Juichend maakte ik een vreugdedansje, maar hield er snel mee op. Het leek er namelijk niet erg naar uit dat de ondoden dood wilden gaan...
'Nee!' schreeuwde ik vol ongeloof. 'You've got to be kidding me! De tering,' vloekte ik erachteraan. Dit was niet goed, helemaal niet goed! Het water moest namelijk het zwarte spul wegspoelen zodat de wezens zich niet opnieuw konden vormen. Het zou ook te makkelijk zijn geweest als het wel zou lukken om eerlijk te zijn. Maar het ergste was nog dat het water ervoor zorgde dat er meer ondode drek kwam en dát betekende meer gezichtloze wezens met vlijmscherpe tanden! Waarom moest juist op dit moment de Tussenwereld ook beïnvloed worden door deze tijdfackers?! Ik zuchtte gefrustreerd en baande me al vechtend een weg terug naar Rea. Die wonder boven wonder de monsters meer dat tien meter van haar verwijderd had gekregen, maar het zou niet lang meer duren, ze zag er uitgeput uit.
'Dit is kut,' zei ze toen ik weer aan haar zijde stond.
'Jup, nog ideeën?' vroeg ik de moed eigenlijk al opgegeven.
'Ja, eigenlijk nog wel.' Ik keer haar verbaast en opgelucht aan. 'Ik heb namelijk het vage vermoeden dat er iemand achter zit...' ging ze verder. 'Gezien al de hoge gebouwen hier heb je een goed uitzicht op wat je monsters doen. Dus als we die persoon kunnen vinden...'
'Rea,' zei ik. 'Je bent geweldig!' Een rode kleur kroop naar haar wangen en ze wendde zich van me af.
'We beginnen met die daar,' zei ze en wees naar een hoog gebouw met roodbruine bakstenen aan onze rechterkant. 'Ik heb namelijk een gevoel dat die al een tijdje leeg staat.' Ik knikte als teken dat ik dat gevoel ook had en we begonnen ons gevecht weer door de zwarte drek heen.
Met mijn enkele zwaard stak ik links en rechts de monsters neer, Rea gooide haar messen zo dat we een weg konden lopen waarin ze óók nog eens haar wapens terug kon pakken, dat noem ik nou eens een plan! Eén van de redenen waarom De Dood altijd graag wilt dat Rea op een driemans missie meegaat, want denken kan ze het best van haar jaarlaag, euhm, eeuwlaag...
Uiteindelijk kwamen we aan de rand van de massa en voor een paar seconden leunde we tegen de muur aan. Rea zag meteen de ingang van het gebouw en wenkte dat ik haar moest volgen. Ik hing mijn zwaard op mijn rug en met mijn O zo geweldige inbreekgerij, dat ik altijd bij me heb wat niet over mijn zwaarden te zeggen valt, probeerde ik de deur open te maken. Rea liet dit aan mij over voor twee redenen. Eén: ik had net iets meer evaring met inbreken in gebouwen dan zij. Twee: zij is een langeafstandsvechter en dat kwam nu heel erg van pas om die monsters op afstand te houden. Na enig gekloot wist ik het slot te verslaan.
'Yes!' riep ik het moment dat de deur meegaf met een klik. Dramatisch haalde ik mijn arm over mijn voorhoofd heen en schudde de onzichtbare zweetdruppels er vanaf.
Rea gooide haar laatste mes, sprintte naar voren raapte zonder de zwarte ondode drek of de tijdfackers aan te raken haar wapens op en sprintte terug. Als een echte heer hield ik de deur voor haar open en ze rende naar binnen. Ik volgde en sloeg de deur stevig achter ons dicht.Het was donker, maar Rea, zo goed voorbereid als ze altijd is, had een lichtstaaf bij zich die een zachte paarse gloed gaf. We slopen langzaam de trap op, maar ik kon me niet inhouden niks te zeggen, ik moest haar iets vragen.
'Hey, Rea?' vroeg ik op fluistertoon.
'Hm?' was haar antwoord, genoeg reden voor mij om door te praten.
'Hoe kan het dat jij niet beïnvloed bent door die tijdfackers?' Rea stopte met lopen en bleef midden op de trap staan. Ze draaide zich om en keek mij aan. De paarse gloed op haar gezicht maakte het een beetje griezelig, maar ik ben enger gewend, though. Een wenkbrauw rees omhoog. 'Ik snap het feit dat ik niet beïnvloed ben wel, maar jij...' ging ik verder.
'Ik ben er mee geboren,' zei ze kalm op gedempte toon en keek mij onderzoekend aan. 'Ik dacht dat je dat wel wist.'
'Hoe bedoel je er mee geboren?' Rea zuchtte en liep weer verder de trap op. Pas toe we de bovenkant bereikte en in een gang met veel deuren kwamen draaide ze zich weer naar mij om.
'Weet je nog toen ik je minior werd?' Ik knikte. 'Ik kon je destijds zien toch?' Ik knikte weer. 'Ik kon altijd zien, ik weet niet hoe vaak ik wel niet heb gehad dat ik dingen zag die er niet waren of dingen deed die eigenlijk niet mogelijk waren, zoals dit . . . tijd ontlopen.' Ik knikte weer en keek langs Rea de gang in.
'Denk je dat hij hier zit?' vroeg ik.
'Of zij,' zei Rea. 'Maar ik denk het wel.'
'Oké,' zei ik en strekte mijn armen terwijl ik mijn knokkels liet kraken. 'Jij links? Ik rechts?' Rea knikte en pakte haar werpsterren extra stevig vast. Ik haalde mijn zwaard weer van mijn rug en liep naar de eerste rechter deur.
'Tegelijk, op drie,' zei Rea het moment dat ik de deur al bijna open had gemaakt. 'Eén.' Ik pakte de deur knop stevig vast. 'Twee.' Ik versterkte mijn grip op het handvat van mijn zwaard. 'Drie.' De linker en rechter deur schoten beide open. Een wolk van stof kwam achter de deur vandaan en ik begon te hoesten.
'Ah, fack,' zei ik en hield mijn arm beschermend voor mijn ogen. Toen ik het gevoel had dat de stofwolk weg was gevlogen haalde ik mijn arm weg en tuurde de kamer in. Het duurde even voordat mijn ogen iets konden onderscheiden, de dichtgetimmerde ramen hielpen namelijk niet heel erg met het verlichten van de kamer. Geruisloos en op mijn hoede liep ik langzaam de ruimte in. De grond was bezaaid met stof en kranten. Aan de randen, bij de muren, kon ik muizenkeutels van het stof onderscheiden. Ik trok ongemerkt een vies gezicht. Ik zette nog een stap en draaide me om mijn as. Nu stond ik in het midden en zag dat de kamer echt wel leeg was. Met een zucht liep ik de kamer uit en schudde mijn hoofd toe Rea mij vragend aan keek.
'Nou, naar de volgende dan,' zei ze daarmee bevestigend dat ze aan haar kant ook niks interessants had gevonden. Ik kreeg het vage vermoeden dat wat we zochten op dat laatste verdieping zou zijn achter de allerlaatste deur...
--------------------------------------
Heheh, 1111 woorden.
Altijd leuk (^.^)Mijn spotify reclames zijn opeens Vlaams... Hmmm ik dacht toch echt dat ik in NL woonde...
Vergeet niet te reageren met je veren, te stemmen en even te genieten van je leven (^ω^)
JE LEEST
Leerling van De Dood [OUD]
Fantasy[Oude versie, herschrijving staat op profiel] 'Niet om het een of ander, maar aan jouw gezicht te zien, heb je nog maar een paar minuten te leven.' Nick, kort voor Nickolas, ziet er misschien uit als een twintig jarige student, hij praat zoals een...