EEN DUNNE LIJN
HOOFDSTUK 2Jade Hamilton
Eenmaal thuis aangekomen, komt mijn moeder naar me toe. Ze glimlacht en pakt mijn tas van me over. Het is zeker niet nodig, maar ook zij weet dat deze op de stoel gaat belanden. Het gaat bijna automatisch, maar het is makkelijker. Ik kan op deze manier ook nooit m'n tas kwijtraken.
'Hoe was je dag lieverd?' Vraagt ze. Ze vraagt het me elke dag en elke dag krijgt ze hetzelfde antwoord. Het is na school bijna altijd dezelfde routine. Ze bedoelt het goed, het komt ook van een goed hart, maar ik praat liever niet over school. Als ik het thuis ook elke keer over school moet hebben, laten mijn gedachtes me nooit los.
'Wel leuk, maar hetzelfde.' Ze fronst zodra ze mijn woorden hoort. Het is een ander antwoord dan ze van me gewend is. Normaal gesproken zou ik zeggen dat er geen hol aan was. 'Er zijn twee nieuwe leerlingen. Ze hebben met me gepraat en Caine is boos op me.' Grinnik ik. 'Hij maakte een opmerking en ik maakte een opmerking terug en na de les werd hij pissig.' Mijn moeder grinnikt ook. Het vergt voor mij nogal veel om een keer een opmerking te maken, dus de komende dagen moet ik weer gewoon stil zijn, voordat alles ineens erger wordt.
'Hoe heten die twee nieuwe leerlingen? Is het een jongen? Is hij leuk?'
'Lucius en Teresa. Ze zijn broer en zus en Lucius zit bij mij in de klas. Ze noemen zichzelf ook wel Luc en Tess. Lucius haat z'n volledige naam als ik hem goed gelezen heb. Volgens mij zijn ze wel aardig, ze waren vandaag aardig tegen me. En Lucius zal nooit meer dan een vriend worden, hij is m'n type niet.' Mijn moeder rolt haar ogen, maar glimlacht vooralsnog.
'Ik zie geen reden waarom ze geen vrienden met je willen worden. Je bent prachtig van binnen en buiten.' Ik glimlach en omhels de vrouw naast me. 'Ik vind nog steeds dat je je haar een keer los moet doen.' Ik rol lachend met mijn ogen. Ik draag dagelijks een staart of knot omdat ik los haar niet fijn vind. Vooralsnog, kan ik het nog proberen.
'Maar Luc en ik werken dus samen aan een opdracht voor school, dus als je een keer iemand ziet verschijnen zal hij het wel zijn.' Ze knikt en grijnst. 'Haal dat idee maar weer uit je hoofd.' Lach ik.
'Heb jij nog ideeën voor het eten vanavond? Papa eet niet mee.' Dit keer vormt er een grijns op mijn gezicht. 'Stomme vraag ook.' Lacht ze.
'Waar is Louis eigenlijk?' Vraag ik.
'Bij Ashley.' Ik knik. Louis is mijn oudere broer. De laatste tijd is hij vaak bij zijn vriendin, het is dan ook weliswaar zijn tweede huis. Onderhand zijn we wel gewend dat hij niet mee-eet. Mijn moeder pakt de telefoon om eten te bestellen. Ik grinnik en pak mijn telefoon.
De bel gaat en mijn moeder staat op. Niet veel later komt ze met een plastic tas binnen waarin de Turkse pizza's zitten. Er groeit een grote glimlach op mijn gezicht. Ik zet de televisie op en pak de Turkse pizza over. Normaal gesproken als mijn moeder en ik alleen eten, eten we Turkse pizza. Deels omdat mijn vader en Louis dat niet lusten. Het zijn ook echt aparte wezens, hoe kan je het niet lekker vinden?
'Dat was heerlijk.' Mompel ik als ik het opheb. Mijn moeder lacht, maar iets in me begint te rinkelen. Zijn het niet te veel calorieën die ik naar binnen heb gewerkt?
De volgende dag breekt aan met het geluid van de wekker. Geërgerd pak ik mijn telefoon en klik ik het weg. De zon schijnt door de gordijnen waardoor ik kreun. Door die zon kan ik niet verder slapen. Ik stap uit bed en maak me klaar voor de dag. Als ik daarmee klaar ben hoor ik mijn wekker opnieuw afgaan. Ik zet het uit en bekijk mezelf in de spiegel. Een wijde, lange trui en een staart. Het is niets anders dan normaal.
Beneden aangekomen zie ik mijn ouders aan tafel zitten. Mijn moeder kijkt naar de kleren die ik aanheb en zuchtend loop ik door. Ze vindt dat ik minder truien aan moet doen, ze vindt dat ik een mooi figuur heb. Ik geloof het zelf alleen niet, er zijn zoveel mensen met een mooi figuur en ik hoor daar simpelweg niet bij. Daarnaast wil ik het ook niet echt geloven, het is gewoon een onzekerheid dat niet gaat verdwijnen.
'Jade, binnenkort gaan we shoppen.' Ik knik enkel en maak mijn ontbijt. Louis komt beneden, hij is gisteren blijkbaar niet blijven slapen. Er zitten meerdere zuigzoenen in zijn nek waardoor ik begin te lachen. Hij loopt naar me toe en komt naast me zitten.
'En, was het goede seks?' Lach ik. Zijn wangen worden roder. Van onze ouders mogen we geen seks hebben, toen Louis een vriendin kreeg waren er dus ook allemaal ruzies. Hoewel we niet gelovig zijn willen ze gewoon geen seks voor het huwelijk. Het is ook best wel preuts, maar mij lukt het wel. Ik heb geen vriend en met hoe ik eruit zie zal dat ook nog wel een lange tijd zo blijven.
'Waar heb je het over?' Vraagt hij onschuldig, maar zijn rode wangen maken hem schuldig.
'Die zuigzoenen in je nek.' Louis begint zacht te vloeken.
'Je krijg vijf euro als je ze wegwerkt.' Ik kijk hem geniepig aan.
'Twintig en je brengt me naar school vandaag.' Zeg ik waarna hij meteen knikt. Louis loopt snel naar boven, om te voorkomen dat onze ouders het niet zien. Wanneer ik mijn ontbijt op heb, loop ik naar boven en tref ik Louis aan op mijn kamer. Hij zit aan mijn bureau, zijn vingers over de zuigzoenen die gemaakt zijn. Ik loop naar de badkamer waar ik make-up pak en een tandenborstel, niet voor hem, maar ik moet m'n tanden poetsen. Terug in de kamer kijkt Louis me wanhopig aan. Ik bedek de zuigzoenen en glimlach als ik klaar ben. Hij omhelst me en duwt een briefje in mijn hand en loopt vervolgens de kamer weer uit. Ik spuug de tandpasta uit en pak mijn spullen bijeen.
Eenmaal op school aangekomen zie ik Lucius naar me toe lopen. Hij glimlacht en omhelst me. Verbaast kijk ik de jongen aan. Teresa grinnikt en knuffelt me ook. Het is al een ding dat een jongen me knuffelt, maar vooral als hij me pas een dag kent.
'Waarom kijk je zo verbaast?' Grinnikt Teresa.
'Ik word niet vaak geknuffeld.' Antwoord ik enkel, ze hoeven geen verdere details. Ik weet nog niet of ik hun genoeg kan vertrouwen met het hele verhaal. Caine loopt naar me toe en duwt me tegen de muur aan. Ik voel mijn hoofd branden door de klap die het maakte.
'Geef me je huiswerk.' Beveelt hij me.
'En wat nou als ik dat niet doe?' Kerm ik. Ik wrijf over mijn hoofd.
'Sinds wanneer praat jij zoveel?' Vraagt hij me.
'Dat was geen antwoord op mijn vraag, dus als je me los wilt laten graag.' Ik duw hem van me af, maar het heeft geen zin. Zijn bruine ogen kijken me doordringend aan. Hij grist mijn tas van mijn rug af, wat met heel wat geweld lukt. Lucius loopt naar hem toe en duwt hem op de grond.
'Geef het terug.' Sist hij.
'Nee, het is nu van mij.' Ik trek mijn wenkbrauw op. Ik gris mijn rugzak uit zijn handen en zie een scheur in mijn tas ontstaan.
'Klootzak.' Sis ik. 'Het was net nieuw.' Hij grijnst en toont geen enkele vorm van spijt. Hij laat mijn rugzak los en staat op.
'Dat is dan heel jammer voor je. Misschien moet je dan ook een keer niet naar een tweedehands winkel om je spullen te kopen.' Hij loopt grijnzend weg. Verslagen kijk ik naar de tas in mijn handen. Dit alles heeft drie voordelen gehad. Hij heeft mijn huiswerk niet, iemand heeft het voor het eerst voor me opgenomen en Caine lag op de grond. Lucius pakt mijn arm en trekt me mee.
'Wat doe je?' Vraag ik hem geschrokken.
'Je meenemen naar het lokaal, de bel ging. Ik heb alleen geen idee waar ik naartoe moet.' Ik grinnik.
'We moeten de andere kant op.' Hij glimlacht en trekt me mee, de andere kant op. We komen aan bij het juiste lokaal en ik zie Ashton afkeurend naar me kijken. Lucius duwt me het lokaal binnen en neemt naast me plek.
'Zullen we trouwens vanmiddag naar jou toe? Om te werken aan Nederlands.' Ik knik en pak het juiste boek erbij. Lucius doet hetzelfde. De docente legt een aantal dingen uit, maar opletten lukt niet. De dingen om me heen spreken me meer aan. Ze zijn aandachtiger. Net als allerlei kleurrijke ballonnen in een witte wereld.
'Jade Hamilton, opletten.' Ik rol met mijn ogen en zucht. Binnen een aantal seconde ben ik weer diep gezonken in m'n gedachtes. Waarom zou ik moeten opletten? Het is mijn toekomst en niet dat van haar.
(Wat vinden jullie er tot nu toe van?)
JE LEEST
Een dunne lijn
Romance"Een dunne lijn" Zij was stil. Hij was luidruchtig. Zij was onzeker. Hij was té zeker. Ze hadden één ding gemeen en dat was de haat die ze voor elkaar voelden. Wat ze alleen nog niet wisten was dat ze perfect zijn, samen. Want zeg nou eerlijk, tus...