40. Een bloempot dood

473 62 26
                                    

Nadat Aleron weer was vertrokken ging de tijd snel. We kregen alleen nog wat kleinere missies. Natuurlijk was dit grotendeels voor Rea bedoeld, omdat ze pas net weer op beide benen stond. Maar deels was het ook omdat we alles de laatste tijd heel erg opgefock hadden waardoor onze meester weinig energie over had. En hoe los je dat op? Juist, door kleine missies te doen. Op het moment was ik bezig met zo'n missie. Het doel: een man vermoorden. Het probleem: zijn huis was tyfus goed beveiligd...

Ik stond op het moment door zijn raam te staren. Want ja hoe kwam ik in hemelsnaam binnen als geen enkel inbrekersgerei werkte? Ik krabde me achterop mijn hoofd en merkte het bijna niet toen de voordeur open ging.

'Wel heb je nou!' zei een boze mannen stem. Ik keek op. 'Jij rot jong!' schreeuwde de man. 'Mijn hortensia's verpesten!' Ik keek naar mijn voeten en zag dat ik op een van de blauw paarse bloemen was gaan staan. Ik lachte, maar zag dat de man mij woedend aankeek en een honkbal knuppel tevoorschijn had gehaald.

'O, shit,' zei ik hardop en begon te sprinten.

'Kom hier jij!' riep de man en zette de achtervolging in. Behendig sprong ik over een tuinhekje heen en hoorde de man vloeken terwijl hij het netjes open en dicht deed. Het viel mij op dat de man een goede conditie had en dat gaf mij een voordeel. Nu ik wist dat hij mij nog wel een tijd zou kunnen achtervolgen kon ik hem op de plek brengen waar hij moest zijn.

Eindelijk kwam ik op de bewuste plek en maakte een scherpe hoek naar rechts. Met behulp van Yee verdween ik in de schaduwen en wachtte af. De man stopte en keek de hoek om. Hij zag niks. Mompelend trok hij zich terug en ik wachtte op een dof geluid van een bloempot die naar beneden viel. De scherven vielen op de grond samen met de man en Yee kwam naast me staan.

'Laten we die ziel maar nemen,' zei hij. Ik knikte en haalde mijn zandloper tevoorschijn. De wereld begon weg te vagen en gedrieën kwamen we aan de rand van de Tussenwereld terecht. De geest van de man keek ons met grote ogen aan en een moment later begon hij te schreeuwen. Snel deed ik mijn handen over mijn oren en dat zag de ziel dat als een kans zag om te ontsnappen. Gelukkig had Yee dat door en verplaatste via de schaduwen naar de man toe. Natuurlijk schrok die en struikelde achteruit terwijl Yee hem angst aanjaagde met zijn demonische ogen. Daar viel mij iets op... Yee's demonen ogen leken zich meer uit te rekken dan vroeger en leken een rood gloeiende rand om zich heen te hebben... Zou dit te maken hebben met het feit dat hij gewond was geraakt door een demonen wapen? Ik schudde mijn hoofd en concentreerde me op het vangen van de ziel van deze vervelende man die iets te veel om zijn bloemen perkje gaf. Ik haalde een flesje tevoorschijn en de ziel van de man werd naar binnen getrokken waardoor er zilveren slierten achter het blauwe glas verschenen. Hoewel die man vervelend was, was zijn ziel mooi zo in het flesje en ik stopte de kurk erop.

'Zo,' zei ik. 'Dat is weer energie voor mijn meester.' Yee knikte.

'Heeft hij wel nodig,' zei hij en liet ons terug keren naar de gewone wereld.

'Het klopt dus dat wij de reden zijn dat hij steeds meer op een skelet is gaan lijken...' Yee knikte weer.

'Dus verpest die grote missie niet.'

'Waar zie je me voor aan?!'

'Een idioot,' zei Yee droog en ik keek hem beledigd aan.

'Thanks,' zei ik en zuchtte. 'O, kut...'

'Wat?'

'Het is al bijna twee uur! Ik had nog met Linde afgesproken vandaag!' Yee keek me een beetje afkeurend aan en nu was het mijn beurt om "wat" te zeggen. Yee zuchtte.

'Zorg gewoon niet dat je net zoals Kay eindigd,' zei hij.

'Wie is Kay?' vroeg ik, ik kende helemaal niemand met die naam.

Leerling van De Dood [OUD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu