38.

44 2 0
                                    

Core volgde Joris naar het labo waar ze hun practicum zouden uitvoeren. Lize en de twee vrienden van Joris waren alreeds aanwezig. 'Goed, ik heb alles al klaargezet. We kunnen meteen beginnen.' Zei Lize enthousiast. 'We gaan niet meteen beginnen.' Grijnsde Joris en keek naar Core. 'Jazza hou Lize tegen.' Beval hij. Jazza knikte en greep Lize vast. Hij duwde haar armen achter haar rug. 'Hé!' Riep ze uit. Core keek Joris met angstige ogen aan. Zijn blik voorspelde niets goeds... Ze werd plots langs achter vast gegrepen. George, de andere vriend van Joris, hield ook haar handen achter d'r rug. Hij boog haar hoofd naar voren zodat Joris zich groter kon opstellen en er zo machtig uitzag. Hij bleef haar grijnzend aankijken. Hij speelde met haar haren en negeerde haar woedende blik. Vervolgens keek hij naar haar arm die in het verband zat gewikkeld. 'Nog steeds zo'n pijn?' Vroeg hij. Ze antwoordde niet, haar ogen leken wel kogels die elk moment gelost konden worden. 'Het spijt me dat ik die kogel door je arm boordde, ik moest iets doen om je niet te laten ontsnappen. Je hoort hier Core, hier bij mij. Wij horen samen, wij hoorden altijd al samen. Wij zijn voor elkaar gemaakt.' Core schudde haar hoofd. 'Hou hiermee op Joris, als je van plan bent me te verkrachten weet dan wel dat Jonas je zal-' 'Jonas zal me juist niets! Die Xio schiet ik een kogel door het hoofd als ie mij aanraakt!' Core lachte uitdagend. 'Denk je dat je daar zo makkelijk mee wegkomt? Als jij Jonas vermoordt, mag je die jageropleiding wel vergeten! Zendra en Staener hechten veel belang aan hem, ze zijn meer geïnteresseerd in een simpele Xio dan in jou!' Hij greep haar bij de keel en duwde haar hoofd naar achteren. George liet Core los, zodat Joris het kon overnemen. Hij duwde haar tegen de muur aan en kneep in haar polsen. Zijn neus raakte de hare net niet, zo dicht waren hun hoofden van elkaar verwijdert. 'Jij vraagt er echt om hé Xio? Jij daagt mij echt uit... Goed dan, je hebt erom gevraagd!' Maar net toen Joris de kleren van haar lijf wou scheuren, ging er een alarm af. 'Hij is weg! Hij is weg!' Riep Thomas, de poortbewaker, die over het plein liep. Core's ademhaling ging wild te keer. Joris zou haar gaan verkrachten, hij zou haar pijn doen! Ze probeerde zich sterk voor te doen, maar vanbinnen brokkelde ze uit elkaar van angst. 'Hij is weg?' Herhaalde Joris en stapte naar het raam in het labo toe. Hij vergat één ding: hij had Core niet meer vast. Core greep meteen naar het eerste het beste wat ze zag: een metalen buis, zo groot als een meetlat. Ze dreigde ermee en het lukte haar Joris en zijn vrienden in een hoekje te drijven. Ze lachte van overwinning. 'Ik dacht het niet boys!' Riep ze. 'Jonas is weg!' Hoorde ze plots Thomas roepen. Ze schrok en de buis viel uit haar handen. Ze bleef verstard voor zich uit staren. 'Hij is weg?' Mompelde ze ongeloofwaardig. Lize keek haar ongerust aan. 'Core, wacht-' probeerde ze, maar Core stormde snel het lokaal uit. Ze holde door de gangen, rende het gebouw uit en bleef versteend staan op het plein.

Staener, Zendra, Stan, Léa, Zabou en Kai waren er ook al. Zo goed als iedereen van Kret stond verspreid over het reusachtige plein. Ook Lize, Joris en zijn vrienden renden haar achterna en bleven vervolgens staan op het plein. Thomas keek ongelovig naar de poort. 'Ik probeerde hem te stoppen, maar hij klom eroverheen! Ik snap het nog steeds niet! Hoe is dat hem gelukt?!' Core stapte ongelovig naar de omheining toe. 'Waarom? Waarom ging hij weg?' Snikte ze. Ze haakte haar vingers in de openingen van het ijzeren hek. Haar hoofd liet ze ertegen rusten. 'Jonas, alsjeblieft... Kom terug.' Bad ze. Ze zakte door haar knieën en bleef zo zitten. Léa stapte al troostend naar haar toe. Ze legde een hand op haar schouder. 'Misschien komt hij wel terug?' Fluisterde ze hoopvol. Core barste in tranen uit. 'Hij kan niet weg zijn, niet zomaar!' Hield ze verward vol. 'Ik geloof niet dat hij lang wegblijft... Hij heeft me beloofd om op Flip te letten, mijn knuffel.'

Core sloot haar ogen, ze hoorde plots iets en probeerde zich op het geluid te concentreren. 'Zwijg allemaal!' Riep ze, maar het bleef niet stil op de achtergrond. 'Iedereen stil zijn!' Schreeuwde ze zo luidt als ze kon, alle hoofden draaiden haar richting uit. 'Ik hoor iets...' Zei ze. 'Thomas, open de poort!' Beval ze. De poortbewaker keek haar niet-begrijpend aan. 'De poort openen? Hoezo?' 'Open de poort nou maar!' Beval ze. Ook al mocht Thomas dit niet, hij deed het toch. De grote poorten schoven open. Iedereen bleef Core verward aankijken. 'Achteruit. Iedereen, achteruit.' Zei ze. Raar maar waar luisterde iedereen naar haar, zelfs Staener en zelfs Zendra. Een wind dook op. Haar blonde haren wapperden woest te keer terwijl er stof langs haar lichaam dartelde.

In de verte vingen ze een glimp op van een dier. Een dier met vier benen, een goudgele kleur en wapperende witte manen. Het was een paard, dat was duidelijk. Een prachtig paard. Met twee witte sokken aan de voorbenen, een grote witte vlek op het voorhoofd en blauwe maanogen. 'Yellow.' Glimlachte Core opgelucht. Het paard stormde Kret binnen en stopte vlak voor Core. Ze bries in haar gezicht en spitste haar oren. 'Ik ben blij je te zien meisje.' Fluisterde ze het paard toe. Ze streelde door haar glanzende vacht. Iedereen stond versteld van het wonderbaarlijke paard. Vooral Léa was onder de indruk. Ze straalde één en al vrolijkheid uit. Yellow keek nieuwsgierig in het rond, de meesten waren bang of waren verrast. Anderen begrepen het niet en vielen bijna om van verwondering. Yellow merkte het kleine meisje op. Ze hinnikte zacht en draafde haar richting uit. Léa was niet bang, ze bleef moedig staan en ontving de merrie als het ware met open armen. Ze keek Yellow aan alsof ze haar grootste idool was. Haar pretoogjes en haar lach ontroerden Core. Ze wreef over de neus van Yellow die haar ogen sloot van genot. 'Je bent zo mooi!' Zei ze verwonderd.

'Ik wist wel dat ik haar hiermee een plezier zou doen...' Core schrok van die stem en draaide zich weer naar de poort toe. 'Jonas?!' Ze rende naar haar god toe en sloeg haar armen om hem heen. 'Hé, ik was maar een paar minuten weg hoor!' Lachte hij. 'Dat waren de langste minuten van mijn leven!' Léa keek Jonas aan alsof hij een echte held was. 'Is het jouw paard?' Vroeg ze. 'Ze is eigendom van de vrijheid, maar gehoorzaamt mij. We zijn partners, vormen een kudde van twee.' 'Cool!' Riep Léa.

'Kret is geen plaats voor een wilde mustang, haal dat paard weg!' Beval Joris, alsof hij de eigenaar van Kret was en alles voor het zeggen had. 'Ik doe juist niets, als je haar weg wilt moet je daar zelf maar voor zorgen.' Glimlachte hij uitdagend. 'Denk je echt dat ik daar moeite voor zou doen? Een kogel door dat beest z'n kop en alles is opgelost!' Beet Joris. Jonas slikte wel even, ze moesten van Yellow afblijven!

'Wel, ga je nog oprotten met dat beest, of daag je me uit?' Vroeg Joris ongeduldig. 'Mag ze niet hier blijven? Ze zou een prima vriendje zijn voor Flip.' Vroeg Léa zacht. 'Bemoei je er niet mee kleine rat! Dit gesprek gaat tussen mij en Jonas.' Jonas lokte Yellow naar zich toe door een soort van uil-achtig gehuil na te bootsen. Het commando dat hij haar aanleerde om naar hem toe te komen. En ja, de merrie gehoorzaamde en draafde naar hem toe. Hij wreef over haar neus en even leek het alsof ze afscheid namen. 'Breng dat paard weg, nú!' Beval Joris en verhief zijn stem. Maar Jonas had een plannetje in zijn hoofd...

Heeeey mensen! Genoten van het hoofdstuk? Vergeet niet te stemmen en te reageren! Tot snel!

VrijheidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu