terugkeer

6 0 0
                                    

Het is woensdag en Hannah heeft de dag gestart met enkele pijnstillers. Eén werkt namelijk niet en het idee dat ze vanmiddag de auto weer in moet stappen wekt draaiingen in haar maag op, maar het is moeten van haar zelf, want officieel zou Hannah morgen pas weer beginnen. Echter weet ze dat haar collega's op haar hadden kunnen rekenen als ze haar kennen, dat ze eerder zou terugkeren.

Voor ze de auto in zal stappen verzorgt ze de paarden en stapt ze met Mistral zonder zadel door het weiland om haar merrie beweging te geven. Echter mag Hannah zich nog niet te veel inspannen i.v.m. haar nek die nog licht gekneusd is. De nekbrace die ze 8 uur per dag om moet heeft Hannah in een hoek gesmeten en werd sindsdien niet meer aangeraakt, ''Rotding'' had ze destijds gezegd. Zo'n nekbrace zit zo strak om je nek heen, alsof iemand zijn handen om je nek heen heeft gevouwen en zijn vingers dichter bij elkaar brengt. Haar gezicht lijkt dan ook nog eens opgeblazen en ze krijgt het er nog kouder van dan ze al heeft. Zonder nekbrace stroomt er tenminste nog bloed door al haar aders en spant ze zich ook niet aan waardoor de spierpijn en stijfheid minder is.

De klok tikt 14:00 aan. Hannah heeft haar avondeten en tussendoortje al in haar rugzak gestopt inclusief een fles water. Hannah geeft haar paard nog een laatste kus op haar zachte snuit waarna ze de auto instapt. Terwijl ze zich in de stoel laat zakken voelt ze haar hartslag omhoog stijgen en staart voor zich uit zodra ze een goede houding in de stoel heeft aangenomen. Een diepe zucht verlaat Hanna's mond en ze is allang blij dat haar team avonddienst heeft, waardoor ze niet, zoals laatst, s' ochtends de hort op moet. Het heeft een aantal minuten geduurd, voordat Hannah de auto had gestart. Een traan had over haar wang gerold die ze snel wegveegde met haar mouw van haar sweater. Ze heeft haar neus daarna opgetrokken en een brok in haar keel weggeslikt wat moeite kostte waarna ze het erf verliet. Terwijl ze onderweg is komt ze op dezelfde weg als het ongeluk uit. Er lijkt niets vervelends in haar op te komen, tot ze langs de exacte locatie reed van het telefoontje. Het lijkt wel of Hannah dat ene grassprietje herkent uit het hele weiland wat zich omringt heeft om de lange recht doorgaande weg, waar ze overheen moet om bij de snelweg te komen. Hannah probeert geen moment aan het telefoongesprek te denken, maar haar geheugen heeft haar niet in de steek gelaten, ondanks de hersenschudding. Als Hannah bij het bureau aankomt, lijkt dit de eerste autorit in tijden geweest te zijn, waarvoor ze zich zo heeft moeten inspannen. Voor het eerst in de Leave rijden was een opgave, logisch ook als je mentor paar keer heeft voorgedaan hoe hard dat voertuig zowel vooruit als achteruit kan, maar dit half uurtje leek een uur te duren. Hannah is blij dat ze er is en voelt een last van haar schouders vallen zodra ze uitstapt. De autorit is voorbij, maar wat zullen haar collega's nu wel niet zeggen. 'Wat doe jij hier?' of 'was het wel verstandig om de auto in te stappen? ' Hannah lijkt deze gedachtegang snel van zich af te kunnen schudden en loopt met enige goede moed richting de werf. Ze heeft al een aantal auto's van haar collega's gespot, dus ze weet wie ze kan verwachten. Voordat Hannah de drempel betreed van de ingang van het bureau, beseft ze, dat ze misschien wel de hele dag binnen moet blijven en niet de straat op mag. 'Oke, boeiend, zo erg kan het niet zijn', denkt ze en loopt verder. Ze neemt de trap omhoog en komt in de buurt van de kantoortuin. Het is bijna 15:00, tijd voor de briefing, maar ze hoort nog vele collega's praten in de kantoortuin, in plaats van in de kantine, waar de briefing altijd gehouden wordt. Ze hoort Jazzley op de achtergrond lachen en zal wel met Soeff aan de praat zijn, denkt ze. Ze haalt nog een keer diep adem, waarna ze een stap in de richting van de kantoortuin zet.

Hannah valt in het licht binnen van de ruimte. Jazzley keek een seconde verbaasd waarna hij zijn bureaustoel gelijk naar voren rolt. ''Heej Hannah, wat doe jij hier? Hadden wij niet iets afgesproken?'' Vraagt Jazzley wetend, dat ze morgen pas had hoeven komen. ''Hannah, je bent veelte vroeg! Hoe voel je je?'' Vraagt Soeff luid. Hannah zet haar lippen op elkaar waarna ze klein glimlacht. ''Ik kon het niet laten'' Bekent ze dan ook. Jazzley houdt zijn hand omhoog en zwaait hem naar rechts van zich af. ''Oké, geen punt, maar als eerst, hoe voel je je?'' vraagt Jazzley dit zich af net als Soeff, die Hannah sinds het ongeluk niet meer heeft gezien. Soeff draait een bureaustoel haar kant op. Hannah neemt plaats en knikt dankbaar. ''Ik voel me goed. Wel ben ik met de auto naar hier gekomen wat even een drempel was'' Een bezorgde blik overvalt de contouren van Jazzley's gezicht. Soeff luistert met een serieuze blik mee. ''Wacht even, je bent alleen met de auto naar hier gekomen?'' Vraagt Jazzley dan ook. Hannah knikt. ''Je had naar het bureau kunnen bellen hé'' Merkt Soeff op. ''Weet ik wel, maar ik wil niet, zoals nu, mijn collega's bezorgd maken'' Dit begrijpen Soeff en Jazzley beide, maar dan nog vonden ze dat ze had kunnen bellen. Desondanks weten ze dat Hannah graag onafhankelijk is en tegelijkertijd het fijn vind om mensen om zich heen te hebben. Als Soeff naar de briefingsruimte moet, zijn Jazzley en Hannah nog even blijven zitten. Collega's die Hannah voorbij liepen, hebben nog een bemoedigend woordje naar haar toegesproken. 'Wat goed dat je er weer bent' , hadden ze gezegd. Hannah wendt zich tot Jazzley en hij kijkt haar aan. ''Ik ben blij dat je er weer bent, maar ik wil je nog niet te snel op straat hebben oke? Safety first'' Merkt Jazzley op. Hannah knikt. ''Ik had al zo'n vermoeden'' Stemt Hannah in. ''Eej, je kan beter nu rustig aan opstarten, dan kan je straks wanneer je er aan toe bent weer hard aan de bak, ze hebben je nodig'' Knipoogt Jazzley. Hannah glimlacht. ''Ze of we?'' Past Hannah de woorden van Jazzley aan. ''Je hebt gelijk,'' beaamt Jazzley, ''we, hebben je nodig'' lacht hij dan ook. ''Ik zei het je'' Krullen de mondhoeken van Hannah omhoog waarna ze beide naar de briefingsruimte lopen.

Dream big, work hard and surround yourself with good peopleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu