*/* zevenentwintig */*

787 56 0
                                    

p.o.v Carolien

Ik kijk toe hoe Wolff de kamer uitloopt, hij gaat opzoek naar mijn grootvader. Oma, ik en Lore beginnen met de afwas. Daarna gaan we in de woonkamer zitten. Opeens komt mijn grootvader de kamer inlopen. Wolff loopt achter hem aan en gaat in zijn stoel zitten. 'Hanne' zegt mijn grootvader, 'het spijt me. Je had gelijk.'

'Het is voor het eerst dat jij dat toegeeft.'

'Dat weet ik, echt waar. En het spijt me. Ik had nooit mogen doen alsof hij de vijand is.'

Hij kijkt mij aan. 'Het spijt me meisie' zegt hij, 'ik had het nooit mogen doen. Als hij jou gelukkig maakt moet ik dat accepteren.'

Ik sta op en omhels mijn grootvader. 'Ik vergeef het u' zeg ik.

We gaan weer terug zitten. Wolff fronst en zijn ogen zijn weer wazig. Hij werd dus gemindlinkt. Ik wil dat eigenlijk ook wel kunnen. Als zijn ogen weer hun eigen mooie blauwe kleur worden staat hij op. 'Wat ga je doen' vraag ik.

'Er is een vergadering waar ik heen moet.'

Hij loopt weg voordat ik iets kan zeggen. Ik sta op en loop achter hem aan. 'Waar ga je heen' vraagt Lore.

'Ik ben de Luna' zeg ik, 'ik wil wel eens weten wat daar word besproken.'

Voordat ze iets anders kunnen zeggen loop ik de deur uit en ren naar het roedelhuis. Daarna volg ik Wolff naar de kelder waar hij een kamer inloopt. Ik sluip ook naar de kamer en kijk door een kier naar Wolff die tegenover een vastgebonden jongen staat.

'Nog laatste woorden rogue' gromt Wolff kwaad.

'Ik heb niks misdaan!'

'Dat heb je wel, je volgt die ander die mijn Luna wil doden! En dat laat ik echt niet gebeuren. Hoe minder er van jullie zijn hoe beter dat is.'

De jongen gromt. Hij lijkt nog niet eens achttien. Misschien is hij net pas achttien. Wolff staat opeens met een mes in zijn hand. Ik hap naar adem en doe een stap achteruit. Wat gaat hij doen?

'Doe de groeten aan de maangodin rogue' gromt Wolff.

Daarna hoor ik wat gorgelen en iets dat valt. Hij heeft iemand vermoord! Hoe kan je zomaar iemand vermoorden?! Opa had dus gelijk, ze willen alleen maar bloed zien!

Ik ren het roedelhuis uit en meteen door naar het bos als ik zie dat Meike het huis van Wolff inloopt. De adrenaline in mijn lijf zorgt ervoor dat ik niet kan stoppen met rennen.

Hoe kon Wolff dat doen? Hij heeft zomaar iemand vermoord die de persoon kende die mij dood wilde! Dat betekent niet dat hij dat ook wil. Wolff had het recht niet om hem te vermoorden.

Als ik voetstappen hoor stop ik pas. Ik kijk om me heen en geef en gil als iemand mijn armen achter mijn rug draait. 'Kijk eens aan' hoor ik een lage mannenstem zeggen, 'de Luna van de Whitelake roedel.'

The Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu