*/* twintig */*

1.2K 79 4
                                    

De volgende ochtend maakt Wolff me wakker. 'Goedemorgen kitten' glimlacht hij.

'Mogguh' zeg ik schor.

'Je klinkt schattig als je net wakker wordt kitten.'

Ik rol mezelf om, pak een kussen en gooi die naar hem. Hij vangt het kussen en houd zijn hoofd een beetje schuin. 'Dat krijg je terug.'

Hij springt op me en begint me te kietelen. 'Nee' gil ik, 'Wolff! Stop!'

Hij grinnikt alleen maar en blijft me doorkietelen. 'Zeg dat je dat nooit meer doet.'

'I-i-ik zal he-het no-nooit meer doen!'

Hij stopt direct met kietelen. 'Mooi.'

Hij gaat van me af en ik blijft hard ademend liggen. 'Zie ik je zo beneden?'

Ik knik alleen maar. Hij grinnikt en loopt naar beneden. Ik stap uit bed, douche en kleed me aan. Als ik beneden kom ruik ik dat Wolff eieren en bacon heeft gemaakt. Hij zit aan de tafel en kijkt op als ik binnenkom. 'Goedemorgen' zegt hij, 'kun je weer normaal ademen?'

Ik rol met mijn ogen en ga zitten. En ik val meteen aan, anders word het koud. Wolff hoor ik wat grinniken voordat hij zich weer op de krant richt. 'Is dat een mensenkrant' vraag ik met mijn mond vol.

'Nee, wolven.'

'Zijn er veel roedels?'

'Heel veel. Maar dat leg ik je later uit. We beginnen bij deze roedel. Goed?'

Ik knik en eet verder. Als het op is gaan we naar het grote huis van eerder. Als we langs de huizen lopen kijkt iedereen ons na. Ik ga wat dichter bij Wolff lopen. Hij kijkt me aan. 'Is er iets' vraagt hij.

'Ze kijken.'

Hij kijkt om zich heen. 'Wat is daar erg aan' vraagt hij.

'Ik voel me bekeken.'

'Ze zijn nieuwsgierig' zegt hij, 'dat mag je ze niet kwalijk nemen. Ik loop nooit met een meisje naar het roedelhuis.'

'Heet dat zo?'

Hij knikt. 'Daar worden alle vergaderingen en feesten gehouden.'

'Ook het dorpsfeest?'

'Ligt aan het weer, als het heerlijk weer is zijn we liever buiten.'

Ik knik. 'Duidelijk.'

Hij gniffelt. 'Dus wat gaan we doen bij het roedelhuis?'

'Eerst gaan we even naar een vriend. Hij is gewond geraakt tijdens een gevecht.'

'Is er ook een ziekenhuis?'

'Een ziekenzaal eigenlijk. Maar hij mag er waarschijnlijk vandaag al weg. Weerwolven helen sneller dan mensen.'

'Ik ook?'

'Iets sneller, niet veel.'

Hij opent de deur van het roedelhuis en laat me naar binnen lopen. We komen weer in de hal. Er lopen veel mensen rond die allemaal hun hoofd buigen als we voorbij lopen. We lopen naar één van de achterste deuren die we doorlopen. We komen in een kleine, witte zaal met overal bedden. Er liggen drie mensen. Twee mannen en een vrouw. Eén van de mannen slaapt en de vrouw ook. Wolff loopt direct door naar de man die wakker is. 'Gido' zegt Wolff, 'hoe gaat ie man?'

'Prima Alpha' zegt hij, 'Barend zegt dat ik vanmiddag al weg mag.'

'Mooi.'

'En wie is je gezelschap?'

Wolff kijkt naar mij. Ik sta nog steeds op een afstand te kijken. 'Gido' zegt hij, 'ik wil je voorstellen aan mijn mate, Caro.'

Ik loop naar hem toe en hij pakt mijn hand beet. 'Caro dit is Gido' zegt hij, 'hoofd van de wachters. En één van de raadsleden.'

'Leuk je te ontmoeten' glimlach ik naar hem.

'Wederzijds Luna' zegt hij terwijl hij zijn hoofd buigt.

'Waarom doet iedereen dat' vraag ik aan Wolff.

'Wat' vraagt hij.

'Hoofden buigen.'

'Respect naar onze Alpha en Luna' zegt Gido.

'Omdat wij de baas zijn?'

'Zoiets' zegt Wolff grinnikend.

Gido grinnikt ook. 'Dus ben ik de eerste die onze Luna mag ontmoeten' vraagt hij.

'Lennert, Feija, Meike en Liene zijn je al voor geweest.'

'Eén van de eersten dus.'

We blijven nog vijf minuten voordat we afscheid nemen en terug naar huis lopen. Als we over het plein lopen buigt iedereen weer zijn hoofd. 'Went dat ooit' vraag ik.

'Dat ze hun hoofden buigen?'

'Ja.'

'Niet echt. Maar het is maar zo. We kunnen het niet veranderen.'

We lopen de kamer in en zetten alvast koffie. Over een kwartiertje zullen zijn ouders hier zijn. En ik word steeds zenuwachtiger. Hoe gaan ze reageren?

The Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu