14. Vlammen

15 2 2
                                    

Iets minder dan een jaar geleden gebeurde het. En elke dag als ik Rayan zie wordt ik eraan herrinert.

--

Het was regenachtig buiten met grijze wolken en soms een bui. Ik luisterde naar de leraar die ons uitleg gaf over wiskundige formules. Iets wat ik altijd al lastig heb gevonden, dus wilde ik graag opletten. Ik was druk bezig met aantekeningen maken totdat we een harde knal hoorde gevolgd door een schelle hoge gil. Ik verstijfde. Het was een déjà vu. Ik woonde in het bos en de knal kwam van rotjes die in ons schuurtje waren gegooid. De gil was van mijn moeder toen die de schuur in vlammen op zag gaan. Ik sprong op en rende het lokaal uit, de leraar negerend die me toe schreeuwde dat ik onmiddellijk terug moest komen.

Toen ik de trap op rende rook ik vuur. Mijn hart klopte in mijn keel. Naast me hoorde ik gehijg. 'Het is niet verstandig de held uit te hangen...' zei James tussen zijn snelle ademhalingen door. 'Niet alleen ten minste.' We holden naar boven en zagen dat de deur van een lokaal was opgeblazen. De muur ernaast was verbrijzeld en een zee van vlammen voedde zich met de houten isolatie van de muren. We kuchten toen de rook onze neusgaten binnen waren gedrongen.

'Hé!' Schreeuwde ik, maar James had haar al gezien. Vita zat aan de andere kant van het vuur. Ze kon geen kant op. De vlammen leken steeds hoger te worden. Op dit moment kwamen ze ongeveer tot mijn borst. Ik kreeg bijna een paniekaanvallen, maar James hield zijn hoofd erbij. 'Je moet springen!' Riep hij, zijn ogen groot van wanhoop. 'Springen Vita!' Viel ik bij. 'ALSJEBLIEFT!' brulde ik, om boven het knetterende lawaai van het vuur uit te komen. Ik hoorde haar kuchen en werd zelf ook een beetje licht in mijn hoofd.

'Ik ga hulp halen!' Hoorde ik James schreeuwen voordat hij met hulpkreten de trap afdenderde. 'Je moet over het vuur heen springen! Anders zullen ze levend verbranden!' In mijn hoofd zag ik Vita al worden ingesloten door de vlammen, maar ik duwde het beeld snel weg. Ik liep zo ver mogelijk naar voren en voelde de snikhete hitte tegen mijn huid. 'PAK MIJN HAND!' Schreeuwde ik, terwijl het zweet over mijn voorhoofd liep.

Ik zag Vita aarzelen toen ze niet dichtbij genoeg kon komen. 'Pak een stoel!' Gilde ik, terwijl ik steeds moeilijker kon ademen door de rook en de warmte. Ik hoorde geschraap en zag dat Vita de stoel zowat in het vuur had geduwd. Ze klom erop en boog voorover. 'SPRING!' schreeuwde ik, toen ik haar hand in de mijne voelde. Het was een opluchting om haar vast te hebben, maar Vita's ogen stonden doodsangst uit. 'DRIE... TWEE... ÉÉN... NU!' riep ik en op nu sprong ze.

Ze zette zich af van de stoel, maar die begaf het, waardoor ze tijdens haar duikeling met haar schenen in het vuur belanden. Ze gilde het uit toen ze languit boven op mij was geland. Ik deed zo snel mogelijk mijn vest uit en sloeg het vuur van haar benen. Toen ik opkeek zag een drie schimmen die naar de trap rende. De achterste maakte een fout door zich om te draaien en zijn gezicht kenbaar te maken. Het was Rayen, Vita zag het ook, want haar ogen werden groot van afschuw, terwijl ze nog huilend op de grond lag.

Nadat James terug was gekomen met docenten, de verpleegster en heel veel emmers water, werden ik en Vita naar de ziekenboog gebracht. Mijn longen hadden zich gevult met rook, maar verder was er niks ernstig aan de hand met mij. Vita daarintegen had enorme brandwonden op haar schenen en ze had haar ellebogen aan de vloer geschaafd. Door haar nachtmerries werd ze gillend wakker en ze had er een trauma aan vuur van over gehouden.

Rayan daarentegen ontkende dat hij er was geweest onder luide protesten van mij, Vita en de rest van onze squad. Hij kreeg niet eens een taakstraf. Dat was het moment waarna ik hem elke dag meer en meer begon te haten.

VerbondenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu