Het werd weer eens avond en ik keek opzij. Deze keer geen slapende Killian, maar een die zijn ogen open had.
'Ik ben langer weggeweest dan ik zou moeten zijn,' mompelde hij en ik was blij dat ik hem dat in ieder geval niet hoefde te vertellen.
'Hoe gaat het?' vroeg ik.
'Wil je eerlijk antwoord? Of mag ik alles uit mijn duim zuigen?'
'Eerlijk.' Killian zuchtte.
'Het gaat slecht,' zei hij zacht zodat alleen ik het kon horen.
'Nog meer?' Killian zuchtte weer en gebaarde dat ik dichterbij moest komen. Ik schoof iets over de achterbank heen.
'Ik droom raar,' zei hij.
'Je bent niet de enige...'
'Ik weet het, maar...' Killian leek iets te willen zeggen, maar deed het niet.
'Killian?' vroeg ik en hij keek me aan. 'Wat heb je gedroomd de nacht voordat we weg moesten?' Er leek iets in Killian te breken en ik zag dat hij het zich herinnerde.
'Het leek zo echt,' fluisterde hij. 'We renden met z'n drieën weg van een brandende stad alleen jij verdween bijna meteen. Dus toen stond ik daar, vuur in mijn rug, zij naast me...' Killian schudde zijn hoofd. 'Laat maar.' Mijn nieuwsgierig nam de overhand.
'Wat gebeurde er?' vroeg ik, maar wist dat hij mij het nooit zou vertellen.
'Iets waar ik niet aan wil denken,' zei Killian en zag een pijn in zijn ogen. 'Maar het komt steeds terug...' fluisterde hij erachter na.
'Dat is vervelend...' zei ik, maar wist niks anders te zeggen en concentreerde me op de muziek die draaide. All Time Low, dacht ik en vond verdacht dat die eerste zinnen van het lied overeen kwamen met de droom van Killian. 'I was dreaming we were running from a city burning down.' Was het toeval dat Rea dat nummer op had gezet? No Idea, dacht ik en kwam er zo achter dat het ook de titel van het lied was... Ik maakte me maar comfortabel en rolde me op om te kunnen slapen.
Toen ik wakker werd zat Killian aan het stuur, Rea zat naast me op de achterbank en Aleron besprak iets met Killian.
'Hoe ver nog?' vroeg ik slaapdronken. Ik had het gevoel alsof we telkens rondjes aan het rijden waren. De weg leek steeds hetzelfde als ik naar buiten keek.
'We zijn al over de helft,' zei Aleron, ik knikte.
'Wanneer is er weer een plaspauze?'
'Half uurtje, maar kan ook over vijf minuten als je wil.'
'Zou fijn zijn,' zei ik, want mijn blaas begon langzaam pijn te doen.
Een wegrestaurant verscheen al snel waar ook meteen een tankstation was om bij te tanken. Ik sprong de auto uit en rende naar de toiletten toe. Opgelucht kwam ik er even later weer uit en schrok toen ik het krassen van een kraai hoorde. Ik dacht namelijk even dat het een raaf was... Ik haalde opgelucht adem, maar niet lang. Een grote zwarte vogel staarde me strak aan en ontplofte terwijl die mijn kant op vloog.
'De fack?!' zei ik en snelde naar Aleron toe. 'Aleron!' riep ik en hij keek op. Hij duwde zich af van de auto waar hij tegenaan geleund had en fronste.
'Wat is er?'
'Raven.' Aleron sperde zijn ogen.
'Fack,' zei hij. 'Fack,' herhaalde hij. 'We moeten Rea en Killian halen.'
'Waar zijn ze?'
'Rea zou eten halen, Killian betaalt de benzine.' Ik knikte en riep Yee op.
'Dat is even geleden,' zei Yee en keek me met zijn ijsblauwe ogen vreemd aan.
'Inderdaad,' zei ik en bekeek Yee van boven tot onder. Er was iets raars aan hem... 'We moeten Rea en Killian vinden, nu.'
'Oké,' zei Yee monotoon. 'Wie zoek ik?'
'Rea, ik zoek Killian.' Yee knikte en we gingen allebei een andere kant op.
'Gvd, waar is die gast?' zei ik terwijl ik door het restaurant heen liep. Gelukkig viel Killian met zijn haar al snel op en zijn gouden ogen vingen de mijne. Hij had zo te zien net betaald. In een snelle pas liep ik naar hem toe. 'We moeten gaan. Nú.' Killian zag de ernst in mijn ogen en ging zonder tegenwoord mee.
We kwamen op hetzelfde moment terug als Yee en Rea. Yee gedroeg zich nog steeds een beetje vreemd, maar ik wist niet waaraan het lag.
'Wat is er aan de hand?' vroeg Rea.
'Nick zag een raaf,' zei Aleron die gebaarde dat Killian weer achter het stuur moest. Rea knikte en stapte ook snel de auto in. Yee keerde terug naar de Tussenwereld en ik stapte ook in. De auto werd weer gestart en zachte klassieke muziek begon te spelen.
'Maar,' zei Rea. 'Waar zag je die?'
'Hij vloog naar m'n hoofd toe en ontplofte.'
'Wow, shit,' zei Rea. 'Dat is alles behalve goed. Ik had al zo'n gevoel toen ik een kraai zag dat er iets niet klopte.'
'Vertel mij wat. Kraaien doen niks, dus ik was geschokt door die raaf.'
'Ik heb zo'n idee dat die raaf betekend dat we dichterbij komen,' zei Killian.
'Ja, dat klopt,' zei Aleron. 'Morgen is de laatste dag dat er gereden wordt.'
'Waar gaan we eigenlijk precies heen?' vroeg ik.
'Moonville.'
'Moonville?'
'Een spookstad waar er veel oncontroleerbare demonische activiteit de laatste tijd plaats vind.'
'Dat klinkt niet al te best...'
'Vertel mij wat,' zei Aleron. 'Maar ik wist niet dat het zo erg was. Raven hier al? Verdacht...' Het bleef even stil.
'Hey, Aleron?' Hij draaide zich naar mij om.
'Ja?'
'Er leek iets raars met Yee, viel jou dat ook op?'
'Je bedoelt je demon toch?' Ik knikte. 'Niet per se, maar jij kent hem het beste.'
'Kan het met die spookstad te maken hebben?'
'Het kan, maar zou niet moeten. De demonische activiteit is misschien niet te onderdrukken door de Opperdemon, maar Yee en de andere demonen zouden er gewoon tegen moeten kunnen, omdat het niet veel verschilt van wat er in de Tussenwereld rondloopt. Het enige wat anders is, is dat de Opperdemon er geen enige controle over heeft en het dus wel demonen kan aanvallen.' Mijn ogen werden groot. Dat verklaarde alles, vooral de bioscoop, maar ook de vele ondoden die ons de laatste tijd hadden aangevallen.
'Maar wacht...' zei ik bedenkelijk. 'Hoe kunnen we ook zulke activiteit in NL hebben?'
'Waarschijnlijk is daar ook ergens een scheur, maar dan minder groot en gevaarlijk dan in Ohio.'
'En als we deze dichten of in ieder geval de oorzaak ervan vinden kan die in Nederland ook dicht, niet?' Aleron knikte.
'Ja, maar dat moeten we dan wel eerst zien te doen.'
JE LEEST
Leerling van De Dood [OUD]
Fantasy[Oude versie, herschrijving staat op profiel] 'Niet om het een of ander, maar aan jouw gezicht te zien, heb je nog maar een paar minuten te leven.' Nick, kort voor Nickolas, ziet er misschien uit als een twintig jarige student, hij praat zoals een...