-H57-

2.1K 42 4
                                    

P.O.V. Louis Tomlinson

Zodra we een restaurant in Utrecht binnenlopen, worden we doorverwezen naar een tafel bij het raam met uitzicht op een gracht. Het is raar hoe we drie maanden geleden over alles en nog wat praatten, alsof we elkaar al jaren kenden en nu hier zitten als twee nieuwelingen. Een eerste afspraak. Althans, het is niet dat Harry nu echt als een nieuweling voor me voelt. Dat zal hij nooit zijn. Hij zal altijd de jongen zijn aan wie ik voor het eerst mijn hart heb gegeven. Aan wie ik voor het eerst 'Ik houd van jou' heb gezegd. Wie ik het eerst gezoend heb. De jongen wie me heeft laten realiseren dat ik op jongens val. De jongen wie me heeft laten zien hoe mooi het leven is met hem. Hoe nooit iets saai kan zijn. Zo gaat de zin rond: je kan geen vrienden zijn met exen. Persoonlijk denk ik dat deze zin onzin is. Ik kan nu gewoon prima vrienden zijn met Harry. "Waar denk je aan?" Praat Harry me uit mijn gedachtes. "Wat?" "Je been trilt weer zo. Dan denk je altijd ergens aan." Een kleine glimlach rolt over mijn lippen. De kleine dingen die Harry opvallen. De dingen die hij nog van me weet na drie maanden. "Je bloost,' zegt Harry met een glimlach, waardoor de kuiltjes in zijn wangen zichtbaar worden. "Echt niet." "Jawel." "Oh." "Het is schattig." En nu weet ik zeker dat ik bloos. Bevriend zijn met je ex is lastiger dan ik dacht. Of is het normaal om te blozen door complimenten van vrienden?

Hoewel in het begin het lastig was om echt een gesprek te starten met Harry, aangezien we elkaar voor twee maanden niet hebben gesproken, ging uiteindelijk de bepaalde sfeer weg. Beiden maakten we ons niet meer druk om wat we waren. Om wat we precies moesten zeggen zonder elkaar pijn te doen. Dat we geen slechte opmerking maken om elkaar de verkeerde bedoeling te geven. We kwamen compleet uit die sfeer en praatten weer met elkaar alsof we de drie helse maanden niet hebben meegemaakt. We hebben het eigenlijk vrijwel niet over deze maanden gehad en gewoon gepraat. Gezellig en gelukkig dat we weer elkaar hebben in ons leven. De gesprekken gingen van praten over films tot praten over het leven. Van de meest vermakende naar de diepe gesprekken. Net zoals eerst. Dit al heeft ervoor gezorgd dat we hier al een tijdje zitten. Hoe lang precies weten we niet, want we genieten gewoon van elkaar om ons heen. Een redelijk lange vrouw komt onze kant oplopen. Harry en ik kappen ons gesprek af, zodat we de vrouw ruimte geven om te praten. "Het restaurant gaat sluiten, dus we willen jullie graag vragen om af te ronden." Zodra de vrouw weer weg is, kijk ik verbaasd om me heen. Het is stil in het restaurant. Sommige mensen van het restaurant zelf zijn alvast alle tafeltjes aan het schoonmaken en alles netjes aan het maken. "Dat ging snel,' haalt Harry de woorden uit mijn mond. Ik kijk naar de grote klok in het restaurant en zie dat deze twaalf uur aangeeft. "Shit, ik zou mijn zusjes gaan voorlezen,' zeg ik gestresst, terwijl ik snel de spullen op de tafel netjes leg om op te schieten. "Ze zouden het vast niet erg vinden als je ze morgen gaat voorlezen,' zegt Harry met een glimlach, terwijl hij zijn portemonnee alvast pakt. "Maar ik had het beloofd,' zeg ik, meer tegen mezelf dan tegen Harry. "Denk je dat als je nu opschiet dat ze misschien nog wakker zijn?" "Nee, ze slapen altijd rond 9 of 10 uur,' zeg ik, terwijl ik stop om op te schieten, aangezien het dus toch geen zin heeft. "Zal ik meelopen naar je huis?" Vraagt Harry. "We komen letterlijk langs je hotel." "Als je wil dat ik meeloop, loop ik mee." "Het hoeft niet, dankje Haz. Weet je zeker dat ik niet mee hoef te betalen?" Vraag ik. Hij knikt. "Ik nam jou mee uit eten, niet andersom,' knipoogt hij. "Mag ik jou dan morgen mee uit eten nemen?" Vraag ik. Harry kijkt me twijfelend aan. Ik weet dat hij het niet fijn vindt als ik betaal. "Geen antwoord? Ik kom je morgen om twee uur halen. Dan gaan we de stad in en daarna neem ik je mee uit eten." Er komt een glimlach op Harry's gezicht en hij knikt. 

Zodra we het restaurant uitstappen, verwelkomt de gure wind ons. Het is tenslotte al midden november en de winter begint er al aan te komen. "Dankje Harry, voor vanavond. Ik vond het gezellig,' zeg ik, omdat ik weet dat we al dicht bij het hotel zijn. "Ik ook. Ik heb zin in morgen,' krijg ik terug als antwoord. Het is koud buiten en ik berg mijn handen diep in mijn zakken. Vroeger was het altijd zo vanzelfsprekend dat als we naar buiten liepen, we elkaars hand pakten. Zo voorkwamen we beiden de kou en hadden we elkaars warmte om te delen. Nu moet ik het slechts doen met de zakken in mijn broek. We lopen in stilte. Comfortabele stilte. Het enige wat te horen is, zijn de rustige geluiden van Utrecht en onze ademhaling.

"Weet je zeker dat ik niet mee hoef te lopen?" Vraagt Harry als we voor zijn hotel zijn aangekomen. Ik knik met een glimlach. "Ik zie je morgen,' zeg ik. Harry knikt en geeft een glimlach terug. "Tot morgen."

Zodra ik thuis aankom, loop ik direct door naar boven. Het is donker in het huis en muisstil, wat waarschijnlijk betekent dat iedereen al slaapt. Ik loop in plaats van één trap, twee trappen omhoog, waardoor ik op de tweede verdieping aankom. Ik loop stil de donkere kamer in van mijn zusjes. Ik loop naar hun bed toe en zie ze vredig met hun ogen gesloten slapen. Ik glimlach en druk voorzichtig een kus op het hoofd van Phoebe en Daisy. "Ik lees jullie morgen voor,' fluister ik, voordat ik naar mijn eigen kamer loop.

_____________________________

Sweet Creature (l.s.)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu