22. De gedachtestem

12 2 0
                                    

Het was al na drieën en ik was nog steeds klaar wakker. Ik moet bekennen dat ik niet eens probeerde te slapen. Ik bleef beelden naar Rayan sturen, van mijn ouderlijk huis en mijn school in Bokas. Ik stelde me de kleine klas voor met maar vijftien personen en mijn juf die ons over de geschiedenis vertelde. Ik wilde dat Rayan iets terugstuurde, maakt niet uit wat.

Tussen ons gekibbel door waren we gewoon aardig tegen elkaar. Zelfs op de gangen glimlachte we naar elkaar. Ik merkte dat Maarten en Laura ook aardiger over hem sproken, als we al over hem sproken. Vita was even chagrijnig als altijd als hij ter sprake kwam, niet dat ik het haar kwalijk kan nemen. Ik denk dat ik Rayan wel als een vriend kan zien, zelfs met ruzies erbij. Eigenlijk vind ik onze ruzies wel leuk, ergens weet ik dat ik het niet met heel mijn hart meen. Een groot deel, maar niet alles.

Ja, we zijn vrienden, stel ik vast. Misschien moet ik hem een keer vragen af te spreken buiten de terreinplicht en mijn verplichte trainingen om.

Een knalrode auto stond geparkeerd voor een klein appartement in de stad. Ik hoorde de het geruis van Denter overal om me heen. Het rook er muffig, maar vertrouwd. Ik stapte voorzichtig naar voren.

Ik kwam weer terug uit de visioen en slaakte een kreet van triomf. Het was gelukt! Hij had me een beeld gestuurd. Vanaf een enorme afstand door muren en weet ik het wat heen!
Wacht eens even, dit was meer dan zomaar een beeld, dit was een herinnering. Ik had emoties gezien. Dat was niet eerder gelukt. Ik probeerde me te bedenken welke herinnering ik zou terug sturen. Een sterkere emotie werkt beter.

Ik concentreerde me, ik had ooit een wedstrijd sprint gewonnen. Ik kon me het nog precies herinneren. Het was als de dag van gisteren, ik had me zo blij en trots gevoeld. Ik besloot dat dit een herinnering was die ik wilde sturen. Ik concentreerde me op mijn emoties en opende de brug naar Rayan. En klinkt heel gek, maar ik voelde dat zijn geest open stond.

'Veertien seconde? Zo snel was je nou ook weer niet.'

Ik ademde zwaar, dat kon niet waar zijn. Had hij dat bewust gedaan? Ik zijn stem luid en duidelijk in mijn gedachtes horen. Ik keek mijn kamer rond alsof hij hier was. "Veertien seconde? Zo snel was je nou ook weer niet." Ik herhaalde de zin keer op keer. Ik was nog jong! Dacht ik protesterend. Tsss, die gedachte was honderd procent van Rayan geweest.

Vermoeidheid overvalt me en ik val in slaap, alleen maar om de volgende ochtend te laat wakker te worden. Het was al half negen geweest, shoot! Ik ben nog steeds een beetje moe van gisteravond, misschien had ik ietsjes eerder dan vier uur moeten slapen. Maar als ik Rayan weer hoor glimlach ik, het was de moeite waard.

VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu