35.2 De betaling

554 60 16
                                    

'Hulp nodig?' weer schudde ik mijn hoofd en ik hees mezelf op mijn lakens en ging op mijn buik liggen. Ik sloot mijn ogen en zag twee beelden op mijn netvlies. Een van Yee, de ander van Linde en zo viel ik in slaap.

Ik schrok meteen weer wakker, vechtend tegen mijn lakens, vechtend tegen een drukkend gevoel in mijn maag. Ik rolde uit mijn bed knalde op de grond, hoestte. Bloed... werd er door mijn gedachten geregistreerd. Ik hoestte weer. De warme vloeistof droop over mijn kin en ik probeerde het met mijn rechter hand tegen te houden. Ik hoestte nog een keer, maar wist me nu wel op mijn eigen benen te krijgen. Half struikelend met een koppijn als messen in mijn voorhoofd kwam ik bij de badkamer aan. Ik deed een kraan open, maar zakte voordat ik het water mijn vingers aan kon raken op de grond. Het bloed goot uit mijn mond en ik hoestte weer. Een stikkend gevoel kwam opzetten en ik wilde het laten stoppen. Ik stompte mezelf in mijn buik, maar dat had geen effect. Hoestend, gebroken en met tranen van de pijn op mijn wangen viel ik zijwaarts naar beneden. Mijn hoofd raakte de grond en ik raakte buiten bewustzijn.

Nick? Nickolas? Ik registreerde de woorden als een gedachte en negeerde het. Alles deed pijn en er leek een laag zand over mijn lijf te liggen, zwaar, irriterend en koud.
'Nick?' Het drong langzaam tot me door dat het niet mijn gedachten waren geweest. 'Ben je wakker? Zo niet, wordt het!' Ik kneep mijn ogen fijn en begon weer te hoesten. De smaak van bloed werd in mijn mond versterkt en de druk in mijn maag ook. 'Jeetje man,' hoorde ik Killian zeggen. 'Heb je je zielkracht gebruikt of zo?' Ik knikte met veel moeite, hoestte weer en hoorde Killian zuchtte. 'Dit brengt herinneringen naar boven,' zie hij en ik voelde mijn lichaam licht worden. Killian had me over zijn schouder gegooid en was begonnen met lopen. Ik had geen kracht om enig verzet te bieden en liet me aan Killian over die in rustige pas naar de ziekenboeg liep.

Tijdens het lopen hoorde ik Killian iets mompelen over dat hij de hele gang nu schoon moest maken. Waarschijnlijk kwam dat doordat ik om de dertig seconde bloed ophoestte dat spetterend op de grond kwam. In een wazige toestand voelde ik hoe Killian mij op een bed legde en zorgde dat ik in een halve zit positie kwam te liggen zodat ik niet in mijn eigen bloed zou kunnen stikken. Eenmaal in het bed leek de pijn iets weg te ebben en mijn bewustzijn viel voor de tweede keer weg.

Met een schok werd ik wakker. Ik zette mijn nagels in de lakens en vocht tegen een ondragelijke pijn. Killian die eerst tegen de muur aangeleund stond snelde naar mij toe en drukte me op het bed.

'Nick! Nickolas!' riep hij en ik voelde mijn ogen uit mijn oogkassen draaien.

'Help...' zei ik met een stikkend geluid. 'Help me.' Mijn bewustzijn leek weer weg te vallen, maar Killian hield me wakker.

'Niet wegvallen, Nick,' zei hij en had mijn gezicht tussen zijn handen. 'Blijf. Er. Bij.' Zijn stem was rustig en liet mijn lichaam weer ademen. 'Goed zo,' zei Killian en haalde zijn handen weg. Ik hoestte weer bloed op en de witte lakens werden binnen de kortste keren helemaal rood. Mijn lichaam voelde moe en bood me snel een droom aan...

Weer schoot ik wakker. 'Yee!' schreeuwde ik, hoestte en zag wazig. 'W-waar ben ik?' vroeg ik me hardop af en schrok van mijn omgeving. 'Waar ben ik?!' Mijn stem sloeg over en ik voelde me een kind dat zijn ouders in de supermarkt was kwijt geraakt.

'Nick, Nick!' Een roodharig iemand was naar mijn bed toegelopen. 'Rustig, het is oké.'

'Wie ben jij?' vroeg ik vol ongeloof. Hoe kon ik rustig zijn als ik niet eens wist waar ik was?

'Ik ben Killian, een vriend.' Ik bekeek hem van top tot teen en zag dat hij vele wallen onder zijn ogen had zitten. Hoe lang was hij wel niet wakker geweest?

'Wat is er aan de hand?' vroeg er een stem aan de andere kant van de zaal waar ik in lag.

'Nick is wakker,' antwoordde Killian. 'Alleen zijn geheugen nog niet.'

'Ow,' zei de stem slaperig.

'Ga maar weer slapen Rea. Ik zorg wel voor hem.' In zijn stem zat een affectie die ik nog nooit eerder bij iemand had gehoord. Waar was ik beland? En wie waren deze mensen? 'Nickolas?' Ik keek naar de man die naast mijn bed stond.

'Ja?'

'Gelukkig, je weet je naam nog,' zuchtte Killian, maar wat hij daarna zei weet ik niet, want ik viel al weer weg.

Eindelijk leek er een eind te komen aan mijn pijn. Steeds lag ik in een halve droom toestand en voelde hoe ik me steeds weer omdraaide. Maar opeens kwam er een warme waas om mij heen die mij rust gaf en langzaam opende ik mijn ogen. Linde... Mijn herinneringen kwamen terug en de warmte bracht mij naar de knuffel die ze mij had gegeven en mij datzelfde warme gevoel had gegeven. Ik zuchtte in een trilling en tilde mijn hoofd een stukje op. Tegenover mij kon ik Rea in haar bed zien liggen met daarnaast Killian op een stoel die zijn hoofd tegen de muur had laten rusten. Hij zag er niet uit. Zijn haar was nog warriger dan normaal en zijn slapende gezicht droeg verdriet. Het zwarte overhemd dat hij aan had zat verkeerd, het bovenste knoopje zat niet in een knoopsgat waardoor de andere knopen steeds een te hoog zaten. Vanaf hier kon ik zelfs makkelijk de donkere kringen onder zijn ogen zien. Hoe lang...? vroeg ik me af en zocht naar iets van een tijd. Mijn blik viel op het nachtkastje naast mijn bed. Daar lagen twee dingen: Mijn telefoon en mijn bedelarmband. Voorzichtig pakte ik het sieraad op en liet het koude zilver in mijn hand liggen. Zou ik Yee oproepen? Ik was bang dat ik het beeld van Yee niet aankon en deed de armband alleen om mijn pols, verder niet. Daarna pakte ik mijn telefoon en zag met groot ongeloof de datum aan. Het apparaat viel uit mijn handen op de lakens die ik rood herinnerde, maar nu wit waren. Ik trilde. Twee weken! dacht ik. Verward pakte ik mijn telefoon weer op en ontgrendelde hem. Met een steek in mijn hart zag ik vele berichten. Een stuk of twintig van Linde en een van Erzo... De rest was van namen die mij even niks zeiden en ik liet die voor wat ze waren. Die van Linde bekeek ik meteen. Ze had me zowel geappt als ge-sms't.

"Nick," stond er in een bericht. "Waar ben je? Waarom reageer je niet? Gaat het nog wel goed met je? Je mocht me bellen weet je nog? Alsjeblieft, reageer!" Ik zuchtte en langzaam typte ik een antwoord na twee weken offline te zijn.

"Sorry," zei het. "Maar ik was ergens waar ik geen bereik en wifi had. Sorry als ik je bezorgd hebt gemaakt... Het gaat voor de rest goed met mij. Morgen ben ik weer in de college zalen." Ik had net op sturen gedrukt en kreeg al een opgelucht berichtje terug. Ik glimlachte en opende Erzo's bericht. Met gemak schakelde mijn hoofd om naar het Engels en las het.

"Hey Nick," Het bericht was gisteren verstuurd. "Ik ga overmorgen weg. Ik zou graag nog een keer koffie met je willen drinken en bijpraten. Heb je tijd?" Snel verstuurde ik mijn positieve antwoord en zag dat Killian langzaam wakker was geworden.

'Nick,' zei hij. 'Je bent wakker.' Ik knikte.

'Jij ook,' zei ik en Killian lachte.

'Nee? Echt? Ik dacht dat ik nog sliep,' zei hij sarcastisch en liep naar mijn bed toe.

'Hoe gaat het met Rea?' vroeg ik.

'Goed, goed,' antwoordde hij en onderdrukte een geeuw.

'En hoe gaat het met jou?'

'Slecht... Weinig geslapen, maar dat is te zien.' Ik knikte. 'Ik heb deze laatste twee weken bijna alleen hier gezeten en veel documentwerk gedaan. Want, ja dat moest ook nog gebeuren.'

'Verder nog iets?' Killian dacht diep na en leek zich plots iets te herinneren.

'Ja, maar het is niet al te leuk...'

--------------------
Hallo!
Update, yay!

Wat zal er niet al te leuk zijn? Hm...
Durft iemand een gok te wagen? ;)

Tot volgende random update! :P

Leerling van De Dood [OUD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu