14.

40 6 4
                                    

Core staarde naar buiten door het autoraam. Ze reden met de wagen over een weg die door het bos van Conimar ging. Het was donker buiten en de hele natuur was bedekt onder een laagje sneeuw. Staener draaide aan de volumeknop van de radio en zette die zo wat zachter. 'Denk je aan Jonas?' Vroeg hij stil terwijl hij zijn ogen even van de weg liet afdwalen om naar Core te kijken. 'Ik krijg hem niet uit mijn hoofd...' Zuchtte ze. 'Eigenlijk had ik voor vandaag een experiment met hem gepland, maar ik was deze afspraak helemaal vergeten! Dus dat experiment zal voor morgen zijn...' 'Spannend.' Zuchtte Core ongeïnteresseerd op een sarcastische toon. 'Maar... Dat experiment zou ik liever in het gebouw van Voltai willen uitvoeren. Ik heb daar tenminste de materialen die ik nodig heb. Zin om mee te gaan?' 'Ik? Meegaan? Wat heb ik daar te zoeken?' Vroeg ze hem al fronsend aankijkend. 'Geen idee... Ik dacht dat je het misschien leuk zou vinden. Jij weet erg veel Core, meer dan wij weten. Ik las je notitieboek, het is gewoonweg fascinerend hoe jij je zo verdiept hebt in de culturen en aanpassingen van de Xio's. Wij kunnen jouw kennis goed gebruiken.' 'Ik weet het niet Staener... Ik heb geen zin om het risico van gedood te worden te nemen. Ik denk dat het beter is als ik gewoon thuis blijf.' Zei ze. 'En Jonas dan? Laat je die arme jongen zomaar aan zijn lot over? Hij zal wel boos zijn als die dit hoort.' 'Dat is dan maar zijn probleem! Pff, mijn beschermengel... Wat een leugen. Jij vormt per definitie een groot gevaar voor mij en dat weet hij, dus waar is mijn beschermengel nu dan?' Er verscheen een grijns op het gezicht van Staener. Core en Jonas groeiden sneller uit elkaar dan hij ooit had kunnen denken en ze waren nog niet eens samen!

Maar tegelijkertijd was Jonas op dat moment bezig met de redding van Core... Hij rende naar boven en nam de pijl en boog van Staener die hij op zijn kamer aantrof. 'Dit keer niet, Core. Nu laat hij jou met rust, voor altijd.' Zei hij vastberaden. Hij opende het raam en sloop naar buiten. Hij klauterde over het hek heen en rende zo snel als hij kon het bos in. 'Dit haal ik nooit, ze zijn er vast al!' jammerde hij. Hij hield niet van opgeven, maar hij wist dat hij het al lopend niet zou redden. Hij keek nog eens op het briefje naar het adres. 'Ik weet die locatie niet eens zijn! Waar ben ik toch mee bezig? Ik had Core moeten tegenhouden toen dat nog kon!' Hij hoorde plots hoefgetrappel. Hij draaide zich snel om en zag zijn merrie Yellow. Ze rende naar hem toe en stopte fors voor hem. Ze gooide haar lichaam in de lucht en steigerde. 'Je hebt me gevonden!' Riep Jonas blij. Ze hinnikte en stampte met haar hoef. 'Jij kan me helpen!' Hij sprong op haar rug en greep haar manen vast. 'Komaan Yellow, rennen!' Riep hij. Het paard sprong meteen in galop. Ze galoppeerden door het bos, maar Jonas had geen idee waar hij heen moest gaan. Het was bovendien nog eens donker, hij kon amper zien waar hij heen ging. Yellow ging zo snel dat Jonas de omgevallen boom op de weg te laat opmerkte. Zijn paard sprong eroverheen, maar hij kon zijn evenwicht niet meer bewaren en schoof van haar schoft af. Hij belande in de modder. Yellow draafde naar hem toe alsof ze bezorgd om hem was. 'Dit gaat niet werken, straks verdwalen we nog.' Zuchtte hij. Hij zette zich recht en wreef enkele modderplekken van zijn kleren. 'Handen omhoog!' Riep plots iemand en sprong voor Jonas. Het was een gespierde jongen, ook een Xio, met een pijl en boog in zijn handen. 'Wie ben jij en wat doe jij hier?' Gromde de jongen. 'Ik ben opzoek naar Core, een vriendin die in gevaar is.' De jongen keek hem aan met argusogen. 'Hmm... Ben je gevaarlijk?' 'Ik? Natuurlijk niet, ik weet niet eens hoe je met zo'n ding moet schieten.' Lachte hij met zichzelf. 'Een Xio die niet met een pijl en boog overweg kan?' Vroeg de jongen door. 'Niemand heeft het me ooit geleerd... Maar hoe moeilijk kan het zijn?' Grinnikte Jonas. 'Nah Thomma, hij is niet gevaarlijk.' zuchtte de jongen. Er verscheen een andere jongen uit het struikgewas, hij was veel kleiner, kleiner dan Jonas en Jonas was al niet zo groot. 'Jammer, dacht even dat we eindelijk wat spanning zouden hebben. Een gevecht had zo mooi geweest... Het wordt hier met de dag saaier.' Zuchtte Thomma. 'Wie zijn jullie?' Vroeg Jonas nieuwsgierig. 'Deze kleine hier met z'n grote mond is Thomma! En ik... ik ben James, aangenaam.' Jonas ogen werden groot. 'James?! James ben jij dat echt?!' James keek Jonas verward aan. 'Ik ben het Jonas! Wacht, kijk!' Jonas toonde het litteken op zijn hand. 'We waren bloedbroeders! Weet je dat niet meer?' James keek ook naar zijn eigen hand en merkte ook een litteken op. 'Jonas?' Vroeg hij met een trilling in zijn stem. 'Ja! Dat ben ik!' Riep Jonas enthousiast. 'Wow! Ik had je niet herkend zo in het donker! Je haar is langer geworden!' Ze omhelsden elkaar. 'Ik ben blij dat je de oorlog overleefde!' Zei Jonas. 'Ik kon nog op tijd wegvluchten... Alleen de anderen.... De meeste werden geraakt.' Jonas nam zijn pijl en boog weer van de grond. 'Ik moet weer gaan, al blijf ik liever langer... Core heeft me nodig.' James hield Jonas tegen. 'Waar moet je heen? Misschien kunnen Thomma en ik helpen?' Jonas toonde het briefje van Atla. 'Weten jullie dat soms zijn.' De twee jongens lazen het briefje en Thomma knikte meteen. 'Jep! Dat is een kwartiertje stappen hier vandaan.' Jonas richtte zijn blik meteen op Yellow. 'En... Hoe lang is het rijden te paard?'

VrijheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu