Hoofdstuk 3: Winkelstraat

38 7 2
                                    

Seb en ik nemen de bus naar de winkelstraat. Het ligt niet zo ver van ons huis af, maar met de fiets is het te lang en te koud.
'Je was sowieso al van plan om naar dat feest te gaan, eh?' vraag ik als we net zijn uitgestapt en over het plein, langs de bib door, naar de winkelstraat wandelen. We gaan bij de muziekwinkel naar links.
'Ja, maar het is niet leuk zonder jou, en aan Ced hebben we toch niks,' zegt Seb en ik duw hem een beetje waardoor hij bijna tegen een bejaard koppel oploopt. Hij verontschuldigd zich en komt weer langs me lopen.
'Je weet dat het de waarheid is,' mompelt hij dan en ik sla mijn ogen neer.
Natuurlijk weet ik dat. Cederik is veel leuker als hij samen met ons kan lachen en praten, niet als hij zijn lippen op die van Britt zitten terwijl ik er al langer naar verlang dan zij ooit zal weten.
Mijn hoofd en hart kunnrn het niet aan om hem niet om me heen te hebben en hem wél met Britt te zien.
Sebastiaan tikt me aan en haalt me uit mijn gedachte. Dat moet hij vaker doen en enkel hij kan me uit mijn eeuwige dagdromen over Cederik halen. Daarom ga ik vaker met Seb om. Het is niet zo dat ik liever met hem omga, want het liefst zou ik met Cederik willen zijn, maar ik heb hem nodig om mijn hoofd koel te houden en gewoon omdat hij geweldig is en mijn broer.
'Ella, zit er niet over in. Vermaak je gewoon een avondje. Misschien vind je wel iemand nieuw,' zegt hij en dan met een piepstemmetje: 'Ik wil niemand anders.' Dan terug in zijn eigen stem: 'Ik snap het, echt waar, maar misschien heb je een nieuwe vlam nodig.'
'Zo praat ik niet,' mopper ik. Ik laat de rest van wat hij zei achterwegen, want ik weet dat hij gelijk heeft, maar ik kan niet beslissen wat mijn hart wil. Mijn hoofd zegt hetzelfde als Seb en mijn hart klopt enkel voor Cederik, maar ik kan geen harmonie vinden tussen die twee.
'We gaan er gewoon samen een leuke avond van maken. Let alsjeblieft niet op hem,' zegt hij dan zachter en ik kijk naar de winkel waar we langskomen.
'Ik zal het proberen,' zeg ik. 'Echt.'
Soms lijkt het alsof Seb Cederik niet meer als een beste vriend ziet, maar dat is niet zo. Hij ziet nu gewoon in dat ik er een beetje onder lijdt en dat vindt hij moeilijk om te combineren. Soms zou ik wensen dat hij niet wist dat ik op Cederik verliefd ben. Hij heeft zijn eigen dingen en ik wil hem geen last zijn, maar ik weet niet of ik het dan nog iets wat gemakkelijk heb.
Ondertussen zijn we aangekomen aan het stadsplein met de twee beelden op het bankje. Seb, Cederik en ik hebben hier talloze foto's gemaakt omdat Cederik een nieuwe profielfoto nodig had voor op ... alles. Dat was vorig jaar en hij heeft de foto nog steeds staan. Eentje is zelfs zijn achtergrond geworden wat mijn hart een beetje deed ontploffen van warmte. Natuurlijk mag ik niet vergeten dat Seb er ook op staat. En ik ben eerlijk als ik zeg dat hij ons groepje colmpleet maakt.
'Waar zullen we eens beginnen?' vraagt Seb dan en ik kijk eindelijk terug naar zijn heldere ogen.
'De Panos? Ik heb honger,' zeg ik en Seb glimlacht.
'Oké, die vanachter of ...'
'Die vanachter is goed. Dan kunnen we meteen naar de Inno gaan,' zeg ik.
'Dat is toch veel te duur,' zegt Seb.
'We gaan er ook niet om te winkelen, we gaan om er even te kijken. Misschien vind ik er wel parfum,' zeg ik schouderophalend.
'Veel te dure parfum,' mompelt hij.
'Niet alles is er duur,' zeg ik. Seb trekt theatraal zijn wenkbrauwen op.
'Gewoon kijken dus,' mompel ik dan. Seb knikt tevreden en we wandelen naar het eettentje. Daar eten we allebei ons broodje gezond op en daarna gaan we naar de Inno. Het is een winkel waar je alles hebt of zoals Seb het zou zeggen, alle dure dingen in één groot gebouw. We gaan er naar binnen en meteen komt de geur van verschillende soorten parfum me tegemoet. Het ruikt niet overheerlijk.
'Enkel de parfums,' zegt Seb en we wandelen naar die afdeling. We zien al een aantal verkoopsters naar ons staren om te zien of we geïnteresseerd zijn of zoadat we niks stelen.
'Kan ik jullie ergens mee helpen?' vraagt dan iemand waar ik bijna overeen had gekeken, en ik ben al niet bepaald groot.
'Nee, dank je, we zijn gewoon even aan het rondruiken,' zegt Seb met een glimlach en ik moet mijn lach inhouden om zijn domme, maar grappige woordgrap. De vrouw daarentegen laat haar glimlach, die al nep was, verstarren en wandelt van ons weg. Volgens mij weet ze gewoon dat we niks gaan stelen of kopen. Gelukkig jaagt ze ons niet weg.
Nadat ze buiten gehoorsafstand is, barsten we beide in lachen uit. Seb zakt zoals altijd een beetje door zijn knieën zodat hij even groot is als ik. Ik steun op zijn schouders om mezelf recht te houden en moet enkel nog harder lachen als Sebs lach mijn oren bereikt.
Maar dan voel ik dat er iets veranderd in de lucht en het lijkt alsof mijn lichaam oplaad. Meteen laat ik Seb los en vlak daarna komt er een kleine, bijna onzichtbare straal uit mijn vingers die tegen één van de doosjes parfum komt. Seb is gestopt met lachen en kijkt van mij naar het doosje en terug. Hij raapt de parfum op, maar dan horen we iemand achter ons.
'O, hallo, jullie ook hier?' zegt Britt zoet. Seb en ik draaien ons gelijk om en kijken een beetje betrapt. We weten allebei dat Cederik het binnen een uur gaat weten, dat we samen zijn gaan shoppen. Ik hoop ook dat ze ook niks gezien heeft van wat er gebeurd is.
'Ja,' zegt Seb, want als ik zou praten, worden we uit de winkel gezet. 'We komen even een kijkje nemen. We willen graag een cadeau voor Karina.'
Sinds dat ik bij hem woon en zijn moeder Karina noem, doet hij dat ook. Enkel als hij het tegen zijn ouders zelf heeft, zegt hij "mam en pap".
Ik weet niet hoe het komt, maar in veel opzichten hebben we gelijkenissen. Hij neemt dingen van mij over en ik neem dingen van hem over.
'O, hebben jullie al iets?' vraagt ze schijnheilig en ze geeft de nadruk met haar ogen op het doosje wat Seb in zijn handen vastheeft.
'Nee, deze ruikt niet zo lekker. We vinden ergens anders wel iets,' zegt Seb en hij zet het doosje terug in het rek.
'O, Lavella?' vraagt ze dan als we willen weglopen. Ik rol met mijn ogen en draai dan naar haar om.
Dat mens heeft de neiging om altijd iedereens naam voluit te zeggen.
'Ella is goed,' zeg ik met een kleine, niet gemeende glimlach, zoals de verkopster. Ze negeert me echter.
'Ga je deze avond ook naar het feestje?' vraagt ze. Ik kijk vlug naar Seb.
'Ja,' zeg ik dan. 'Hoezo?'
'O, gewoon, er komen veel leuke jongens,' zegt ze. Ik bijt aan de binnenkant van mijn wang. Cederik komt, dus er is al een leuke jongen.
'Juist,' zeg ik.
'Misschien maak je je move wel,' zegt ze en ze legt haar hand op mijn arm zoals vriendinnen zouden doen.
'Misschien,' zeg ik, maar tenzij Cederik me opeens ziet staan en ik plots de moed heb gekregen om haar weg te duwen, maar dat gaat beide niet gebeuren.
Soms denk ik dat ze weet dat ik Cederik leuk vind en dat ze alles doet om me te pesten. Maar dan zegt ze dit soort dingen en denk ik dat het niet kan. Want als zij het zou doorhebben, zou Cederik het ook weten en dan zou onze vriendschap kapot zijn.
En dat wil ik absoluut niet.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Derde hoofdstukje! Ik kon echt niet langer wachten haha.
Weet er iemand trouwens nog tags zodat dir boek meer gelezen zou kunnen worden?
Veel leesplezier lieve lezertjes

Elektrische LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu