Hoofdstuk 26: Zwart

28 4 2
                                    

Vrijdagavond is de filmavond verplaatst naar Cederiks thuis. Zijn ouders waren niet thuis en bij Seb en mij wouden Karina en Dimitrie het huis even voor zichzelf. Seppe is er ook bij. Hij zit samen met Seb in de zetel schuin tegenover de tv en houden elkaars handen vast. Cederik en ik zitten recht tegenover de tv met een bak popcorn tussen ons in.
'Goed, welke film is het deze week?' vraag ik. Seppe en Seb kijken elkaar aan en dan naar mij. Ik frons naar Cederik en hij haalt zijn schouders op.
'Misschien kunnen we Now you see me kijken. Dat is een goeie,' zegt Cederik dan.
'Die is echt goed,' zegt Seb.
'Heb je hem al gezien?' vraag ik.
'Ja, maar ik wil hem wel een tweede keer zien,' zegt Seb met een glimlach.
'Waarover gaat die?' vraag ik.
'Over vier mensen die een bank gaan overvallen, maar het zo doen zodat het op een goocheltruc lijkt. Echt heel chique gedaan,' zegt Cederik en hij leunt een beetje naar voor.
'O, zet maar op,' zeg ik en Cederik veert van de zetel en start de film.

Nadat de film is afgelopen en we allemaal nog een paar minuten naar het scherm hebben gestaard omdat het einde een totale opblazening was van onze hersenen, stelt Seb voor om Seppe naar huis te brengen. Ze willen waarschijnlijk nog even met hun tweetjes en dan kan ik ondertussen over de situatie tussen Cederik en Britt polsen.
'Tot maandag,' zeg ik tegen Seppe en ik geef hem een snelle knuffel. Hij glimlacht.
'En jij,' zeg ik tegen Seb. 'Niet vergeten me op te komen halen als je naar huis gaat.'
'Nee nee, Ella,' zegt hij en hij geeft me een kus op mijn voorhoof en trekt zijn jas aan. Ik houd Seb nog heel even tegen en ga op mijn tippen staan om aan zijn oor te komen.
'En deze keer zoenen we buiten de auto,' fluister ik lachend en ik voel Sebs gezicht opwarmen.
'Moet ik je nog komen ophalen?' vraagt hij.
'Ik zei het alleen maar en ja, liefst,' voeg ik eraan toe als antwoord op zijn vraag.
'Tot zo,' zegt hij en dan verdwijnt het stel naar buiten, in de koude nachtlucht.
'Wat vond je van de film?' vraagt Cederik dan en ik plof terug langs hem neer. Nu staat er een lege kom tussen ons in. De film was zelfs zo spannend dat ik constant een hampeltje popcorn pakte en in mijn mond stak. Zo was de kom al snel leeg.
'Hij was echt goed,' zeg ik.
'Er is ook een tweede van, maar die heb ik nog niet gezien,' zegt hij.
'Dan gaan we die volgende week kijken,' zeg ik. Cederik glimlacht.
'Dat is goed. Dan moeten we ook niet meer discussiëren,' zegt Cederik. Dan is het even stil. We weten allebei wat ik graag wil vragen, maar Cederik durft er niet zelf over te beginnen.
'Hoe gaat het nu met Britt?' vraag ik.
'Goed,' zegt Cederik. Ik frons.
'Goed?' vraag ik.
'Ja, we hebben het uitgepraat gisterenavond. Het bleek dat ze door die jongen dronken werd gevoerd,' zegt hij.
'Dus je gaat het niet uitmaken?'
'Dat kan ik niet over mijn hart krijgen,' zegt Cederik en hij staat recht. 'Wil je nog iets drinken?'
'Water is prima,' zeg ik en ik volg hem naar de keuken. 'Maar Cederik -
'Ik weet het, Ella, maar ik handel het wel af. We hebben niet meteen zitten flikflooien. We hebben besloten om een nieuwe start te maken,' zegt hij. Ik knik en leun tegen de muur van de keuken als hij me het glas geeft. Het is bijna elf uur en ik voel dat mijn energie bijna op is.
Dan valt het even stil tussen ons en gaat de gsm van Cederik af. Hij neemt zijn gsm en fronst als hij de naam ziet.
'Het is Seb,' zegt Cederik. 'Ik zal op speaker zetten.'
Hij doet wat hij gezegd heeft en dan horen we de lijn kraken.
'Hallo?' zegt Cederik en we horen een bonk gevolgd door een "auw".
'Seb, ben je daar?' vraagt Cederik en hij kijkt me bezorgd aan.
'Ja, ik ben er. En Seppe ook,' zegt Seb. Cederik en ik halen opgelucht adem, maar houden die al snel terug in als Seb begint te praten.
'Hebben jullie stroom?' vraagt hij.
'Ja,' antwoorden Cederik en ik tegelijk.
'Dat dacht ik al,' mompelt Seb. 'Wilt je eens naar buiten kijken of de buren stroom hebben? In deze straat ligt alles plat.'
'Hoe bedoel je?' vraag ik en ik neem de gsm van Cederik over als hij me die aanreikt en vervolgens naar het raam loopt.
'Ik bedoel dat de stroom plat ligt,' zegt Seb. Er bekruipt me aan angstig gevoel. Voor hoelang? Waar? Ook in de supermarkten? Of nachtwinkels? Ziekenhuizen?
Mijn hoofd begint te duizelen en zwarte vlekken verspreiden zich over mijn zicht.
'Waar ben je?' vraag ik.
'Bij Seppe's thuis,' zegt Seb.
'Werkt niks?'
'Nee, we hebben kaarsen moeten aansteken omdat we niks konden zien. Daarbij heb ik mijn teen tegen een stoel gestoten,' zegt Seb. Dat was waarschijnlijk de "auw" die Cederik en ik hadden gehoord.
'O,' zeg ik en Cederik komt terug de kamer binnen. 'Hebben de buren stroom?'
'Nee, niks. Ik ben op de straat gaan staan, maar niemand had stroom. Ik kwam de buurvrouw tegen gekomen en ze vroeg me hoe het kon dat ik wel stroom had en zij niet. Ze wou bij me komen koken,' zegt hij.
'Wat had je geantwoord?'
'Dat ik het niet wist,' zegt hij. 'En dat ik bezoek had en dus niet wou dat mijn buurvrouw wou koken. Wie kookt er nu om elf uur 's nachts? De meeste mensen zullen het morgen pas doorhebben.'
'Ja, nog een geluk dat het weekend is en de meeste mensen niet moeten werken,' zeg ik.
'Jullie zijn allebei dommer dan ik dacht,' komt Seb er lachend tussen.
'Hoezo?' vraagt Cederik en hij neemt zijn gsm weer van me over.
'Omdat jullie blind zijn. Hoe zou het komen dat alleen jouw huis nog stroom heeft?' vraagt Seb. Cederik en ik kijken elkaar aan. 'Omdat jullie een levende batterij daar hebben,' zegt hij. Nu lijkt het kwartje bij Cederik te vallen en hij kijkt me met grote ogen aan. Ik snap er nog steeds niets van.
'Ella,' zegt Cederik dan en mijn ogen worden ook groot.
Ík ben de batterij.
'Precies, als zij uit je huis gaat, neemt ze de stroom mee, naar ons huis,' zegt Seb.
'Maar wat als Ella's energie op is?' vraagt Cederik en Seb zucht.
'Als ze slaapt dan laad ze op, dus na een goede nachtrust zou ze in principe energie hebben voor de hele stad,' zegt Seb. 'Hoeveel energie ze heeft als ze net wakker is, niet normaal irritant.'
'Ik hoor je ook, eh,' zeg ik. Cederik glimlacht naar me. 'Moet ik dan niet gewoon een elektriciteitspaal opnieuw aan de gang krijgen. Dan heeft heel de stad terug stroom.'
'Nee!' roepen Seb en Cederik in koor. Ik val bijna van de muur af door de kracht in hun stemmen.
'Waarom niet?' vraag ik.
'Weet je hoeveel energie dat opslokt?' vraagt Seb en er klinkt gestommel aan de andere kant van de lijn.
Waar zou Seppe gebleven zijn?
'Je zegt net zelf -
'Dat was bij wijze van spreken,' onderbreekt Seb me. 'Je zou dood kunnen gaan.'
'Wat als het ziekenhuis geen stroom heeft. En al die supermarkten? Wat als de stroompanne tot volgende week duurt? Dan is dat eten slecht en verhongerd de hele stad,' zeg ik.
'Dan verhuist toch iedereen,' zegt Cederik.
'Hasselt is een belangrijke stad en het is niet dat we aan de rand wonen dat we niks moeten doen, eh,' zeg ik. 'Ik doe het wel gewoon. Misschien overleven we het wel.'
'Nee, ik kom je halen en dan gaan we naar huis. Als het maandag nog steeds donker is, dan mag je het proberen, maar we gaan je niet laten doodgaan. Tot zo,' zegt Seb en dan legt hij af. Ik kijk Cederik smekend aan.
'Nee, ik ga je niet helpen, als je dat soms dacht,' zegt hij.
'Kom op, Cederik. Ik ben mijn vader al verloren, wil je dat andere kinderen ook aandoen. Denk aan het ziekenhuis,' zeg ik.
'Nee, Ella. Je hebt Seb gehoord. Als hij gelijk heeft, kan het je dood zijn en ik wil geen getuige zijn van mijn beste vriendins dood,' zegt hij en hij zet een stap van me af terwijl hij naar zijn sokken kijkt.
'Cederik -
'Nee, stop, Ella. Ik doe het niet,' zegt hij.
Ik ga mijn doel nooit kunnen bereiken als iedereen denkt dat ik zelfmoord wil plegen.
Ik zucht en kijk Cederik glimlachend aan.
'Je hebt gelijk. Maar als het maandag nog van dit is, probeer ik het. Al is het in mijn eentje,' zeg ik en op dat moment horen we iemand op het raam kloppen.
Seb heeft zich duidelijk gehaast.
Cederik kijkt me doordringend aan voordat hij naar de deur loopt en hem opent. Seb verschijnt in de deuropening.
'Waar is Seppe?' vraag ik.
'Hij is veilig thuis. We hebben alle kaarsen uitgeblazen en toen is hij gaan slapen,' zegt Seb en hij kijkt naar me en vervolgens naar Cederik.
'Moeten we nog helpen met kaarsen of zo?' vraagt hij dan. Cederik schudt zijn hoofd.
'Wil je wel nog mijn gsm opladen zodat ik bereikbaar ben als er iets gebeurt?' vraagt Cederik en ik neem zijn gsm over.
Het is vreemd dat ik niks merk van de energie die ik in het huis steek, maar wel van een gsm die ik moet opladen. Meteen komen er zwarte vlekjes voor mijn ogen als ik de gsm van Cederik overpak. Seb vangt me op als ik over de drempel van het huis naar de voortuin dreig te vallen.
'Kom morgen maar naar hier. Ik weet zeker dat Karina en Dimitrie anders wantrouwen krijgen en mijn ouders zijn dit weekend toch weg,' zegt Cederik. Seb knikt.
'Dat is goed. Mag ik Seppe ook laten komen?' vraagt hij en zijn wangen worden rood nadat hij het gevraagd heeft.
'Ja, tuurlijk. Alleen moeten we het dan wel uitleggen,' zegt Cederik.
'Dat is voor mij geen probleem,' zeg ik.
'Oké, maar we gaan er vandoor. Ella moet opgeladen zijn voor morgen,' zegt Seb en dan gaan we naar de auto, stappen in en rijden de donkere straten tegemoet.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Gaat Ella toch iets doms doen of gaat ze luisteren naar haar beste vrienden.
Veel leesplezier lieve lezertjes

Elektrische LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu