7

9.4K 313 80
                                    

EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 7

Lucius Castle

Vandaag is er een nieuwe dag aangebroken en nog altijd is Jade er niet. Ik ben van plan om na school naar haar huis te gaan, om te kijken hoe het met haar gaat. Ik had dit eerder ook wel kunnen doen, maar ik wilde haar eerst wat tijd geven. Ik weet dat ze het moeilijk heeft, maar ze wilt er niet over praten met mij en ik respecteer het. De directrice komt het lokaal ingelopen.

'Wie heeft hier de afgelopen dagen met Jade Hamilton gepraat?' Ik steek mijn hand op en Caine kijkt een andere kant op. Toch besluit hij na een aantal seconde zijn hand op te steken. 'Kunnen jullie meelopen?' We kijken elkaar aan en lopen de vrouw achterna.

We komen bij haar kantoor aan en ik zie Jade's moeder op de stoel zitten. Een naar gevoel bekruipt me en ik kijk even naar Caine. Hij lijkt geen enkele vorm van emotie te tonen. Soms vraag ik me of hij daadwerkelijk gevoel heeft of dat dat alleen in zijn broek zit. Hij doet alles om zijn eigen orgasmes achterna te gaan.

'Mag ik vragen waar jullie laatste gesprek over ging en wanneer het plaatsgevonden heeft?' Vraagt de directrice.

'Wat is dit voor een onzin? Dit slaat toch weer helemaal nergens op!' Snauwt Caine. We weten allebei wat voor een gesprek dat was, het was in feite niet eens een gesprek. Het was bijna een dreigement, het was een kleinering. Het was alles wat hij niet hardop durft uit te spreken in een kamer waar haar moeder bij zit. 

'Ze vertelde me dat ze naar huis ging. Haar broer had haar opgehaald van school. Dat was op maandag in de pauze.' De directrice kijkt van mij weg en kijkt Caine aan.

'Ik vertelde haar dat ze niet goed genoeg was, maar het was een grapje. Dinsdagochtend.'

'Een grapje? We weten allebei dondergoed dat dit geen grap is. We weten allebei dat ze al een aantal dagen weg is en je kan me niet vertellen dat je je niet afvraagt waar ze is. Je treitert haar continu. Als er iets ergs gebeurd is, is dat volledig jouw schuld.' Sis ik.

'Dus jij bent Caine. De jongen die mijn dochter pest. Dit heb ik dus allemaal aan jou te danken.' Caine grinnikt en trekt zijn wenkbrauw op.

'Waarvoor wil je me bedanken?' Lacht hij. 'Ik zou moeders ook wel doen hoor.' Mijn vuist raakt zijn gezicht. Hij is zo'n respectloze klootzak. Hoe delen mensen überhaupt het bed met hem?

'Mijn dochter heeft een poging tot zelfmoord gepleegd. Ze heeft niets van zich laten horen, meerdere dagen. Ze is gelukkig snel genoeg door iemand gevonden. Ze had dood kunnen zijn.' Ik sla mijn hand voor mijn mond. Ik had nooit geweten dat Jade dit zo erg zou oppakken. Caine lijkt geschrokken te zijn.

'Dit is jouw schuld.' Sis ik terwijl ik hem boos aankijkt.

'Het is haar schuld dat ze niet tegen een grapje kan.' Zegt Caine onverschillig. 'Ze neemt het zelf veel te persoonlijk op.' Mijn mond valt open en voordat ik ook maar iets kan zeggen, hoor ik al een andere stem.

'En nu is het genoeg jongens.' Vertelt de directrice. 'Ik wil dat jullie beiden naar het ziekenhuis gaan. Caine jij om je te verontschuldigen en Lucius omdat jij een vriend van haar bent.' Ik knik en kijk naar de moeder van Jade. 'Nu meteen.' Caine en ik kijken elkaar aan en lopen naar het ziekenhuis toe. Het is niet al te ver van school.

We zijn inmiddels bijna op de helft en Caine kijkt zonder enige emotie voor zich uit, terwijl ik moeite doe om niet te gaan huilen. Als er geen voorbijgangers waren, was ze nu waarschijnlijk dood. Hij kijkt even op van zijn telefoon en stopt het vervolgens in zijn broekzak. 

'Maar jij en Jade, hé?' Begint hij opeens, grijnzend. Vreemd kijk ik hem aan. Hij is al de hele dag boos op me, negeert me en nu praat hij tegen me, over Jade nota bene.

'Ze is mooi, maar ik hoef niets meer dan vriendschap als je daarop doelt.' Natuurlijk houd ik van Jade, maar als een vriend. 

'Nou je wilt haar wel, gewoon voor een nachtje.' Grijnst hij. 'Dat kan geen enkele jongen ontkennen.' Ik kijk hem verbaasd aan. Hij blijft continu zeggen dat ze lelijk is, geen mooi figuur heeft en noem het zo maar op. 

'Jij wel?' Probeer ik zijn vraag om te draaien. Ik wil hier niet eens over praten, dit is zo respectloos. Het zou me niet eens moeten verbazen. 

'Voor een nachtje zou ze best langs mogen komen.' Vertelt hij schaamteloos. Hij is niet te geloven.

'Je vertelde laatst nog dat ze lelijk was, hoe kan je dan nu dit zeggen?' Hij haalt zijn schouders op en de grijns verdwijnt van zijn gezicht. Hij kijkt weer strak voor zich uit en we komen bij het ziekenhuis aan. Nadat we gevraagd hebben waar ze ligt, nemen we de lift naar de vijfde verdieping. We komen bij haar kamer aan. Ze slaapt, tenminste ik hoop dat ze slaapt.

'Nou voor een nachtje zou je haar echt wel doen.' Komt hij weer terug op het onderwerp. Ik rol geïrriteerd mijn ogen.

'Ik ga niet zomaar seks hebben met een meisje.' Hij grinnikt. 'Dat jij dat doet betekend niet dat iedere jongen zo is.' Ik richt mijn blik weer op Jade en glimlach zwak.

'Oké jij bent overduidelijk verliefd op haar en jullie kennen elkaar nog maar een aantal dagen.' Hij lacht. 'Jij bent sowieso zo'n preuts persoon dat alleen seks heeft zodra je een jaar met iemand hebt of zo.'

'Dat ben ik niet.' Sis ik. 'Verzin maar alvast een goede verontschuldiging, want die heb je nodig.' Hij rolt met zijn ogen en gaat op de stoel naast het bed zitten. Langzaam opent Jade haar ogen. Ze ziet er moe uit, maar dat komt waarschijnlijk omdat ze net wakker is. Ik vraag me af of ze überhaupt heeft geslapen. 

'Wat doet hij hier?' Is het eerste wat ze vraagt. Ik had het ook niet anders verwacht. 

'Was het echt zelfmoord?' Vraagt Caine. Ik frons en kijk hem aan. Hij is echt niet goed. Ze is net wakker en vraagt dit meteen. Dit vraag je sowieso niet, het is echt respectloos. Jade kijkt een andere kant op, waardoor we allemaal het antwoord weten. De stilte die er nu heerst in de ruimte is dodelijk. 

'Het spijt me.' Vertelt Caine. Ze kijkt hem aan.

'Van wie moest je dat zeggen? Mijn moeder? Dit komt echt niet uit jezelf. Zo ben jij helemaal niet.' Zegt ze, ze is overduidelijk niet blij met het feit dat hij hier is. Ik zou er ook niet blij mee zijn, hij is echt een vlek. 

'Je kent me helemaal niet.' Reageert Caine terug. 'Als je me echt zou kennen zou je allang verliefd op me zijn.' Jade trekt haar wenkbrauwen op.

'De enige die verliefd op jou is, ben jij zelf. Jij vind jezelf namelijk helemaal te gek.'

'Jongens stoppen nou.' Stap ik tussen beiden in. Caine kijkt naar Jade en loopt naar haar toe.

'Accepteer het feit dat ik mijn excuus probeer aan te bieden.'

'Ik zal je nooit vergeven.' Sist ze. Caine loopt hoofdschuddend de kamer uit. Jade gaat weer liggen en kijkt me even aan. Ze reikt haar arm naar me uit en ik pak haar hand. 'Ik ben wel blij dat jij er bent.' Er groeit een glimlach op mijn gezicht.

'Je had met me kunnen praten, Jade. Dit is nooit de oplossing. Ik was zo ongerust. Waar is je telefoon eigenlijk?'

'In mijn kluisje en mijn sleutels liggen bij de administratie.' Ik knik enkel, niet wetende wat ik erop moet reageren.

'Doe alsjeblieft nooit meer zo iets.' Mompel ik terwijl ik mijn armen om haar lichaam sla. Voorzichtig voel ik ook haar armen om mij heen. Er loopt een jongen de kamer in. Hij kijkt mij even aan. Ik herken hem niet. Ik ga weer op de stoel zitten en kijk toe naar hoe de jongen haar voorhoofd kust.

'Hoe lang lig je hier al?' Vraagt hij haar.

'Drie dagen of zo, maar ik kon mezelf niet identificeren.' Hij knikt en kijkt naar mij. Ze zouden op zich wel schattig zijn samen.

'Ik ben Louis, Jades' broer.' Ik steek mijn hand uit en stel mezelf ook voor. Mentaal loop ik tegen een boom aan. Het is haar broer en ik dacht dat het haar vriendje was.

'Kom je binnenkort wel zo snel mogelijk weer naar school? Ik mis je.' Ze grinnikt en knikt.

(It's my birthday 🎉)

Een dunne lijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu