31

7.4K 203 18
                                    

EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 31

Jade Hamilton

Ik voeg de laatste paar woorden aan mijn werkstuk toe en sla het op. Morgen praat ik er wel over met Luc. Nadat ik dat gedaan heb, komt Louis aanlopen.

'Waar is Caine? Het is alweer een week geleden dat ik hem voor het laatst gezien heb.' Hij grijnst bij zijn woorden. Ik voel mijn wangen rood worden.

'Ja Jade, nodig hem uit.' Mengt mijn moeder zich in het gesprek. 'Hij mag mee-eten en slapen als hij dat wilt.' Ik knik en pak mijn telefoon. Ik bel Caine op en nadat de telefoon een aantal keer is overgegaan, neemt hij op.

'Hey Jade, wat is er?'

'Mijn moeder vroeg zich af of je wilde blijven eten en of blijft slapen.'

'Ik ben er over een halfuur.'

'Is goed, tot zo.'

'Tot zo, baby.' Hij hangt op en ik voel mijn wangen warmer worden bij de bijnaam die hij me gaf. Louis kijkt me aan en trekt zijn wenkbrauw op. Ik sla mijn ogen neer en glimlach.

'Wat schattig.' Glimlacht Louis. 'Mijn kleine zusje is tot over haar oren verliefd.' Ik rol met mijn ogen en kruip tegen hem aan. 'Slaap lekker.' Fluistert hij. 'Ik maak je straks wel wakker.' Meestal als ik tegen iemand aankruip betekend het dat ik ga slapen en zoals nu is het weer zo'n geval. Voorzichtig sluit ik mijn ogen en val ik in slaap.

*

'Caine, waar gaan we naartoe?' We hebben net gegeten en hij wilde meteen weg. Ik heb geen idee waar we naartoe gaan. Hij kijkt me aan en grijnst enkel. Hij legt zijn hand op mijn bovenbeen en rijdt verder. Na een tijdje stopt hij de auto en stappen we beiden uit.

'Kom.' Hij pakt mijn hand en trekt me mee. We lopen een gebouw in en ik kijk hem verbaasd aan.

'Caine.' Sis ik. Hij neemt me mee en we lopen de lift in. Hij klikt op de bovenste verdieping. Verdieping éénentachtig, rustig ademhalen. Als we straks boven zijn is het enige wat ik moet doen niet naar beneden kijken. We komen na enkele minuten boven aan en daarna lopen we nog een trap op waardoor we op het gebouw staan. 'Caine, wat doen we hier?' Ik wrijf over mijn armen door de plotselinge kou.

'Heb je het koud?' Ik knik. Hij legt zijn vest over mijn schouders. 'Sorry, ik had moeten zeggen dat het wat kouder zou worden.' Grinnikt hij.

'Wat doen we hierboven?' Hij haalt zijn schouders op.

'Over de stad heen kijken.'

'Ik heb hoogtevrees.' Hij gaat op het beton zitten en ik kom naast hem zitten. Mijn krukken liggen ergens achter me. Hij drukt zijn lippen op mijn wang en draait mijn hoofd naar hem toe. Hij kijkt me aan en het is angstaanjagend hoe veel invloed hij op me heeft. Zijn hand streelt mijn wang. Voorzichtig verplaatst ik mezelf en ga ik op zijn benen zitten, zonder ons oogcontact te verbreken.

'Heeft iemand je ooit gezegd dat je prachtige ogen hebt?' Mijn wangen worden warmer, maar ik negeer het.

'Heeft iemand dat ooit tegen jou gezegd?' Hij schudt zijn hoofd. Hij veegt een plukje haar uit mijn gezicht en schuift het achter mijn oor. Mijn handen raken zijn borstkas aan en gaan in een langzame beweging richting zijn schouders. 'Mensen zouden het wel moeten zeggen, want je hebt prachtige ogen, Caine.'

'Dank je.' Hij glimlacht. Het is inmiddels donker geworden. Caine kijkt langs me heen waardoor ik me ook omdraai. Ik kijk naar de lucht, vol met sterren. Er valt een ster, waardoor ik glimlach.

