Langzaam werd ik wakker. Verdwaasd knipperde ik met mijn ogen. Om me heen zag ik verschillende pallets met pakken staan en uit het metershoge plafond maakte ik op dat ik in een verlaten loods zat. De ernst van de situatie drong pas tot me door toen ik merkte dat ik me niet kon bewegen. Mijn handen en voeten waren vastgebonden door handboeien die vastzaten aan de stoel waarop ik zat. O mijn god, ik was ontvoerd.
Ik kon weinig zien, de pallets omringden me namelijk als een soort tunnel. Als ik recht vooruit keek, zag ik een lang een pad dat zo ver in doorliep dat je uiteindelijk alleen maar schaduw zag. Deze loods moest enorm zijn.
Christov's wijze raad schoot door mijn hoofd heen 'zoek een oplossing en als er geen is, creëer je er één.' De handboeien moesten van metaal zijn, die kon ik gemakkelijk vervormen.
Toen ik echter zocht naar mijn Gave, kreeg ik niks binnen. Het was weg. Paniek overspoelde me. Wat was er met mijn Gave gebeurd? Was die geblokkeerd?
Voetstappen galmden door de loods heen en ik zag een groepje mannen komen aanlopen. Het hart zonk me in de schoenen toen ik zag dat ze allemaal gewapend waren. Vier mannen waren helemaal zwaar bepakt met wapens en hadden bivakmutsen op, dat waren dus de bewakers. Drie anderen liepen voorop en ze zagen er precies uit als maffia. De linker had een hoed op, de rechter had een zonnebril op en de middelste had gewoon een beangstigend gezicht.
'Doe geen moeite,' zei de middelste man. Hij had mijn gefriemel met de handboeien opgemerkt.
Roerloos zat ik op de stoel.
'Kijk eens aan,' zei de middelste man alweer. Het groepje bleef een paar meters voor me stilstaan. De bewakers gingen echter in posities om me heen staan. 'Nu ben je niet meer zo heldhaftig, hé?' Hij glimlachte waardoor ik een gouden tand zag.
'Wie zijn jullie?' vroeg ik met een trillende stem.
'Ah, ik ben Valerio Di Battista. Je kent ons waarschijnlijk niet, maar wij zijn de Di Battista familie. Dit is mijn broer Ricardo,' de linkerman met de hoed staarde me aan, 'en mijn zoon Lorenzo.' De rechterjongen zette zijn zonnebril af. Ik kon ergens wel zien dat ze familie waren; allemaal hetzelfde vette pikzwarte haar en haviksogen. Dit waren zakenmannen, maar ik zou geen zaken met ze willen doen.
'En jij bent Rose Adair,' ging Valerio verder, 'hoort bij de Jagers van meneer Fisher. Helaas voor jou, hebben Fisher en ik een klein meningsverschil dat we moeten oplossen.'
'Wat heb ik daar mee te maken?' durfde ik te vragen.
Dit keer was het niet Valerio, maar zijn broer Ricardo, die antwoordde. 'Alles. Met je vriendjes heb je namelijk aardig wat problemen voor ons gecreëerd.'
O. Waren dit soms Afgedwaalden? Ik zag geen tatoeages, maar het zou wel verklaren waarom ik niet meer bij mijn Gave kon.
'Zijn jullie Afgedwaalden?' vroeg ik.
Lorenzo maakte een snuivend geluid. 'Alsjeblieft niet. Maar daar kom je later nog wel achter. Fisher houdt ervan om zijn protégés blind te laten. Vader, heb je haar energie al gevoeld?'
Valerio glimlachte. 'Natuurlijk zoon. Blijf van haar genieten, ik wil niet dat ze de kans heeft om vrij te komen.' Valerio gebaarde achteloos naar een bewaker die een laptop tevoorschijn haalde en ook een klaptafel. De bewaker zette de tafel iets voor me neer, samen met de laptop erboven.
JE LEEST
De Donees Academy
FantasyHet leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van houdt, vertrekt ze naar de eliteschool waar alle Gekozenen naartoe worden gestuurd: de Donees Academy...