rogue maid

{} 14 {}

'Bella' zegt Leo.

'Hij deed mijn vriend pijn' grom ik.

'Isabella' zegt Ian dreigend.

Mijn wolf schrikt en laat de man los. Ik kijk bang om me heen. 'Bella' zegt Ian, 'dat deed ik. Morris is hier niet.'

'Heet hij zo' vraagt Leo, 'Morris?'

Ik kijk Ian aan. 'Je weet dat ik het haat als iemand mijn hele naam gebruikt.'

Leo helpt de man omhoog. Ik kijk de man aan. 'Het spijt me zeer' zeg ik.

'Geeft niet Luna. De Bèta zei dat u beschermend was bij uw vriend.'

'Hoe' wil ik aan Leo vragen maar ik stop midden in mijn zin, 'mindlink zeker?'

Leo knikt. Ik kijk Ian aan. 'Jij moet terug naar Morris.

'Wat?! Zonder jou?! Ben jij gek! Nee! Dan doet hij mij wat!'

'Hij doet alleen mij iets.'

'Bella, ik laat jouw niet achter in een roedel waar jij de mate van de Alpha bent.'

'Ja maar...'

'Niks ja maar. Ik laat geen mensen achter!'

Ik zucht, 'koppig.'

'Net als jij.'

'Ik weet.'

'Bella' zegt Leo 'heet hij Morris?'

'Nee, dat is Ian.'

'Ik bedoel je meester.'

'Ja. Zijn naam is Morris.'

'Uit welke roedel komt hij?'

Ian en ik halen onze schouders op, 'geen idee.'

'Mmh.'

Ik kijk Ian aan. 'Welk dossier moesten we nou stelen?'

'Over een roedel.'

'Welke dan?'

'Yellow moon.'

'Kan hij alweer lopen' vraagt Leo aan Arthur.

'Als het goed is wel.'

Ian staat op. 'Gaat goed' zegt Ian.

'Mooi' zegt Leo, 'kom we gaan even naar de werkkamer.'

We lopen achter hem aan naar de werkkamer. Hij opent een lade en begint te zoeken. 'Hier' zegt hij, 'yellow moon.'

Hij legt het dikke dossier op het bureau. Hij opent het. 'Morris heet hij, toch?'

Ian en ik komen bij hem staan. 'Ja' zeg ik.

Hij bladerd wat door het dossier heen. Na een tijdje stopt hij. 'Morris Nicolaas Wolter. Geboren 1969. Zoon van Bèta Louis Wolter en Anna Maria Wolter- De Wit. Geen broers of zussen. Zijn roedel is aangevallen in 1985.'

'Nemen jullie al deze dingen mee' vraag ik.

Hij knikt. 'Dus dan hebben jullie ook een dossier over mij?'

'Ja. En Ian uit welke roedel kwam jij?'

'Geen idee.'

'Ian is ten vondeling gelegd in het bos.'

Ian zucht bijna onhoorbaar. Ik leg een hand op zijn schouder en knijp er zacht in. Hij heeft het moeilijk met het idee dat hij zijn ouders niet kent. Hij wil weten waarom ze hem ten vondeling legden! Die vraag blijft altijd door zijn hoofd spoken weet ik. 'Dus wat wil je nu dat ik doe' vraagt Leo.

'Je moet me laten zien dat deze roedel geen roedel meer is die zomaar een roedel aanvalt zonder reden en die helemaal uitmoord.'

'Goed. Laten we dan maar door het dorp gaan lopen.'

We lopen door het dorp samen met hem. Overal lopen roedelleden. Ik merk dat ze onrustig zijn. 'Waarom zijn ze onrustig' vraag ik aan Leo.

'Ze merken dat de Alpha er niet is.'

'Hoe?'

'Aal loopt iedere ochtend een rondje langs de grenzen. Iedereen weet dat en niemand heeft hem nog gezien.'

'En dus is hij maar meteen weg' vraagt Ian.

'Jullie begrijpen het niet. Alex beschermt deze roedel tien keer beter dan zijn vader deed. En dat...'

Ian blijft stilstaan. 'Bella' zegt hij, 'ik ruik Stan.'