'Zag jij dat ook?' Ik kijk Caine aan en hij knikt.

'Maak een wens.' Fluistert hij. 'Ik heb mijn wens al gemaakt.' Mijn gezicht komt dichter bij het zijne en mijn lippen raken die van hem aan. Mijn hand gaat door zijn haar en hij glimlacht voor hij me weer kust. Onze lippen bewegen teder tegen elkaar aan en mijn lichaam ontvangt allemaal tintelingen. Het is een overweldigend gevoel.

'Caine, ik houd van je.' Vertel ik hem. Dit is de eerste keer dat ik het ook daadwerkelijk tegen hem vertel, en ik meen het ook. Ik hou van hem. Hij glimlacht breed en drukt meteen zijn lippen tegen de mijne aan.

'Ik ook van jou, Jade. En ik heb een vraagje..' Ik trek mijn wenkbrauw op en kijk hem aan. 'Oké, ik heb dit dus zeg maar nog nooit eerder gevraagd. Voel je gevleid dat je de eerste bent.. Maar zou je mijn vriendin willen zijn?'

'Niets liever.' Hij glimlacht en houd me vast. 'Caine, hoe laat sluit dit gebouw?' Hij kijkt me aan en staat meteen op. Hij pakt mijn hand en slaakt een opgeluchte zucht als hij nog iemand ziet lopen.

'Het is al laat, ik denk dat het beter is als we naar huis gaan.' Ik pak zijn pols en laat het meteen los.

'Caine, je bent ijskoud.' Ik trek zijn vest uit en leg het over zijn schouders.

'Nee, houd het aan.'

'Caine, trek het aan. Ik heb het warm genoeg inmiddels. Ik wil niet dat je ziek wordt, oké.' Hij zucht en trekt met tegenzin zijn vest aan. We stappen de lift binnen en mijn telefoon gaat over.

'Dus, Jade, hoe gaat het?'

'Tess, wat wil je?' Lach ik.

'Caine stuurde me net een bericht. Alhoewel, een uur geleden. Hoe zit het met jullie? Hebben jullie nou al iets.'

'Misschien wel.' Teresa zucht overdreven. Caine slaat zijn arm om me heen en trekt me dichter naar hem toe. 'Ja.'

'Echt waar?! Je gaat me alles vertellen.'

'Maar niet nu.'

'Goed dan. Dit is alleen maar omdat je nu bij hem bent en het waarschijnlijk ongemakkelijk vindt. Maar je vertelt me alles, zo snel mogelijk.'

'Komt goed, ik vertel je het op school. Oké?'

'Is goed. Tot dan.'

'Doeg.' Ik hang op en we komen beneden aan. Caine drukt een kus op mijn haar en we lopen samen richting de auto. Daar aangekomen, rijdt Caine naar huis en na een tijdje komen we thuis aan. 'Ik denk dat ik ga slapen.' Mompel ik terwijl ik mijn tanden poets. Caine knikt en doet hetzelfde. Ik spuug de tandpasta uit en spoel mijn mond waarna ik naar mijn kamer loop.

'Is het oké als ik in mijn onderbroek slaap?'

'Ja hoor, alleen als je het zelf wilt.' Hij knikt en trekt zijn kleren uit. Ik doe hetzelfde en pak een trui uit mijn kast. Met enkel een trui en een onderbroek stap ik in mijn bed.

'Sexy.' Ik rol met mijn ogen en stap naast hem in bed. 'Nee serieus, je bent sexy met die aardappel op je hoofd.'

'Dat noemen ze een knot.'

'Weet ik, maar het lijkt op een aardappel.'

'Jij bent een aardappel.' Ik draai me om en grijns. Hij slaat zijn arm om me heen.

'Vertel iedereen dat je vriendje een aardappel is.'

'Zal ik doen.' Ik draai me naar hem om en laat mijn hand over zijn wang glijden. Ik druk mijn lippen op de zijne en voel de vlinders opnieuw vliegen. 'Welterusten, Jade.'

'Slaap lekker, aardappel.'

Een dunne lijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu