29. Badgast

590 73 19
                                    

Voetstappen echoden over de tegels heen veroorzaakt door twee zwarte schoenen. Ze stopte een paar centimeter achter mijn hoofd en ik keek omhoog.

'Weet je, fack it,' zei hij en begon zijn kleren uit te trekken. Even later zakte hij naast mij het water in en zuchtte. Er viel een stilte. 'Sorry.' Het was zacht, maar gemeend.

'Hoe gaat het met haar?' vroeg ik, mijn blik op de fontein gericht.

'Ze is eindelijk een keer wakker geworden, na een maand...' Killian zuchtte. 'Maar daar ben ik hier niet voor.' Er viel weer een stilte.

'Dat weet ik,' zei ik en keek hem even in mijn ooghoeken aan. Hij zag er moe uit. Er zaten wallen onder zijn ogen en zijn haar was warrig en dof. Aan zijn voetstappen had ik al gehoord dat hij niet stevig op zijn benen stond en ik maakte me meer dan een beetje zorgen.

'Het spijt me, van toen. Ik liet me gaan. Ik was boos, maar ik had het recht niet,' begon hij langzaam. 'Maar gewoon het moment dat ik wist dat ze... Je weet wel.' Killian zuchtte weer. 'Sorry dat ik pas zo laat mijn excuus aanbied. Je ben m'n vriend, ik had...'

'Het is goed,' zei ik. 'Ik vergeef je. Je had een zware tijd...' Killian knikte.

'Soms wou ik dat ik jou kon zijn...' zei hij. 'Dan werd er gewoon veel minder van mij verwacht, leken mijn fouten minder erg....'

'Je bent niet de enige,' zei ik. Killian keek mij vragend aan en lachte.

'Ja, het zal wel.'

'Nee, echt. Iedereen lijkt jou te prijzen, kijkt tegen je op... en dan kom ik...'

'Oké, daar zeg je wat. Maar we zitten weer goed?' Ik knikte langzaam.

'Heb ik ooit gezegd dat we dat niet zaten?' vroeg ik en keek hem aan.

'Ik heb je in elkaar geslagen.'

'Jaaah, maar.' ik zuchtte en richtte mijn blik op de zeepbellen in het water. 'Het was ook een beetje mijn schuld. Ik had Rea veel eerder moeten stoppen, dan was er niks gebeurt...'

'Het was niet jouw schuld, Nick.'

'Ik wou dat iedereen dat dacht...'

'Ja, maar zo werkt het leven niet,' zei Killian droog.

'Nee, maar is er al meer informatie over die hemelpijl?' Ik kon niet anders dan er weer op komen. Ik wist dat Killian het er liever niet over had, maar mijn veiligheidsgevoel was er de afgelopen tijd sterk op achteruit gegaan.

'Ik wenste dat die er wel was, maar die is er niet,' zei hij. 'Kunnen we over iets anders praten dan dat. Ik kwam hier om te ontspannen.'

'Niet om je excuus aan te bieden?' vroeg ik lachend.

'Ook,' lachte Killian en hij zuchtte ontspannen. 'Maar nog een leuk verhaal uit het verleden?'

'Als je me even laat denken...'

***

Bang schuifelend kwam ik een donker klaslokaal binnen, het was leeg. Bijna dan, voor een groot krijtbord stond een man in zwarte gewaden. Zijn schedel schemerde door zijn huid heen en er lag een vreemde glinstering in zijn ogen.

'Ga zitten,' zei hij met een zware stem en ik ging vlug aan een van de tafeltjes zitten. Mijn kleine benen zorgde ervoor dat mijn voeten de grond niet konden raken. 'Zo, welkom en goede morgen.'

'Goede morgen,' piepte ik en keek angstig naar de man voor mij, eerder het skelet voor mij.

'We beginnen bij het begin,' zei hij en tikte op het bord. 'Over drie jaar ben ik je meester, nu ben ik je leraar.' Ik knikte. 'Ik stel je drie vragen, als je ze goed beantwoord blijf je, zo niet ga je dood.' Mijn ogen werden twee keer zo groot en bleven angstig in de twee melkwitte ogen hangen. 'Eerste vraag: Hoe noem je jezelf?'

Leerling van De Dood [OUD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu