22.

23 4 0
                                    

Staener ging meteen naar Zendra toe wanneer hij weer bij Kret aankwam. 'En? Heb je hem kunnen vangen?' Vroeg ze hoopvol. Hij durfde haar niet in de ogen te kijken en spreken lukte plots ook niet meer goed. 'Nee, het spijt me.' Mompelde hij. Ze sprong recht en gooide een stoel om. 'Die Xio is wéér kunnen ontsnappen! Wat maakt hem slimmer?! Waarom lukt het ons niet?!' Staener haalde zijn schouders onwetend op. 'Hij weet ons te bespelen, we mogen hem niet meer onderschatten.' Staener ging aan de tafel zitten en nam een pen en notitieblok bij de hand. 'Ik verzin wel iets, ik krijg h'm wel.' Zei hij zelfzeker. Hij schreef enkele dingen op, maakte ruwe schetsen, brak zijn hoofd tijdens het peinzen en kwam uiteindelijk op een besluit. 'Een spion.' Zei hij. Zendra keek op en herhaalde zijn vage woorden al mompelend. 'Ons zullen ze niet vertrouwen, maar een eigen soortgenoot wel...' Grijnsde hij. 'Staener, zeg nou maar gewoon wat je bedoelt.' Zuchtte ze. 'We vangen een Xio die we omkopen om hen te zoeken en met hen mee te gaan als spion. Hij geeft ons alle informatie door die hij heeft over bijvoorbeeld hun locatie zodat wij hen kunnen vangen!' Zendra ging tegenover hem zitten en legde haar handen gevouwen op tafel. Ze dacht even na over zijn plan, maar schudde dan haar hoofd. 'Geen enkele Xio zou z'n eigen soort willen verraden.' Daar had ze misschien wel een punt. Xio's waren heel beschermend en zouden een eigen soortgenoot nooit in gevaar brengen. 'Ze zijn heel familiaal, hun familie is hun alles. We moeten een Xio vinden die we makkelijk kunnen omkopen door te bedreigen. Een man of vrouw met kinderen zou het makkelijkste zijn. We scheiden deze Xio van zijn of haar kinderen en bevelen om op zoek te gaan naar Jonas. Indien deze Xio weigert betekent dat de dood van zijn of haar kinderen. Zo simpel is.' Het was inderdaad simpel uitgelegd, maar het was nog lang niet doordacht. 'Vind maar eens een Xio met kinderen, de meeste families hebben we al kapot gemaakt.' Zei Zendra, maar schuldig voelde ze zich er niet van. 'Ik zal bellen met Raven en vragen of we toevallig niet al gevangenen hebben die we zouden kunnen inschakelen als spionnen.' Zei Staener en viste zonder aarzelen zijn mobiel uit zijn zak. Hij belde Raven...

Jonas, Core, Alice en Liv waren intussen aangekomen in Ten-Bel waar Thomma en James lagen te slapen. Jonas had de twee jongens wakker gemaakt en hen voorgesteld aan Liv. Vervolgens legde hij hun plan uit om naar de bergen te trekken. Ze gingen meteen akkoord en namen al enkele spullen samen zodat ze de volgende dag meteen zouden kunnen gaan vertrekken.

Het was pikkedonker buiten en ook ijskoud. De sneeuw mocht dan misschien al uit het landschap weggetrokken zijn, maar de kou bleef. Core staarde naar het vervallen, betonnen plafond boven haar. Haar handen lagen gevouwen op haar buik, alsof ze klaar was om in een begrafeniskist gelegd te worden. Ze kon niet slapen. Deze nacht- die misschien intussen al een ochtend was geworden- was vreselijk. Ze was vrij, maar had zorgen. Wat als Staener terug zou komen? Wat nu met Léa, Zabou en Kai? Zou ze Stan ooit wel nog levend terugzien? Ze kreeg er hoofdpijn van. Ze begreep maar niet hoe het kwam dat iedereen met gemak in slaap was kunnen vallen en zij daar zoveel moeite mee had. Ze was niet alleen een dromer, maar ook een denker. Jonas had gelijk. Ze denkt veel. Té veel. Ze sloot haar ogen weer en deed nogmaals een poging om te slapen. Weer zonder succes. Misschien was het de koude betonnen ondergrond waar ze op lag? Ze deed haar vest uit en vouwde die tot een bolletje waar ze vervolgens haar hoofd op legde. Dit was al beter. Maar hierdoor kreeg ze het alleen maar kouder. Ze sloeg haar armen over haar schouders heen en kromp in elkaar. Ze trok haar benen op en duwde haar hoofd tegen haar borst. Waarom lukte het de anderen en had zij er zoveel moeite mee? Waarom leek het zo makkelijk, maar was het moeilijk? Ze draaide zich een paar keer om en wroette de hele tijd. Ze probeerde zichzelf steeds in een comfortabelere positie te leggen, maar dat hielp maar voor even. Jonas werd wakker van haar frustratie. Hij zette zich recht en kwam naar haar toe. Hij ging naast haar zitten met z'n knieën opgetrokken. Zijn haar zat in de war en zijn huid was deels bedekt met modder, maar dat probleem had Core ook wel. 'Kan je niet slapen?' Vroeg hij ook al wist hij haar antwoord al. 'Waarom lukt het me niet? Wat doe ik verkeerd?' Vroeg ze radeloos. 'Acht trek het je niets aan, het went wel. De winter is gewoon de moeilijkste periode: alles is koud, alles is hard, weinig voedsel, veel wit en weinig groen, regen en maar amper zon,... En jij bent dit ook niet gewend. Jij bent gewend om op een zachte matras te slapen met een lekker warm deken over je heen. Dat is volkomen normaal.' Ze glimlachte. 'Ik heb veel respect voor jou, Jonas. Jij bent hierin opgegroeid toen je nog klein was. Ik zou het al lang opgegeven hebben of zou dood zijn gegaan.' Hij wreef door zijn haren en wist niet goed wat hij moest zeggen. Hij voelde zich wel trots, het was inderdaad niet makkelijk geweest. Misschien was het allemaal wel gewoon geluk of toeval. 'De eerste dagen zullen misschien moeizaam verlopen, het verbetert wel.' Suste hij hoopvol. 'Denk je dat ze ons zouden komen zoeken?' Vroeg ze uit het niets. Jonas had haar vraag niet verwacht. Ze week plots af van hun gespreksonderwerp. 'Ik durf ervoor te wedden.' Zuchtte hij. 'Ze zullen ons toch niet vinden, hé?' Jonas hoorde de trilling in haar stem. Ze was bang en onrustig. Dat zou wel eens de reden van haar slapeloosheid kunnen zijn geweest. 'Morgen trekken we naar de bergen. Eens we daar zijn zullen ze ons niet snel meer vinden.' 'Ik ben bang.' Bekende ze. 'Van Voltai of van Staener?' 'Beiden, maar vooral van Staener. Hij is de oorzaak van al mijn nachtmerries.' Jonas zag het water in haar ogen staan. 'Wat zou ik graag mijn vuist in zijn gezicht duwen.' Spuwde hij. Core was stil geworden. Ze staarde zinloos voor zich uit. 'Aan wat denk je nu?' Vroeg Jonas die het gesprek niet wou staken. 'Weet je, Staener was niet altijd een slecht mens. Hij beschermde me en troostte me.' 'Deed hij dat echt?' Ze knikte. 'Waneer veranderde hij?' Jonas wou het uit haar krijgen. Hij durfde te wedden dat hij de enige persoon was waartegen ze dit ooit vertelde. 'Wel... Het lichaam van mijn oudere zus Marlies begon zich stilaan voor te bereiden op de volgende fase. Ze kreeg groeispurten, kreeg puistjes, bredere heupen,... Maar ze werd ook ongesteld op twaalfjarige leeftijd. Toen dat voor het eerst gebeurde waren Stan en Zendra niet thuis. Enkel Marlies, Staener en ik. We vertrouwden hem en we vertelden hem ook altijd alles, dus ze schaamde zich ook niet om het hem te vertellen. Dat deed ze ook en ze vertelde ook dat het pijn deed. Hij had daar een "oplossing" voor. Hij moest even zoeken maar kwam daarna naar haar toe en legde een pil in haar hand. "Slik zo'n pil elke dag en het zal geen pijn meer doen." Zei hij toen. Ze nam de pil in. Even later ging ze weer naar hem toe. Het pilletje leek niet te werken. Hij deed alsof hij verbaasd was, maar gaf haar dan een ander pilletje. Na het innemen van het tweede pilletje voelde ze zich heel slap. Ze ging slapen, vroeger dan normaal. Ik besloot haar voorbeeld te volgen en dook ook mijn bedje in. Ik viel niet meteen in slaap zoals zij deed. Ik bleef wakker. Staener trippelde wat later de kamer in. Dat eerste pilletje bleek de pil te zijn tegen zwangerschappen en het tweede pilletje was een slaappilletje. Ik had gezien hoe hij haar verkrachtte terwijl ze weg was van de wereld. Het was afschuwelijk. Ik riep dat hij ermee moest ophouden, maar hij greep me bij mijn keel en zei dat ik het niemand ooit mocht vertellen. Hij heeft haar nooit meer wat aangedaan en zij heeft het nooit geweten. Maar ik was zijn nieuwe slachtoffer geworden. Hij liet me -toen ik in die periode terechtkwam- steeds blazen in één of ander machientje. Als het lampje rood werd dan liet hij me met rust. Werd het groen, dan was de kans groot dat hij me zou verkrachten. Het groene gaf namelijk aan dat ik niet zwanger zou kunnen worden. Ik ben bang dat zijn volgende slachtoffer Léa zou zijn. Dat mag echt niet gebeuren!' Jonas sloeg een arm om haar heen. 'Hij laat haar wel met rust. Maar hij zal ons niet met rust laten vrees ik. Als iemand je nog eens aanraakt of je pijn doet dan zal ik vechten. Voor jou. Ik ben tenslotte je beschermengel.' Knipoogde hij zelfzeker. 'Dat is lief.' Glimlachte ze. Vervolgens legde ze haar hoofd op zijn borst en ging liggen, net als hem. Ze sloot haar ogen en viel in slaap.

Heeeey mensen! Vergeet niet te stemmen en te reageren! Tot snel!

VrijheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu