16.2 Droom van het verleden

723 84 32
                                    

26 Augustus 1513

'Goede morgen!' zei er iemand opgewekt terwijl die de krakende trap op liep. Het geluid van een stem maakte Nickolas, de slaapkop van de familie, wakker. 'Dit is een van de weinige manieren hoe ik jullie uit elkaar kan halen!' lachte de opgewekte persoon die de stof, een deken werd dat genoemd, van Nicks lichaam haalde.

'Kom op luiwammes!' schreeuwde Yerras in het oor van zijn tweelingbroer. Nickolas schoot recht overeind en knalde met zijn hoofd keihard tegen die van zijn broer aan.

'Auw!' schreeuwden ze tegelijkertijd en hun handen schoten naar hun voorhoofden toe.

'Sukkels,' lachte Mary die nu eindelijk het jongste lid van de familie wakker had gekregen.

'Auw!' schreeuwde Yerras nog een keer verontwaardigd.

'Het is niet mijn schuld!' verdedigde Nickolas zich. 'Jij zat veel te dichtbij met je hoofd!'

'Jij schoot onmenselijk snel overeind! Het leek wel alsof de duivel bezit van je had genomen!'

'Wat zeg jij nou weer voor onzin!' Nick sprong op zijn twee benen en stond nu met zijn neus tegen die van zijn broer aan.

'Wat zeg ik voor onzin?!' schreeuwde Yerr terug.

'Jongens!' schreeuwde Mary om ze rustig te krijgen, maar het werkte niet.

'Jij sprak over rare dingen gisteren! Dan zeg jij dat ik onzin spreek?!' Yerras' hoofd begon rood aan te lopen.

'Doe je ook!' Nickolas gaf zijn broer een duw. Meteen duwde Yerras hem twee keer zo hard terug.

'Yerras, Nickolas! Stop het!' gilde Mary en probeerde ze uit elkaar te halen, zonder succes. 'Als jullie nu niet ophouden met vechten roep ik vader!' dreigde ze, maar het hielp niet. Gefrustreerd stormde ze de trap af opzoek naar een van haar ouders die het kon stoppen.

'Je bent gek!' schreeuwde Yerras die geen aandacht aan Mary had geschonken.

'Ik heb meer verstand dan jij!' schreeuwde Nickolas terug. Yerr greep woedend naar Nicks haar en trok het naar de grond.

'Gekregen van de duivel zeker! Daarom verschillen we zo!' schreeuwde hij en werd door Nick ook op de grond gewerkt. Samen rolde ze over de vloer, elkaar de haren uittrekkend.

'De duivel heeft hier niks mee te maken, idioot!' Slaand en schoppend rolde ze door. Tot ze bij de plek kwamen waar het gat van de trap was... De plotselinge leegte trok Yerras en Nickolas naar beneden. Yerr ging als eerste. Hij viel de trap af en landde met een doffe bonk op de grond. Een paar seconden later viel Nickolas zijn broer achterna en viel recht bovenop hem. Kreunend rolde Nick van Yerr af en wreef in zijn ogen. Wat was er net gebeurt? Zijn ogen vielen op het gezicht van zijn broer. Yerras staarde strak naar het plafond.

'Yerr?' vroeg Nickolas voorzichtig. 'Het spijt me, ik ging een beetje ver.' Yerras bleef naar het plafond staren en negeerde hem. 'Yerr?' vroeg Nick nu een beetje beledigd. Nog steeds geen antwoord. Nickolas' hart begon sneller te kloppen en een gevoel van angst bekroop hem. Met zijn handen pakte hij zijn broers schouders vast en schudde hem door elkaar. 'Yerr? Yerras! Dit is niet grappig! Ik zei dat ik spijt had!' Nog steeds geen reactie en nog steeds die lege blik. 'Yerr?' Nicks stem trilde terwijl hij naar de levenloze uitdrukking op het gezicht van zijn tweelingbroer keek. Een traan stroomde eenzaam over Nickolas' wang. Zijn ogen werden wazig, maar konden de net gevormde bloedplas op de houten vloer duidelijk zien. Voorzichtig drukte Nickolas zijn broer tegen zich aan. Yerrs bloed plakte aan zijn handen en droop zijn kleren in. Een voor een vielen de tranen op het bleke gezicht en gleden langzaam naar de grond.

'Yerr, Nick?!' riep Mary die terug kwam rennen, gevolgd door hun moeder. Geschrokken en met een betraand gezicht keek Nickolas op. Toen Mary Nickolas' geschokte en betraande gezicht zag stopte ze haar passen. 'Nickolas?' vroeg ze en hun moeder snelde naar haar één na jongste zoon toe. Ze rukte hem uit de armen van zijn tweelingbroer en keek haar jongste zoon met afschuw aan.

'Het was een ongeluk!' zei Nickolas huilend terwijl hij zijn moeder diep in haar ogen aankeek.

'Ze hadden gelijk,' siste ze, Yerras' lichaam stevig tegen haar borst aan gedrukt. 'Duivelskind!' Nickolas schrok van de onverwachte beschuldiging en struikelde naar achteren, zijn ogen op zijn tweelingbroer gericht.

'Yerras...' zei Mary en gaf Nickolas nu ook een moordende blik. 'Moordenaar, duivel,' siste ze daarna op dezelfde toon die haar moeder had gebruikt. 'Hoe durf je je op deze plek te vertonen?!'

'Ik-ik, het was niet, ik meende het niet... Het was een ongeluk!' stotterde hij terwijl er steeds meer tranen over zijn wangen stroomden.

'Ga!' schreeuwde zijn moeder in een plotselinge woedde uitbarsting. Nickolas keek haar niet begrijpend aan. 'Ga, voordat ik van gedachten verander en je hier en nu laat verdelgen demoon!' Nickolas stond verbaast en wankelend op en zette het op een rennen. Hij rende het huis uit en rende en rende, een spoor van tranen achterlatend.

Uiteindelijk kwamen de tranen niet meer uit zijn ogen en keek hij naar zijn omgeving. Hij was zo ver. Hij was op een plek waar hij nooit was geweest. Een schaduw gleed over de kleine jongen heen en tegenover hem zag hij het meest afschrikwekkende dat hij ooit in zijn korte leven had gezien. Zijn adem stokte bij het aanzicht van de ruiter op het broodmagere zwarte paard waarvan de ogen hels vuur leken te branden. Nickolas deed een stap naar achteren en hield zijn adem in. De kap die over het hoofd van de ruiter zat waaide af en een schedel kwam tevoorschijn.

'Dit is niet echt, dit is niet echt! Dit is allemaal een droom! Dit is niet echt, dit is niet echt! Dit is allemaal een droom!'

***

'Waaaaaah!' Ik schrok wakker en stootte met mijn voeten keihard tegen de salontafel aan. 'Auw!' schreeuwde ik er meteen achteraan en gleed van de bank af. 'Yerr...' fluisterde ik en voelde tranen mijn ogen vullen. Snel veegde ik ze met mijn arm weg en haalde mijn neus op. 'Yerras...' Mijn wenkbrauwen raakte elkaar bijna, zo sterk fronste ik ze. Zuchtend kwam ik van de grond en liep naar de keuken toe. Ik moet toegeven ik was best wel verbaast dat Rea en Killian niet wakker waren geworden van mijn geschreeuw. Ik opende de koelkast en haalde er wat te drinken uit, geen idee wat eigenlijk, daar waren mijn ogen te wazig voor.

'Waarom?' fluisterde ik terwijl ik mijn glas leegdronk. Waarom inderdaad, waarom dat? Waarom moest ik dat dromen? Het voelt wel als een marteling. Slaap moet toch ontspannend zijn? Ik zuchtte. Voor mij zou slaap nooit ontspannend kunnen zijn. De vorige keer uit mijn bed gevallen, deze keer mijn voeten tegen die tyfus tafel... Ik was er nog steeds niet achter wat voor een diepere betekenis mijn droom zou moeten hebben van eerder dit weekend, maar misschien was die er ook gewoon niet.

Ik liep terug naar de bank en sloeg de twee die daar lagen te slapen gade. Rea was helemaal tegen Killian aan genesteld die zijn hoofd op de hare had gelegd. Rea zou niet blij wakker worden. Killian daarentegen, ik weet niet, hij zou vast een kutopmerking maken of een sexgerelateerde grap. Ik lachte bij die gedachte en plofte op de bank neer. Gelukkig had ik ze niet wakker gemaakt, want of ze het wilde of niet ze zagen er nu beide gelukkig uit.

'Nickolas?' vroeg een zware stem zacht achter me. Ik stond weer op van de bank en draaide me om. Niemand minder dan De Dood stond achter me en hij keek me doordringend aan.

'Ja?' vroeg ik zacht.

'Ik heb hem gevonden. Ik hoop dat je het snel afhandelt,' zei mijn meester, zijn stem bijna niet hoorbaar, maar wel doordringend. Hij gaf mij een groene map en ik herkende de rode stempel.

'Ik zal het proberen,' zei ik en magere Hein kneep zijn ogen fijn.

'Nee, je doet het gewoon.' In een reflex sloeg in mijn ogen neer en knikte. De Dood zuchtte. 'Ik hoop dat het je deze keer wel lukt,' zei hij en draaide zich om.

'Hoe bedoeld u?' vroeg ik harder dan ik wilde en keek schichtig naar de bank.

'Zorg gewoon dat ik die ziel krijg,' antwoordde hij en verdween vlak voor mijn ogen. Ik zuchtte en ging met het document op de bank zitten. Wat had ik nu weer gemist...?

Leerling van De Dood [OUD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu