Hoofdstuk 15: Zoenen

27 3 3
                                    

De volgende ochtend word ik wakker doordat mijn gsm rinkelt. Ik neem op zonder te kijken wie het is omdat het scherm te veel licht met zich meebrengt.
'Hallo?' zeg ik en mijn stem klinkt niet zo zuiver.
'Ella, wil je alsjeblieft heel even langs komen. Ik moet je spreken,' klinkt Cederiks stem aan de andere kant.
Meteen ben ik klaar wakker en vallen alle spullen die het toch nog wagen om te zweven, op de grond. Mijn ogen vliegen ervan open en mijn hart bonkt hard tegen mijn ribben.
Ook denk ik dat ik Seb heb wakkergemaakt.
'Wat is er gebeurd?' vraag ik.
'Euhm ... Je moet gewoon komen. Dan leg ik het uit,' zegt hij en ik kijk op mijn klok. Één uur in de namiddag! Seppe komt zo!
Ik had op school geregeld dat Seppe zondag mocht komen rond één uur omdat ik niet dacht dat ik tot nu zou slapen.
'Het gaat wel even duren. Ik was nog aan het slapen,' zeg ik. 'En Seppe komt zo om dat van geschiedenis af te maken.'
'O, oké,' zegt Cederik zacht. Op dat moment gaat de bel.
'Ik moet ervandoor. Ik zie je om twee uur. Gewoon bij jouw thuis? Toch?' vraag ik.
'Ja ja,' zegt Cederik. 'Tot zo.'
Dan legt hij af en ik sta vlug op. Ik omzeil de spullen op de grond en snel naar de voordeur. Seppe komt tevoorschijn in de deuropening met zijn kleren aan en zijn spullen in zijn handen.
'Sorry, ik was gisteren gaan stappen en ik sliep nog en ... kom binnen,' zucht ik. Seppe glimlacht en stapt langs me heen naar binnen.
'Ik ga snel mijn kleren aandoen en ... Sorry, maar ik moet zo even weg. Het duurt echt niet lang dus tot dan kan je misschien even met Seb kletsen en dan zullen we geschiedenis afmaken, beloofd,' zeg ik. Seppe knikt langzaam.
'Oké,' zegt hij en er komt een blos op zijn wangen als hij langs me doorkijkt.
'Wat is dat lawaai allemaal?' bromt Seb en hij komt de trap nog verder af. Nu valt hem ook op dat Seppe langs me staat en dat hij zelf enkel een joggingsbroek aanheeft.
'Ik moet zo even weg dus ik ga mijn kleren aandoen. Zou je even tijd willen doorbrengen met Seppe. Ik ben niet langer dan een uurtje weg,' voeg ik er aan toe. Seb knikt langzaam. Het is nog te zien dat hij pas wakker is. Zijn ogen zijn klein en hij is een beetje in elkaar gezakt.
'Ik ga even een shirt pakken,' zegt hij en dan verdwijnt hij terug naar boven.
'Wil je anders al iets drinken?' vraag ik en ik been snel naar de keuken.
'Water is goed,' hoor ik Seppe achter me zeggen. Ik geef hem zijn drinken en eet snel een droge boterham, maar pak daarna wel een stuk chocola. Dan komt Seb terug naar beneden en vlieg ik bijna de trap op naar de badkamer. Ik pak de eerste beste jeansbroek en een trui van Seb van de badrand. Ik trek het aan en ga terug naar beneden, maar voor de woonkamer blijf ik staan omdat ik Seb en Seppe met elkaar in gesprek hoor.
'Waar gaat Ella naartoe?' vraagt Seb.
'Ik heb geen idee,' zegt Seppe en ik hoor dat Seb in de zetel ploft.
Misschien is het goed dat ze een beetje tijd met elkaar doorbrengen. Ik bedoel, iedereen ziet dat deze twee jongens bij elkaar horen en dat ze stapel op elkaar zijn. Als ze naar elkaar lachen bedekken ze bijna hun rode wangen, maar ik zie het nog.
Ik besluit om toch even naar binnen te gaan.
'Ik ben echt zo terug,' zeg ik en pak mijn jas van de stoel en wil terug weggaan.
'Ella!' roept Seb en ik blijf staan. Hij staat op en komt naar me toe.
'Doe niks doms,' zegt hij en dan geeft hij me een kus op mijn voorhoofd. Volgens mij weet hij dat ik naar Cederik ga.
Eigenlijk is dat al dom want zo ga ik mezelf nog meer kwetsen, maar dat doe ik ook als ik bij hem uit de buurt blijf.
'Je kent me toch?' zeg ik en dan verdwijn ik naar buiten. Ik heb besloten om te voet te gaan om mijn gedachte te ordenen en, zoals Seb zei, niks doms te doen.

Rond twee uur kom ik aan bij het huis van mijn beste vriend. Ik weet eigenlijk niet wat ik kan verwachten en duw nerveus op de bel. Cederik doet de deur vrijwel meteen open. Ik verschiet een beetje als ik hem zie. Hij heeft rode ogen en een zakdoek in zijn rechterhand die tot een vuist is gebald. Cederik hoeft niks te zeggen of ik knuffel hem al. Hij snikt en ik glimlach triest naar hem.
Ik heb hem eigenlijk nog nooit echt zien wenen. Hij houdt zichzelf altijd sterk, dus nu moet er wel iets ergs aan de hand zijn.
'Wat is er gebeurd?' vraag ik.
'Kom eerst mee naar mijn kamer,' mompelt hij en hij gaat me voor naar boven.
We gaan op zijn bed zitten en ik pak zijn hand vast voor de steun. Ik ben hier voor hem, niet om mezelf een plezier te doen.
Gewoon onthouden dat hij bezet is en je eigen gevoelens voor je houden.
Ik kijk Cederik afwachtend aan en dan begint hij aan zijn verhaal.
'Britt is vreemdgegaan,' zegt hij en hij zit op het randje, want zijn stem kan ieder moment breken. Ik frons.
'Wat? Wanneer?' vraag ik.
'Gisteren. Ze was naar de fuif geweest en ze vroeg of ik meekon. Om ons samen-zijn te vieren, maar ik zei dat ik niet mocht. Ik mag maar twee keer uitgaan per maand en ik wou de tweede keer bewaren om nog eens iets met jullie te doen,' zegt hij. 'Die avond heeft ze iemand anders gekust. Daarna heb ik haar weggestuurd.'
'Is ze al hier geweest?' vraag ik ongelovig.
'Ja, we hadden afgesproken, weet je nog?'
'Heeft ze het zelf verteld?' vraag ik.
'Nee,' mompelt hij. 'Ik vroeg naar het feest en toen zei ze dat het wel tof was, maar ze keek me niet aan toen ze dat zei. Toen wist ik dat er iets niet klopte. Uiteindelijk zei ze wat er was en heb ik haar weggestuurd.'
Hij springt op en ijsbeert rond.
'Hoe kon ik zo stom zijn!' roept hij.
'Sorry,' zeg ik. Het is voor een deel mijn schuld. Ik had het advies gegeven.
'Wat? Nee, het is niet jouw schuld ,' zegt Cederik. Ik ga langzaam rechtstaan.
'Jawel, Cederik. Ik had je het advies gegeven. O God, ik heb het voor je verpest,' zeg ik.
'Nee, Britt heeft iemand anders gekust. Je kon er niks aan doen,' zegt hij.
'Cederik,' zucht ik.
'Het is níét jouw schuld,' zegt hij en hij neemt mijn schouders vast. Ik glimlach naar hem omdat dit de vreemdste situatie ooit is.
'Echt niet,' zegt hij en hij legt zijn handen op mijn wangen. Zijn handen zijn zo warm dat mijn lichaam zijn warmte over neemt.
'Wat moet ik nu doen?' vraagt hij dan.
'Dat moet jij beslissen,' zeg ik. 'Maar wat je ook beslist, ik sta achter je.'
'Dankjewel,' zegt Cederik en hij slaat zijn armen om me heen.
'Daar zijn vrienden voor,' zeg ik zacht en dan gaat alles heel snel. Cederik houdt me een halve meter van zich af en buigt zich naar me toe. Ik weet niet wat er gebeurd, maar die vraag wordt snel beantwoord als ik Cederiks lippen op de mijne voel. Mijn eerste gedachte is om hem van me af te duwen, maar ik heb hier zo lang op gewacht dat ik het niet doe. Ik kus hem heel zachtjes terug en al snel gaat het sneller en ruiger en zijn lippen zijn perfect. De elektrisch geladen deeltjes komen de kop op steken en als ik door zijn haar ga, kan ik het voelen zweven. Mijn hart slaat gelijk met de zijne en dan -
duwt hij me weg.
Ik kom hard tegen de deur van zijn slaapkamer met de klink in mijn rug. Alles valt op de grond en mijn haar komt voor mijn ogen te liggen.
'S-sorry,' hoor ik Cederik zacht zeggen, maar ik herpak me en sta recht.
'Stop,' zeg ik als hij dichterbij wilt komen. Dan doe ik de deur open en snel naar buiten.
Weg van Cederik.
Weg van alles.

Elektrische LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu