Staener besefte dat hij hen alleen niet kon vangen. Hij had hulp nodig wilde hij ze meenemen. Hij besloot om terug te keren naar Kret. Al neuriënd, met zijn handen in de zakken van zijn lange regenjas, stapte hij door het bos. Het was nog maar een beetje aan het regenen, maar dat bracht geen hinder met zich mee. Staener verheugde zich al op het moment van zijn roem en rijkdom wanneer hij de hele wereld zou laten zien dat hij een antigif voor Kalamus uitvond, dankzij Jonas. Hij zou bekend worden, de geschiedenis in gaan! Hij zag het al helemaal voor zich. Toen Jonas verdoofd was, had hij stiekem wat bloed bij hem afgenomen. Hij had het onderzocht en vond inderdaad iets verdachts. Zijn bloed was sterk en kon beter ziektes bestrijden. Het bevatte ook een geleid-achtige stof die er voor zorgt dat het bloed sneller en soepeler door z'n aderen kan worden geleid. Staener kwam dus al veel te weten over Jonas lichaam in nog maar een korte tijd. Hij wist zeker dat hij Jonas verder moest onderzoeken. Hij hoopte wel dat hij zou meewerken, dat was van cruciaal belang. Als hij te wild zou zijn of te koppig zouden ze hem weer moeten verdoven, maar hoe meer verdoving hij krijgt, hoe zwakker en suffer hij wordt. Zijn hart zou dan minder snel bloed pompen en dan zou al het onderzoek wel eens misleidende conclusies kunnen trekken. Tijdens al dat nadenken over de toekomst, leek het alsof Staener de wereld om zich heen vergat. Hij was zo gefocust bezig met het schetsen van bewerkingen en formules in zijn hoofd dat hij zich bijna dood schrok toen hij een gil hoorde. Een luide gil, een gil van dichtbij. Het deed hem denken aan Core toen hij haar voor het eerst probeerde uit te kleedden. Ze stribbelde tegen en stampte wild met haar benen in het rond. Ze krijste, ze gilde, ze schreeuwde. Hij had zijn hand toen tegen haar mond gedrukt om het geluid te dempen, maar ze zette haar tanden stevig in zijn vlees waardoor hij zijn hand meteen wegtrok. Hij had haar toen geslagen en verwond met zijn mes. Het had niet veel opgebracht, want ook de andere keren schreeuwde ze en werkte ze tegen. Hij wou haar zo graag opsluiten in Voltai, hij wou haar zo graag klein krijgen, haar tot zijn slaaf maken zonder dat ze nog maar een beetje tegendraads zou doen.
Een meisje sprong plots uit het struikgewas en botste tegen Staener aan. Hij keek haar boos aan, maar wanneer hij zag dat ze een Xio was, maakte hij plaats voor een glimlach. Ze had blauwe ogen en lange blonde haren. 'Ren!' Riep ze. 'Wordt je achternagezeten door Jagers?' Vroeg Staener al lachend. 'Nee, nog veel erger!' Paniekeerde ze. 'Wat dan?' Vroeg hij terwijl hij een wenkbrauw optrok. Een antwoord kreeg hij niet, tenminste niet van haar. Hij hoorde achter zich een vreselijk, angstaanjagend gegrom. Hij draaide zich heel traag om en zocht naar de bron van het geluid. 'Blijf niet zo staan, ren!' Riep het meisje ongeduldig. Het gegrom werd luider. 'Ren!' Gilde het meisje. Staener wist dat hij moest rennen, maar toch bleef hij staan. Hij wou weten wat het was, wat was er zo gevaarlijk. Een groot zwart beest sprong door de struiken heen en viel Staener aan. Hij viel op de grond en het beest drukte zijn grote poten tegen zijn borstkas aan. Het was een wolf. De wolf liet zijn sneeuwwitte tanden zien. Hij gromde oorverdovend en zijn oren lagen in zijn nek. Zijn haren stonden overeind en zijn ogen lieten hem er kwaadaardig uitzien. Staener worstelde met de wolf en probeerde vanonder hem vandaan te komen, maar het beest was te sterk en dreigde bovendien te bijten bij de minste beweging die hij maakte. Het meisje snelde te hulp. Ze brak een tak af bij de dichtstbijzijnde boom en ging in de aanval. Ze sloeg de wolf met de tak meermaals op het hoofd. De wolf werd razend en had nu zijn zinnen gericht op haar. Het meisje besefte dat ze moest vluchten, nú! Ze gooide de tak weg en sprintte ervandoor. De wolf zat haar achterna. Staener nam zichzelf de tijd om weer overeind te kruipen. Hij veegde traag de modder van zijn lichaam. Dat meisje had hem gered, maar eigenlijk kon dat hem weinig schelen. Hij hoopte zelfs dat de wolf haar te pakken zou krijgen en zou verslinden. Hij keerde weer terug naar Kret.
Het meisje rende door het bos. De wolf zat haar op de hielen en probeerde soms zelfs toe te happen. Ze was doodsbang en hoopte dat ze nog een uitweg zou vinden voor hij haar zou verslinden. Ze kwam uit op de plek waar Jonas en Core lagen te slapen. Alice, die nog wakker was, stond meteen recht. 'Wie ben jij?!' Reageerde ze en nam het meisje bij haar kraag. Maar alvorens ze kon antwoorden, merkte Alice de wolf op. Het beest was enorm! Het schuim liep tot over zijn kaken en viel op de grond. Core en Jonas ontwaakten ook. 'Een wolf?!' Riepen ze. Alice nam haar pijl en boog in beslag en richtte die op het hoofd van het zwarte beest. Het dier gromde en bereide zich voor om haar aan te vallen. Toen hij met zijn kaken wijdt de sprong waagde om haar te bijten, schoot ze een pijl af die zijn doelwit raakte. De wolf viel meteen op de grond terwijl zijn bloed werd verspreid over de aarde. Alice wreef het zweet van haar voorhoofd en schonk het nieuwe meisje een nijdige blik. Jonas en Core keken ook naar het vreemde meisje die zichzelf uitgeput liet vallen op de grond. Ze hijgde en haar borst ging wild op en neer. 'Bedankt... Je hebt me... Gered...' Hijgde ze dankbaar. 'Wie ben jij?' Vroeg Alice weer. 'Ik ben Liv, afkomstig uit Liamer. Ik werd ontvoerd in een witte bestelbus met groen/grijze letters erop. Ik kan me niet herinneren wat het woord spelde dat erop stond, maar ik weet zeker dat de plek waar ze me wouden heenbrengen niet het paradijs heet. Gelukkig kon ik ontsnappen.' Core dacht plots terug aan Staener. Ze had hem eens een document zien opstellen waar ook grijze letters met groene randen op stonden. 'Was het Voltai?' Gokte Core. 'Ja, ja dat was het!' Herinnerde Liv zich weer. 'Jij hebt geluk gehad. Die wagen zou inderdaad niet naar het paradijs gegaan zijn... Voltai is een vreselijke plek.' Liv keek Core aan, ze herkende zich in haar en dat gevoel was ook wederzijds. 'Ik ben Core.' Zei ze met een vriendelijke glimlach. 'Ja en ik ben Jonas.' 'Alice.' Zeiden ze. Liv zette zich weer recht. 'Wat doen jullie hier eigenlijk? Het is hier niet veilig! Het loopt hier vol jagers en ook daarnet liep ik een mens tegen het lijf! De man had een smerige grijns op zijn gezicht, ik vertrouwde hem niet! Ik redde hem, maar hij redde mij niet.' Jonas keek het meisje in de ogen. 'Was het Staener?' Vroeg hij. 'Ik weet niet hoe hij heet, maar hij is een tsjang.' Alice fronste haar wenkbrauwen. 'Een wát?' Vroeg ze. 'Een tsjang... Kan je de oude taal van de Xio's niet spreken?' 'Die werd me ooit aangeleerd, aangezien die verboden werd!' Snauwde Alice, wel een beetje jaloers omdat ze die taal ook wel graag had willen leren. 'Ik heb h'm mezelf aangeleerd, maar ik beheers hem niet helemaal. Ik leerde het om bepaalde teksten te kunnen begrijpen.' Zei Core trots. 'Ik heb h'm moéten leren van mijn vader, dat was belangrijk als ik een leider zou willen worden.' Vertelde Jonas. 'Mijn ouders hebben het me aangeleerd, al van kinds af aan.' Zegt Liv. Alice haalt haar schouders op. 'Wat ben je nog met zo'n oude taal. Niets!' Ze zei dit om haar jaloezie te verbergen, wat had ze graag ook die taal gekund... 'Je kan er wel veel mee hoor: teksten van Xio's begrijpen, praten zonder dat de mens weet waarover je het hebt,...' 'Het kan me niet schelen! Maar nu moeten we een keuze maken. Blijven we hier? Of gaan we weg?' Core sloeg haar armen over elkaar heen. 'Waarom zou je nou weg willen gaan?' Alice raakte gefrustreerd en stapte dreigend op Core af. 'Je hebt het toch gehoord?! Die gestoorde mafkees loopt rond in dit bos!' Core maakte een handbeweging die duidelijk maakte dat Alice wat kalmer aan moest doen. 'Weet ik, maar waar gaan we dan heen?' Jonas wreef al denkend over zijn hals. 'Misschien moeten de bergen intrekken? Het is een lang eind wandelen, maar daar hebben we meer kans dat ze ons niet zullen vinden.' Core knikte en ging ermee akkoord, ook Alice vond het een goed plan. Jonas wende zijn blik af naar Liv. 'Heb jij soms zin om ook met ons mee te gaan?' Er verscheen een glimlach op haar gezicht. 'Ja, natuurlijk!' Jonas dacht even terug aan James en Thomma. 'Maar is het niet beter als James en Thomma ook meegaan? We kunnen hun hulp goed gebruiken.' Alice schudde snel haar hoofd. 'Die twee sukkels? Mooi niet!' Jonas hield zijn hoofd schuin. 'Komaan Alice, wees eens wat verdraagzamer.' Ze zucht. 'Goed, maar als ik me ga irriteren aan hun, dan moeten ze weg.'
Heeeey mensen! Genoten van het hoofdstuk? Vergeet niet te stemmen en te reageren! Tot snel!

JE LEEST
Vrijheid
FantasiDit verhaal speelt zich af in een wereld waar er twee groepen zijn: de mens en de Xio's. Hoe je het verschil kan herkennen? De Xio's hebben blauwe ogen en blonde haren en worden doorheen de geschiedenis gezien als nutteloze arbeiders. Maar wanneer d...