23.

19 4 0
                                    

Vroeg in de ochtend maakte Jonas iedereen wakker. Hij wou zo snel mogelijk vertrekken naar de bergen. De weg zou lang en zwaar worden, ze mochten de afstand zeker niet onderschatten. Ze vertrokken, allemaal nog slaapdronken. De zon scheen tussen de bomen door, maar het was nog steeds koud. Iedereen was heel stil. Ze kenden elkaar allemaal nog niet zo goed dus was het moeilijk om een gespreksonderwerp te vinden. Uiteindelijk was het James die de eerste stap zette. Hij gaf Jonas een plagende elleboogstoot. 'Hé, je had toch beloofd dat wanneer ik je terug zou zien je vijf kinderen zou hebben met-' Jonas drukte meteen zijn hand tegen James mond aan. 'Hou je kop! Dat was een grapje!' James lachte en keek vervolgens naar Core die achteraan de groep aansloot. Haar blik was naar de grond gericht en ze had er totaal geen idee van dat de jongens over haar bezig waren. 'Ze is wel heel mooi... Waarom zeg je haar niet gewoon wat je voor haar voelt?' Jonas zuchtte. 'Ik weet het niet James... Er zit een soort van angstkriebel in mijn lijf. Wat als ze me afwijst?' 'Doet ze niet! Ze ziet je zitten, dat wéét ik.' Jonas rolde met zijn ogen. 'Je kent haar niet eens.' 'Je hoeft een persoon niet altijd te kennen om te weten wat hij of zij voelt. En wat zij voelt is liefde m'n makker. Geef haar die. Wordt haar man.' Jonas reageerde niet en staarde ook naar de grond. 'Niet zo verlegen!' Grinnikte James en gaf hem een harde stoot. 'Zeg jij het haar dan.' Siste Jonas sarcastisch. 'Goed. Ga ik doen.' James wou naar Core toe gaan, maar Jonas greep snel in. 'Dat was maar een grap idioot!' 'Weet ik wel.' Lachte hij.

Terwijl ze met z'n allen door het bos wandelden onderweg naar de bergen, arriveerde Staener in Voltai. Raven had hem verwittigd. 'Toon me hem.' Beval Staener kort alvorens hij Raven begroette. Raven, die hoopte op een iets vriendelijker weerzien, knikte gehoorzaam en nam Staener mee. 'Hoe oud is de man?' Vroeg Staener hem terwijl ze door de lange witte gangen wandelden. 'Geen idee, midden veertig gok ik. Hij heeft een dochtertje van elf.' Antwoordde Raven. 'Mooi zo. Heb je het apparatuur bij je? Microfoons, camera's,...' Raven knikte. 'Alles is al geregeld. We hebben de man ook gechipt en hebben hem ingelicht over de missie.' 'Mooi zo Raven, goed werk geleverd. Binnen de kortste keren hebben we die Xio's weer in handen.' Lachte hij op een kwaadaardige manier.

Ze bereikten de kamer waar de man in opgesloten zat. Staener opende de deur en keek toe hoe hij ineengekrompen in een hoekje van de kamer zat te huilen. 'Sta op.' Beval hij kort, zonder medelijden. De man-een Xio- kroop langzaam overeind. Met tranen in de ogen keek hij Staener aan. 'Laat mijn dochter gaan alsjeblieft, ik doe alles, maar laat haar gaan!' Staener grijnsde. 'Luister, we laten haar niet gaan, ze is nu in bezit van Voltai net als jij. Maar we zullen haar niets doen op voorwaarde dat je je opgegeven missie uitvoert.' De man liet zich weer hulpeloos vallen op de grond. 'Ik kan het niet, mijn eigen soort verraden, dat kan ik echt niet!' Het gezicht van Staener sloeg over naar een kwaadaardige blik. 'Denk aan je dochtertje... Ik ken een hele boel mannen die haar wel eens graag zouden willen ontmoeten!' Het verdriet van de man sloeg over in haat en woede. 'Laat haar met rust!' 'Als jij die soortgenoten van je opzoekt, ons informatie doorstuurt en ze vervolgens naar een plaats heen lokt waar we ze kunnen vangen, hebben we een deal.' De man, wiens gezicht vol schrammen en blauwe plekken stond, ging met zijn vingers door zijn baard. 'Ik doe het, voor mijn dochter Lizzy.' Staener knikte tevreden. 'Dan sturen we je zometeen het bos in. Je bent gechipt, dus ontsnappen is onmogelijk. Je stuurt ons alle informatie door over hun locaties en zo via de gegeven mobiel en je krijgt een camera mee om ons soms filmpjes door te sturen zodat wij kunnen weten hoe stabiel jullie allemaal nog zijn op gebied van gezondheid en reacties ten opzichte van elkaar.' De man ging met tegenzin akkoord. 'Maar hoe weet ik wie ze zijn? Hoe ze eruit zien?' Vroeg hij vervolgens. Staener haalde zijn mobiel boven. 'Ik heb enkele foto's van Core die ik je zal doorsturen. Ze is het meisje dat hoogstwaarschijnlijk de hele tijd rond Jonas hangt. En Jonas herkennen is niet moeilijk: hij heeft felle blauwe ogen.' Hij stopte zijn mobiel weer weg en keek de man weer aan. 'Hoe heet je?' Vroeg Staener. 'Lusitano, maar de meesten noemen me Tano.' Staener gaf Tano een schouderklopje. 'Goed Tano, straks zullen we zien hoeveel je echt om je dochter geeft.'

Heeey mensen! Genoten van het hoofdstuk? Vergeet niet te stemmen en te reageren! Tot snel!

VrijheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu