Hoofdstuk 29: Weken

17 2 2
                                    

Drie weken.
Zolang is het al geleden dat Ella haar energie aan de stad heeft gegeven. Ze is nog meer afgevallen, maar gelukkig zijn de blauwe plekken bijna verdwenen. Haar gekneusde enkel is ook zo goed als genezen. Enkel een paar van haar ribben zijn nog gebroken. De dokter zei vandaag dat de kans groot is dat ze wakker gaat worden. Je had Ceds gezicht moeten zien. Hij kon weer glimlachen.
Voor even toch.
Nu zit hij weer rechts van Ella. Hij verteld allemaal onzin tegen haar in de hoop dat ze het kan horen of erdoor wakker wordt.
De laatste tijd doet hij dat vaker, maar ik weet bijna zeker dat ze hem niet kan horen.
Ondertussen gaat het wel wat beter met Ced. Hij praat meer met mij, Seppe, zijn ouders en hij heeft zelfs een paar nieuwe mensen leren kennen op school waar hij mee kan praten. Maar daar doet hij het niet zo vaak.
Bij mijn thuis is het wel stiller. Veel stiller. De energie van Ella ontbreekt en ik ben al een paar keer in haar bed blijven slapen. Één keer was het met Ced. We waren wenend in slaap gevallen. Daarna is Ced niet meer in Ella's kamer gekomen wat wel begrijpelijk is. Hij komt ook niet meer zo heel vaak bij mijn thuis. Het lijkt wel alsof hij dat expres doet, wat misschien zo is.
Door geklop op de deur word ik uit mijn gedachte gehaald. Ced stopt ook met praten en we kijken allebei naar de deur, bang dat het de dokter is die slecht nieuws komt brengen, maar het is een jongen. Hij komt me vaag bekend voor en dan herken ik hem.
'Jonas?' vraag ik. Hij knikt en zet een stap verder de kamer in. Pas nu valt het me op dat hij een boeketje bloemen meeheeft met een kaartje aan. Ced kijkt van mij naar Jonas en terug. Zijn ogen worden iets donkerder.
'Jij moet Sebastiaan zijn,' zegt hij tegen mij en dan kijkt hij naar Ced. 'En jij Cederik.'
'Ja,' zeggen Ced en ik tegelijk.
'Ik ben Jonas,' zegt hij en hij komt nog wat dichterbij. 'Ik had het al eerder gehoord over Ella, maar ik wist niet of ik het zou kunnen.'
'Wat zou kunnen?' vraagt Ced en er klinkt iets vijandigs door in zijn stem.
'Ella zo zien. Ik bedoel, jullie hebben er ook aan moeten wennen,' zegt hij. Ik knik. Jonas komt dichterbij en legt het boeket bloemen op het tafeltje langs mij.
'Sterkte,' zegt hij tegen ons en dan kijkt hij pas echt naar Ella. Zijn ogen gaan van zenuwachtig naar triest en hij gaat aan het voeteind staan.
'Ze ziet ongelooflijk bleek,' mompelt hij en hij kijkt naar mij. Ik knik.
'Ze is ook veel afgevallen doordat ze enkel kan eten via dat slangetje,' zeg ik en knik naar een geelachtig spul in een zakje.
'Wat is er eigenlijk gebeurt?' vraagt hij.
Er vragen veel mensen wat er zich echt heeft afgespeeld en waar we Ella hebben gevonden. Enkel Seppe weet de waarheid doordat Ced en ik het hem verteld hebben vlak nadat het gebeurd is. Ik was overstuur en als mijn vriendje mocht hij wel weten wat er aan de hand was. Ced stond achter mijn beslissing. Tegen mijn ouders hebben we gezegd dat Ella het zal vertellen als ze ontwaakt. Daar hadden ze blijkbaar genoeg mee. Alleen zijn ze nu wel veel bezorgder over mij. Ze willen weten waar ik naar toe ga, met wie, hoelang ik wegblijf, of ik mee-eet, of ik daar eet, of ik daar blijf slapen, ... en zo gaat het maar door. Ik snap het wel, want Ella was een soort dochter voor hun.
'We hadden haar gevonden dicht bij het park. Ze was al bewusteloos,' ratelt Ced ons verhaaltje af.
'Had ze drugs gebruikt of zo?' vraagt Jonas. Ik kijk hem beledigd aan. Zo iemand is Ella niet. Al zou ik het echte verhaal niet kennen, zou ik dát nooit denken.
'Nee,' zeg ik.
'Niemand weet wat er gebeurd is,' liegt Ced en hij kijkt vlug naar me.
'O,' zegt Jonas. 'Dat is stom. Misschien is er wel iets ergs gebeurt. Overval of zo.'
'Nee, dat hebben de dokters al nagekeken,' zeg ik. Dat is geen leugen. Toen ze hier binnenkwam hebben de dokters meteen op sporen van van alles en nog wat gezocht, maar niks gevonden. Natuurlijk wisten Ced en ik het al, maar we moesten ons toneeltje voorhouden. We hadden het in de auto besproken en we waten het erover eens dat dat het veiligste was voor Ella.
'Goed,' zegt Jonas. 'Ik ga maar eens. Mijn moeder wacht beneden. Aan het kaartje hang mijn nummer. Willen jullie bellen als ze wakker is? Dan kom ik even een kijkje nemen.'
Ced en ik knikken.
'Tot de volgende keer,' zegt Jonas en dan is hij de deur uit.
'Ik was hem vergeten,' zegt Ced als Jonas de deur heeft dichtgedaan.
'Ik ook een beetje. Ken je hem?'
'Ik heb hem gezien toen Ella en ik eens een ijsje gingen eten,' zegt hij.
'O, ja daar werkt hij. Ze hadden eens dinsdag afgesproken. Toen had ik hem even gezien samen met Seppe,' zeg ik en Ced fronst.
'Ze gingen ook samen joggen,' zeg ik.
'Joggen? Ik wist niet dat Ella ging joggen,' zegt hij en hij kijkt terug naar Ella.
'Ze deed het pas vanaf dinsdag. Ze liepen samen naar het park via de elektrischiteitspalen en dan terug, denk ik. Bij dat laatste kapte ik hem steeds af,' zeg ik.
'Elektrischiteitspalen?' vraagt Ced. 'Wist ze zo hoe ze daar moest komen?'
'Ze was er anders toch achter gekomen,' zeg ik en leun een beetje naar achteren. Het is even stil.
'Ik mag die jongen niet,' zegt Ced en ik frons, maar haal dan mijn schouders op.
'Waarom niet?'
'Ik weet het niet, maar hij heeft iets wat me niet aanstaat,' zegt hij.
'Wat? Leuker haar? Is hij groter? Gaat je ego erdoor stuk?' vraag ik lachend. Ced trekt een mondhoek op.
'Pas maar op, Sebastiaan, straks zit er een deuk in jouw ego, niet dat je er iets van merkt,' zegt hij sluw.
'Hoe bedoel je?' vraag ik spottend en lach.
'Je ego is zo groot dat je er niets van merkt als er een deukje in zit. Je hebt er genoeg van,' zegt hij. Ik sta op en ga lachend op zijn schoot zitten.
'Hey! Ga eens van me af. Al dat gewicht van je ego erbij doet pijn op mijn benen,' zegt Cederik lachend en het voelt goed om hem nog eens te zien lachen. En dan bedoel ik echt lachen.
Voor even toch.
'Wat? Dit is toch leuk?' vraag ik. Ced rolt met zijn ogen en probeert me weg te duwen.
'Ga naar Seppe. Die vind het leuker dat jij op zijn schoot zit. Of andersom,' zegt hij. Mijn wangen worden rood en ik ga van hem af. We lachen nog wat na totdat we op hetzelfde moment naar Ella kijken.
'Ella zou het ook grappig vinden,' zegt Ced.
'Ja, ze zou voor ons beide kunnen lachen,' zeg ik.
'Ze lachte altijd.'

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Tussen alle drukte door heb ik een plaatsje gevonden om te updaten.
Vraag: wat is jullie lievelingskleur?
Veel leesplezier lieve lezertjes!

Elektrische LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu