij in het ziekenhuis?'

'Hij is overleden aan zijn verwondingen.' 

Het duurt lang voordat ik me realiseer wat de ambulance broeder me net heeft gezegd. Het is onbeschrijfelijk dat hij daadwerkelijk weg is. Ik moet hem zien, ik moet bij hem zijn. Hij kan niet dood zijn. 

'Kan ik hem zien?' Vraag ik de man voor me. 

'Helaas niet, het spijt me.' 

Een dunne lijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu