P.O.V. SEBASTIAAN
Een schel geluid haalt me uit mijn slaap. Ik heb geen idee wat het is of waar het vandaan komt dus open ik mijn ogen om te zien of ik het kan plaatsen. Het klinkt dof en dan weet ik wat het is.
Ella's telefoon.
Ik sla de dekens van me af en kijk op de klok. Negen uur. Zou Ella nog slapen?
'Ella!' roep ik vanaf mijn kamer, wetend dat ze het hoort. 'Je telefoon!'
Geen reactie.
Het geluid begint opnieuw en ik sla mijn dekens terug over mijn lichaam inclusief mijn hoofd, heen.
Als het geluid nog eens begint, geef ik het op en loop mijn kamer uit.
'Ella, neem die -
Ik stop abrupt als ik Ella's kamer leeg aantref. Ze is er niet. Ik frons en loop naar haar nachtkastje waar haar gsm opligt. Het is Jonas, de jongen van de fuif, die haar belt. Ik weet nog dat Ella zei dat ze met hem ging lopen. Misschien is ze dat doen.
Maar waarom belt Jonas dan?
'Hallo, met Sebastiaan via Ella's telefoon,' zeg ik zodra ik opneem.
'Ah, hallo. Weet jij misschien waar Ella is? Ik sta al een half uur op haar te wachten, maar ze is er nog niet,' zegt Jonas en ik hoor wat mensen praten op de achtergond, waarschijnlijk mensen in het park
'Euhm ... Nee, ik dacht dat ze lopen was. Ik zal al eens kijken of ze beneden niet in slaap is gevallen,' zeg ik en ondertussen loop ik de trap af. Beneden is niemand te bekennen. Ik denk dat mijn ouders zelfs nog slapen.
'Jonas, toch? Ik zal even kijken of ze ergens anders zit want hier is ze niet. Daarna zal ik je terugbellen, oké?' zeg ik.
'Ja, is goed. Ik zal hier nog even wachten voor het geval ze wel nog komt,' zegt hij en dan leg ik af na een snelle "doei". Meteen zoek ik op Ella's gsm het nummer van Ced. Er bekruipt me al een angstig gevoel.
Wat als ze Ced en mij genegeerd heeft en toch iets met haar gave is gaan uitspoken?
Dat kan niet. Het is nog donker. Zelfs als ik naar buiten kijk, zijn er geen lichten achter de gordijnen te zien.
'Hey,' zegt Cederiks stem vrolijk.
'Hey, Ced, het is Seb. Is Ella per toeval bij jou?' vraag ik. Het is even stil.
'Nee, hoezo?' vraagt Ced op zijn hoede.
'Ze ging normaal gezien lopen met Jonas, een vriend van haar, maar hij had op haar gsm gebeld om te vragen waar ze bleef. Ik dacht dat ze misschien bij jou zat,' zeg ik.
'Hier zit ze niet. Je denkt toch niet ...' Hij laat de zin in de lucht hangen, maar ik weet wat hij bedoeld.
'Ik weet het niet. Met Ella weet je het nooit, misschien is ze gewoon in haar eentje aan het opwarmen en heeft ze haar gsm thuis laten liggen,' zeg ik.
'Ik kom eraan,' zegt Ced dan en hij legt af. Ondertussen loop ik terug naar boven om mijn kleren aan te trekken en daarna Jonas terug te bellen.
'Heb je iets gehoord?' vraagt Jonas meteen.
'Nee, misschien is ze al doorgelopen,' zeg ik.
'Dat kan niet. Ik was tien minuten op voorhand hier dus dan zou ik haar gezien hebben,' zegt hij. Ik trek een trui over mijn shirt aan in mijn kamer.
'Hoe lopen jullie meestal?' vraag ik om te weten te komen of ik één van de plaatsten ken en weet of Ella daar wel of niet zou zitten.
'Euhm ... Via het park richting de elektrischiteitspalen en dan -
'Wacht wat?' onderbreek ik Jonas.
'Via het park richting de elektrischiteitspalen en dan - De rest van de zin hoor ik niet meer. Ze is het echt gaan doen. We moeten haar gaan halen voordat het te laat is!
En alsof het een teken is, belt Ced op dat moment aan. Ik storm de trap af.
'Jonas. Ik weet waar Ella is. Ga maar naar huis. Ze zal je een bericht sturen,' zeg ik en ik doe de deur open en leg tegelijk af.
'Ik weet waar Ella is,' zeg ik en ik neem mijn schoenen, jas en de autosleutels uit de kast in de gang.
'Hoe bedoel je?' vraagt Ced.
'Ze is het gaan doen. Vlakbij het park staat een elektrischiteitspaal. Ik denk dat als we ons haasten we haar eraf kunnen halen. Voordat het te laat is,' zeg ik en ik trek de deur achter me dicht en haal de auto van het slot. Dan stap ik in.
'Wat als het al te laat is?' vraagt Ced. Hij stapt langs me in en hij kijkt me bang aan.
'Het is niet te laat,' zeg ik om mijn gedachten in bedwang te krijgen. Ik weet niet wat er zou gebeuren als we te laat zouden zijn.
Is ze dan dood?
Zijn we haar kwijt?
Nee, we moeten op tijd zijn.
Ik zie het licht binnen aangaan en dan weet ik zeker wat ze aan het doen is. Ced heeft het ook door en zijn gezicht wordt nog bezorgder.
Ik haal de auto van de handrem en scheur de baan op.Al snel komen we aan bij het park. Ced en ik stappen uit en we lopen langs de bomen door naar achteren waar het hek van de elektriciteitspalen begint. Ella is nergens te bekennen totdat Ced me aanstoot. Zijn gezicht is bleek en hij wijst naar boven. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en dan zie ik haar. Helemaal van boven aan de draden van zo een paal. Ze is al aan de klim naar beneden begonnen, maar mijn gezicht betrekt en ik trek Cederik mee naar het hek. Ik geef hem een voetje en klim dan zelf over het hek. We lopen naar de paal waar Ella ondertussen al halverwege is. Ze schuift een beetje en het gaat heel onhandig. Mijn hart hammert tegen mijn ribben en ik ga puur instinctief dichter bij Ced staan. Hij kan zijn ogen niet van Ella afhouden, bang dat ze gaat vallen.
Ella schuift opnieuw bijna van de ijzeren baren af en dan is het zo ver.
Ze laat los.
Ze valt.
'Lavella!' roept Ced en hij rent naar haar lichaam toe en vangt het wonder boven wonder op, maar valt daarbij wel zelf op de grond.
'Ella,' zeg ik zacht. Meer kan er niet over mijn lippen komen als ik dichter kom. Ze is bleek en Ced heeft rode ogen. Ik denk dat we beide tegen de tranen moeten vechten en we allebei dezelfde vraag denken.
Is ze dood?
'We moeten haar hier wegkrijgen, naar mijn auto. Dan gaan we naar het ziekenhuis,' zeg ik en ik help Ced recht. Hij is duidelijk door zijn knie gezakt toen hij Ella wou opvangen en mankt een beetje. Mijn handen trillen en ik probeer de poort met de sleutel aan de zijkant van het hek open te krijgen. Het lukt eerst niet doordat mijn handen maar blijven trillen en ik een wazig zicht krijg door de tranen die over de rand van mijn ogen dreigen te vallen. Ced zegt dat ik rustig moet blijven en dat we anders niet verder geraken, maar zijn woorden dringen niet tot me door.
Opeens slaag ik er wel in en rennen Ced en ik zo snel als het kan naar mijn auto. Ik help Ced met Ella op de achterbank te leggen met haar hoofd in Ceds schoot. We zijn allebei op het randje van huilen.
'Seb?' vraagt Ced als ik achter het stuur kruip.
'Ja?'
'Wat als ... Wat als ze het, ik bedoel,' hakkelt Ced en ik heb hem nog nooit zó gezien. Als ik in de achteruitkijkspiegel kijk, zie ik dat er een paar tranen over zijn wangen stromen en ik kan het ook niet langer droog houden.
'Dat doet ze niet. Daar kennen we haar te goed voor,' zeg ik, maar ik heb geen idee of het wel de waarheid is.~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Arme Seb en Cederik ...
Laat een reactie achter met wat je ervan vind.
Veel leesplezier lieve lezertjes.

JE LEEST
Elektrische Liefde
RomantikLavella, of Ella, is een doodnormaal zeventienjarig meisje. Ze is verliefd, helaas op haar beste vriend die iemand op het oog heeft, en heeft goede punten, alleen haar familie ontbreekt een beetje. Maar dat wordt goed gemaakt als ze bij haar gay- be...