EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 48Jade Hamilton
Ik glimlach en bedank de barista aan de bar terwijl ik mijn koffie aanpak. Na al dat gejank van de afgelopen maanden, moest ik er weer even uit. Dus ik ben nu met Louis in de stad. Wanneer ik me omdraai om naar Louis te lopen, bots ik tegen iemand op waardoor de koffie over me heen valt. Een grote bruine vlek groeit op mijn shirt. De ijsblokjes zorgen ervoor dat m'n shirt doorschijnt en uit mijn eigen lompheid val ik ook nog op de grond.
'Sorry,' hoor ik een jongensstem zeggen. Ik kijk van mijn shirt naar hem op en zijn groene ogen kijken me schuldig aan. Het zijn bijna Caine's ogen. 'Een frapuccino karamel alsjeblieft.' Roept hij. Hij steekt zijn hand uit en tilt me omhoog.
'Alsof ik met een sorry een nieuw shirt krijg. Dit krijg ik er nooit meer uit.'
'Ik koop een nieuwe voor je, als je je koffie zo hebt.' Ik rol met mijn ogen en kijk hem aan.
'Mijn koffie heb ik niet meer.' Hij grijnst en pakt een frapuccino van achter me en ik kijk hem aan. Hij geeft het aan me en ik grinnik.
'Nu wel, dus kom je mee dan gaan we een nieuw shirt voor je uitzoeken.'
'Als je het niet erg vindt, wacht ik nog even want ik ben nog wel zo lomp om deze koffie over die kleren heen te gooien en m'n broer zit daar. Ik kan niet zomaar weggaan.'
'Dan wacht ik wel tot je hem ophebt.' Ik knik en ga naast Louis, Ashley en Alyssa zitten. Alyssa is het meisje van Louis en Ashley. Ze zijn dolgelukkig met haar en ik ben blij met het geld dat ik krijg voor het oppassen. Maar Alyssa is een hele leuk baby. Ze heel is heel ondeugend. Ik neem een slokje van de frapuccino en kijk naar Louis en Ashley die me vragend aankijken.
'Wat gebeurde er nou net?' Vraagt Ashley.
'Hij botste tegen me aan en toen gebeurde dit.' Ik ga iets rechter zitten zodat ze de vlek op mijn shirt kunnen zien. 'Dus nu wacht hij op me en gaat hij een shirt voor me kopen.' Louis schudt lachend zijn hoofd en richt vervolgens zijn aandacht weer op Alyssa. Ik glimlach naar de twee en drink mijn koffie verder op.
'Jade, we gaan wel een afspraak maken. Je mag best met hem meegaan, maar bel me als er iets fout gaat of als je naar me toe wilt komen. Als het gewoon gezellig is dan wil ik dat je om zes uur weer bij de auto bent.' Ik knik en loop naar de jongen toe. Hij glimlacht en samen lopen we naar de eerste winkel. Ik haal mijn hand door mijn haar.
'Woon je hier in de buurt of ben je toerist in eigen land?'
'Ik woon hier in de buurt maar ik kom niet zo vaak in de stad, jij?'
'Hetzelfde verhaal. Alleen als ik echt kleren nodig heb, dan kom ik hier wel of als ik mac wil.' Ik grinnik.
'Aha.'
'Kom we gaan hier kijken.' Hij trekt me mee de winkel binnen en ik kijk langs de rekken. Al snel vind ik een leuk shirt met een broek en schoenen. Ik kleed me om en laat het hem zien. Hij knikt goedkeurend en glimlacht. Ik kleed me weer om, tot het gordijntje open gaat. Ik bedek mijn bovenlichaam met mijn vieze shirt. De rest had ik nog niet verwisseld. 'Hou dit aan, dat bespaart je moeite en dan trek je straks die kaartjes eraf en kan ik afrekenen.'
'Maar ik kan dat andere zelf wel afrekenen hoor.'
'Maar ik ga dat al doen.'
'Dat ga ik doen, ik ga de kleren toch dragen. Jij zou alleen het shirt betalen.'
'En nu ga ik alles betalen, want het staat je onwijs goed.' Ik bloos en kijk naar de grond. 'Heb ik je nou verlegen gemaakt?' Ik kijk op en schud mijn hoofd. Hij legt zijn vingers onder mijn kin en kijkt me intimiderend aan. 'Het staat je goed, maar het weerhoudt me er niet van om het te betalen.' Ik grinnik en loop met hem mee naar de kassa. Nadat hij afgerekend heeft, lopen we verder door de stad heen. Ik loop een winkel binnen, misschien zijn bijpassende sieraderen wel leuk bij dit outfit. Na een tijdje gekeken te hebben, heb ik een besluit genomen. Ik ga oorbellen kopen met een bijpassende ketting en ring. Ik kijk naar mijn hand en zie de ring van Caine om mijn vinger zitten. Een glimlach groeit op mijn gezicht. Heb ik toch nog een klein beetje Caine bij me.
Ik reken het af en besluit het nog niet om te doen uit angst dat ik het laat vallen.
'Waarom staarde je net zo naar die ring van je?'
'Ik kreeg hem van een speciaal persoon, maar hij is er nu niet meer.'
'Oh. het spijt me.'
'Het maakt niet uit, je kon het niet weten.' We lopen verder en lopen meerdere winkels binnen. Na een tijd die te kort ging, kijk ik naar mijn telefoon. Het is vijf voor zes. Ik moet naar Louis toe. 'Het spijt me ik moet gaan, mijn broer wacht op me.'
'Wacht voordat je gaat, mag ik je nummer?' Hij geeft me zijn telefoon en zo snel mogelijk typ ik mijn nummer in. Ik geef zijn telefoon terug en ren vervolgens zo snel mogelijk naar de parkeergarage toe. Als ik te laat ben, gaat hij bezorgd doen en daar heb ik nou net geen zin in. Hijgend kom ik bij de juiste auto aan en ik zie dat Louis al in de auto zit. Ik stap in en laat mijn hoofd tegen het raam vallen. Het geluid van de radio dringt door mijn oren en genietend luister ik ernaar. Dit lied is zó fijn om naar te luisteren. Zachtjes neurie ik mee en kijk ik naar Alyssa. Ze moet genieten van haar jeugd. Ik weet zeker dat haar leven geweldig gaat worden. Net zoals dat van mij, of dat nou met of zonder Caine mag zijn. Het liefst met, maar ik kan het natuurlijk niet bepalen. Misschien komt er wel een nieuw begin, ik ben bang dat alleen niet nu komt. Er is zoveel gebeurd, dat ik er ook niet aan toe ben. Als ik één ding kon wensen zou het Caine zijn. Misschien is het een cliché, maar ik houd van hem en ik zou alles voor hem over hebben. Ik voel mijn telefoon trillen en haal het uit mijn broekzak.
*Hey, ik ben het x*
(Heel erg bedankt voor het lezen van A Thin Line. Dit verhaal heeft me zoveel gebracht! Niet alleen 300 volgers, maar ook dingen in het echte leven. Ik probeerde in dit boek zo realistisch mogelijk te zijn en ik hoop ook echt dat dat zo overgekomen is. Echt heel erg bedankt, ik had nooit gedacht dat dit boek zo erg bekeken zou zijn. I love y'all. Binnenkort komt er waarschijnlijk een boek online, maar dat laat ik tegen die tijd wel weten.)
JE LEEST
Een dunne lijn
Romansa"Een dunne lijn" Zij was stil. Hij was luidruchtig. Zij was onzeker. Hij was té zeker. Ze hadden één ding gemeen en dat was de haat die ze voor elkaar voelden. Wat ze alleen nog niet wisten was dat ze perfect zijn, samen. Want zeg nou eerlijk, tus...