Helemaal doorweekt keerde Johannes weer terug naar zijn dorp. Iedereen was stil en bang. Zendra had een plan, een duivels plan en het zou in hun nadeel vallen. Johannes opende de deur van de kleine chalet waar hij woonde. Zijn handen zaten onder het bloed doordat hij het lichaam van Guan had onderzocht. 'Ik ben thuis...' Zuchtte hij en ging meteen naar de keuken om zijn handen te wassen. Hij liet de kraan lopen en genoot van de warme waterstraal die over zijn handen gleed. 'Heb je Guan gevonden?' Een bloedmooie vrouw verscheen in de keuken. Voor Johannes was ze de mooiste verschijning van de hele wereld. Helena was haar naam. Hij keek haar aan en meteen zochten zijn lippen de hare op. Ze kusten en omhelsden elkaar. Wanneer ze elkaar loslieten, zuchtte Johannes nog dieper. 'Ja, we vonden hem.' 'Super!' 'Dood.' Vulde hij aan. De glimlach smolt van haar gezicht. 'Dood?' Stotterde ze. Johannes knikte en veeg intussen het bloed verder af. 'Johannes, wat vreselijk!' Ze wou hem nogmaals omhelzen om hel te troosten, maar Johannes keerde zijn rug naar haar toe. 'Sorry Helena, ik wil even alleen zijn...' Johannes probeerde zich misschien wel stoer te gedragen, maar vanbinnen barste hij in duizend stukken. Zijn bloedbroeder Guan werd vermoord en dat pikte hij niet. Hij slenterde de trap op, richting zijn kamer. Een traan rolde over de wang van zijn vrouw. Ze wou hem helpen, maar hoe? Johannes wou niet getroost worden, hij sloot zich steeds af van de buitenwereld wanneer hij droevig was.
Johannes liet zich vallen in het bed en staarde naar het plafond gemaakt uit hout. De tranen bleven weg. Huilen kon hij niet, nog niet. Hij zou 's nachts huilen, in zijn droom, maar zeker niet overdag. Hij probeerde zijn ogen te sluiten om de wereld om zich heen even te vergeten, maar iets stond hem in de weg. Zijn vijfjarige zoontje Jonas huppelde de kamer in. 'Papa, papa, papa! Kijk!' Jonas sprong op het bed en hield een gevlochten bandje onder de neus van zijn vader. 'Van mama gekregen! Ze heeft het zelf gemaakt! Mooi hé?' Johannes kon zijn zoontje niet negeren, hij was geen slecht persoon. Hij zette zich wat rechter op het bed en bestudeerde het bandje dat Helena voor hun kleine jongen vlocht. 'Dat heeft ze goed gedaan.' Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Jonas was altijd al de persoon geweest die hem weer helemaal kon opvrolijken. 'Papa... Is er iets?' Vroeg de kleine jongen toen hij zag dat zijn vader er niet gelukkig uitzag. 'Beloof me één ding mijn kleintje, één ding beloven moet je doen... Kan je dat?' Jonas knikte en schoof wat dichter naar zijn vader toe. 'Vecht voor je vrijheid, wat er later ook gebeurt.' 'Gaat er iets gebeuren papa?' 'Laat ons hopen van niet...' Hij wreef door de blonde lokken van zijn zoon. Een trotse glimlach verscheen op zijn gezicht. 'Wanneer je 18 bent wordt jij de leider van Conimar. Ik ben nu al trots op je...' Ze trokken elkaar in een knuffel.
Jonas liep naar zijn moeder toe. Ze zat aan de tafel in de keuken. 'Wat doe je mama?' Vroeg hij geïnteresseerd. 'Ik maak nog een paar bandjes. Ik ga ze eens verkopen in de stad.' 'De grote stad?' 'Inderdaad.' Knikte ze glimlachend. Jonas keek toe hoe zijn moeder de bandjes maakte. Ze kon razendsnel vlechten. Het duurde niet lang vooraleer het bandje klaar was en ze aan het volgende begon. Ze werkte als het ware op automatische piloot. Jonas wou graag helpen, maar hij vond het vlechten eigenlijk maar saai. 'Mama, waarom verkoop je deze bandjes? We kunnen ze toch zelf houden? Ze zijn zo mooi!' 'Liefje... We leven in een economische crisis.' 'Een wat?' Grinnikte Jonas die het woord nog nooit hoorde. Helena vond het moeilijk om het begrip "economische crisis" uit te leggen aan haar nog maar vijfjarige zoon. 'Ik leg het je later wel uit, als je wat ouder bent... In ieder geval gaat het erom dat we zoveel mogelijk goederen verkopen aan de rijke mensen die in de stad wonen, enkel dan kunnen we uit deze crisis geraken.' 'Wat als we in die crisis blijven zitten?' Vroeg hij bang,niet wetende wat een crisis is. 'Dan worden we egoïsten. Dan gaan we dorpen leegroven om ons eigen leven te redden terwijl die dorpen dan uitsterven van honger. Uiteindelijk zullen er oorlogen ontstaan...' De ogen van Jonas dwaalden af naar de bandjes die op tafel lagen. 'Gaan deze bandjes ons dan redden?' 'Dat is de bedoeling...' Glimlachte Helena en gaf haar zoon een kusje op zijn wang.
Intussen bereikte Zendra haar huis. Ze woonde samen met haar man Stan in Kret. Kret was een instelling voor jongeren die voornamelijk wezen waren. Ze hadden geen of amper geld om op eigen benen te kunnen staan. De instelling bood veel mogelijkheden voor de jongeren: ze kregen er lessen, konden er hun hobby's uitoefenen en kregen er een kamer met alles erop en eraan. Stan was er de eigenaar. Hij woonde er samen met Zendra in een klein huisje dat tegen de instelling was gebouwd. Ze woonden er niet alleen. De broer van Zendra woonde er ook. Hij was een wetenschapper en dokter. Hij woonde er omdat hij de jongeren er les gaf en hij had geen zin om elke dag de lange afstand van de grote stad tot de instelling af te leggen.
Zendra vertelde alles wat ze had meegemaakt. Stan was zoals gewoonlijk niet echt geïnteresseerd. Hij was niet echt racistisch en beschouwde de Xio's nooit als een apart volk. In zijn ogen waren het ook gewoon mensen zoals iedereen. Maar Staener, de broer van Zendra, was net wel geïnteresseerd in het verhaal van zijn zus en ze kreeg al helemaal zijn aandacht toen ze vertelde over haar plan. 'Geniaal!' Riep hij enthousiast uit. Stan had hen ook horen praten, hij ging echter niet akkoord met hun plan, maar hij hield zich erbuiten.
Plots werd er op de deur geklopt. Zendra offerde zich op om de deur te openen. De man die aanklopte was Thomas, de persoon die 's nachts waakte over Kret. Hij zorgde ervoor dat niemand Kret verliet en ook dat niemand binnen kon dringen. Maar hij was niet alleen. Hij hield een meisje stevig in zijn greep. Zendra gokte dat ze vier was. 'Het is een Xio...' 'Dat zie ik!' Beet ze Thomas toe. 'Waar vond je haar?' 'Ze probeerde Kret binnen te dringen mevrouw.' 'Is dat zo?' Zendra bleef het meisje in de ogen kijken. De kleine Xio werd bang, maar bleef staan. Zendra haalde uit haar achterzak haar revolver en richte die op het meisje. 'Mevrouw, u gaat toch niet-' 'Zwijg!' Snauwde ze Thomas toe. Thomas zweeg. Het meisje keek naar het wapen in de handen van Zendra. Ze had het nog nooit gezien, maar het voorspelde niets goed...
Heeeeeyyy mensen! Vergeet niet te stemmen en te reageren!!❤️ tot snel!!

JE LEEST
Vrijheid
Viễn tưởngDit verhaal speelt zich af in een wereld waar er twee groepen zijn: de mens en de Xio's. Hoe je het verschil kan herkennen? De Xio's hebben blauwe ogen en blonde haren en worden doorheen de geschiedenis gezien als nutteloze arbeiders. Maar wanneer d...