36.

35 3 0
                                    

Staener wreef door zijn haren en zuchtte. 'James is hier niet meer. Hij werd overgebracht naar Voltai.' Jonas wou Staener bij de keel grijpen, maar het lukte dit keer wel om zich in te houden. 'Ik wil dat je hem vrij laat.' Beval hij. 'Jonas, we kunnen niets met hem aanvangen. Hij zal alleen maar in de weg lopen. Net als die andere vriendjes van jou.' De Xio fronste zijn wenkbrauwen. 'Andere vriendjes? Ken jij Alice, Liv en Thomma dan?' Staener knikte eerlijk. 'Tano heeft hen naar hier gebracht. Nu verblijven ze in het hoofdkantoor van Voltai, net als James.' Jonas stampte op de grond uit frustratie. 'Ik wist dat die Tano niet te vertrouwen was!'

De deur van Staener's kantoor ging open. Het scharnier kraakte waardoor Staener en Jonas erheen keken. Het was Core. Jonas merkte meteen op dat ze nog doodmoe was, ze moest wel wakker geworden zijn van hun gekibbel. Hij draafde naar haar heen en nam haar beide schouders vast. 'Hé liefje... Kon je niet slapen?' Vroeg hij zacht. Ze keek hem met wazige ogen aan. 'Ik hoorde jullie praten, wat was dat over Tano?' Vroeg ze eigenlijk meteen. 'Die verrader, zoals ik je al eerder had gezegd, heeft onze vrienden naar Voltai geleid.' Core schrok. 'Nee! Wat erg! Ze zijn in gevaar, we moeten ze redden! Maar Tano?! Waarom deed hij zoiets?! Hij zag er echt betrouwbaar uit.' Jonas rolde met zijn ogen. 'Ik wist al van tevoren dat hij een smerige rat was. Hij verstoorde óns moment!' Staener kruiste zijn armen. 'Júllie moment?' Vroeg hij geïnteresseerd, ook Core begreep hem niet goed op dat ogenblik, tot het haar te binnen schoot. 'Ow... Dát moment?' 'Welk moment?!' Vroeg Staener door. 'Niets bijzonders...' 'Welk moment?!' Riep hij gefrustreerd. Jonas en Core keken elkaar even aan. Ongemakkelijk... Erg ongemakkelijk... 'Laat me raden: jullie waren elkaars lichaam aan het... Ontdekken?' Gokte Staener na een zucht. Er volgde een stilte die de bevestiging vormde voor zijn gok. Staener slaakte een zucht en rolde met zijn ogen. 'Tieners....'

Core keek Jonas bang aan. 'Jonas, dit is echt verschrikkelijk! Alice en Liv zullen mishandeld worden en James en Thomma zullen misschien wel gedood worden!' Jonas legde zijn handen op haar schouders. 'Core, liefje, siean zurgos. Ik regel het wel. Je bent moe carazona, kruip je bedje maar weer in. Ik kom straks.' Ze fronste haar wenkbrauwen. 'Wat ga je nu dan doen?' Vroeg ze bezorgd. 'Even met Staener praten. Ik kom zo.' Ze haakte haar vingers in de zijne. 'Beloof je dat je snel terugkomt?' Jonas vertoonde een sussende glimlach. 'Ik kom. Zometeen.' Ze gaf hem nog een kus en ging daarna weer terug naar haar kamer.

'Wat sta je zo dwaas te kijken? Onderzoek me! Experimenteer op mij! Het kan me niet schelen! Ik wil een kuur vinden voor Stan!' Siste hij naar Staener. Staener twijfelde geen seconde. Meteen nam hij nog wat extra bloed bij Jonas af. Het bloedonderzoek duurde lang. Heel lang. Jonas had zich laten vallen op het bed van Staener. Hij lag er op zijn rug, uitgespreid, starend naar het plafond boven zich. Hij viel bijna in slaap, het schol echt niet veel. Staener werkte door, de hele nacht...

Ze was mager, net zo mager als Core. Haar ogen waren beeldschoon en straalden als sterren. Ze had korte blonde haren, die haar schouders net niet raakten. Ze zat met haar benen gekruist in Ten-Bel. Het leek wel alsof ze contact probeerde te maken met het bovennatuurlijke. 'Johannes denkt dat ik erboven op ben, maar de waarheid is dat ik nog vol met trauma's zit. Niet alleen mijn huid heeft littekens gekregen, ook mijn kern. Ik heb pijn, zoveel pijn. Het ergste is dat ik niet eens zeker ben of Jonasje wel mijn kind is... Wie weet is zijn echte vader wel één van die criminelen? Ik probeer me sterk te houden Jonathan, maar iedere nacht huil ik... Mijn lichaam werd in één klap een kermisattractie en de gevolgen draag ik er nog steeds van. Nachtmerries, elke nacht heb ik ze. Ik heb slaaptekort en ik ben bang dat ik één of andere ziekte heb opgelopen... Ik weet dat u de tijd niet terug kan draaien, maar ik heb één wens. Een wens die jij voor mij moet vervullen... Zorg ervoor dat mijn zoon niets overkomt. Waak over hem wanneer ik er niet meer ben. Staener zal wraak nemen, wraak op Johannes nadat hij me van dat monster bevrijdde. Hij heeft het op ons dorp gemunt en wanneer hij te weten komt dat we nu een zoon hebben loopt ook Jonas gevaar. Alsjeblieft, zorg voor hem. Maak van hem een overlever, een leider.'

Toen Jonas wakker werd de volgende ochtend, had hij een vreemd gevoel. Hij had zijn moeder gezien, gehoord op een manier zoals hij dat nooit eerder had gedaan. Haar korte haren had ze niet van nature of omdat ze dat zelf wilde, ze was een slaaf geweest. Een slaaf van Staener. Zijn vader moest haar gered hebben van die schurk en zo zouden ze later op elkaar verliefd zijn geworden. Jonas lag nog steeds in het bed van Staener. Staener was er niet, waarschijnlijk was die al wakker en was ie beneden aan het eten of wat dan ook. Op zijn bureau lagen notities, allerlei vreemde materialen en proefbuisjes.

Jonas ging slaapdronken naar beneden. Hij wreef doodmoe door zijn ogen. Core was ook alreeds wakker. Hij herinnerde zich hoe ze hem vroeg om bij haar te slapen, maar hij moest tijdens het onderzoek in slaap zijn gevallen. 'Goedemorgen slaapkop.' Lachte ze en wreef door zijn warrige haren. 'Ben je niet boos?' Vroeg hij fluisterend. 'Waarvoor?' Vroeg ze. 'Dat ik niet bij je was vannacht...' Antwoordde hij. 'Nee joh, dankzij jou moest Staener in de zetel slapen. Hoe kan ik daar nou boos om zijn?' Lachte ze. 'Dat hoorde ik Core!' Gromde Staener. Zendra, die aan het strijken was, merkte de rode ogen bij Jonas op. 'Heb je gehuild?' Vroeg ze. Door deze opmerking te maken, keken Core en Staener Jonas ook nauwkeurig aan. 'Nee.' Antwoordde hij bot. 'Jonas, we zien het. Het is overduidelijk dat je gehuild hebt.' Zei Staener die zijn krant aan de kant schoof. 'Jonas, wat is er gebeurd?' Vroeg Core en wreef bezorgd over zijn rug. 'Ik weet niet of ik droomde, het was echt vreemd. Het leek echt, het verklaarde veel, maar... Het kan geen herinnering zijn geweest. Ik was daar niet bij, niet op dat moment. Het leek wel alsof ik als een soort van onzichtbare figuur erbij stond, naar haar keek...' Core fronste haar wenkbrauwen. 'Wat zag je dan?' Jonas slikte. 'Mijn moeder. Ze huilde. Ze was bang en had pijn. Ze probeerde haar hart te luchten bij Jonathan. Ze had het over papa, over mij en over... Staener.' De verdrietige blik in Jonas' ogen veranderde. Hij werd woedend. Hij keek Staener nijdig aan. 'Jij. Je hebt mijn moeder misbruikt, niet? Je hebt haar behandeld alsof ze een voorwerp was en je deelde haar met je al even slechte vrienden...' Staener zette zijn bril van zijn neus en wreef door zijn ogen. 'Jonas, luister... Ik weet niet wat je gezien hebt, maar-' 'haar haren waren kort geknipt, net als de slaven in Voltai. Je kende haar, dat heb je gisteravond nog maar toegegeven! Je wist perfect hoe ze eruitzag en hoe ze was!' Jonas adem schokte plots. 'Wacht, wacht, wacht... Ze vertelde dat ze bang was dat mijn vader mijn echte vader niet was, dat ik de zoon ben van één van jouw vrienden of nog erger! Van jou!' Staener schudde zijn hoofd en sprong recht. 'Je wordt gek jongen! Natuurlijk ben jij de zoon van die smerige Johannes, dat bewezen DNA testen! En ja, misschien klopt het wel wat je hebt gezien.' 'Dus je geeft het toe?' Beet Jonas meteen. 'Ja, met haar verdiende ik veel toen ik krap bij kas zat. Het was voor de tijd van Voltai, ik was alles behalve rijk.' 'Harteloos, compleet harteloos.' Spuugde Jonas in zijn gezicht.

Er werd plots op de deur geklopt, nog voordat Jonas Staener een klap kon bezorgen. Er verscheen een grijns op het gezicht van Zendra. 'Daar moet je hem hebben... De professor!'

Heeeey mensen! Genoten van het hoofdstuk? Vergeet niet te stemmen en te reageren! Tot snel!

VrijheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu