*/* negenendertig */*

596 46 1
                                    

p.o.v Rodolf

Ik loop het paleis van de koning in. Twee wachters staat bij de ingang naar de troonzaal. Ik loop de troonzaal in naar de troon toe. De koning geeft een kort knikje naar me. 'Alpha Rodolf' zegt hij, 'wat kan ik boor je doen?'

'Sire, mijn roedel is aangevallen. De rogues hebben ons overmeesterd. Ze hebben mijn Luna.'

'Ik zal je helpen. Maar eerst moet je aansterken. Morgen maken we een plan.'

'Sire, ik wil mijn roedel zo snel mogelijk helpen. Ik weet niet wat Rutger met mijn mate doet.'

'Je hebt nog niets gedaan aan het mateproces?'

'Jawel, ik markte haar. Maar ze is een half wolf dus ze hoort nu alleen haar wolf. Ik wil niet dat haar iets overkomt!'

'Dat begrijp ik wel Rudie. Maar je moet eerst aansterken. Morgen maken we en plan en overmorgen gaan we.'

Ik zucht zachtjes. 'Ja sire' Geef ik toe.


p.o.v Carolien

Ik word wakker van iemand die me door mekaar schud. Ik kreun en probeer diegene weg te duwen. Maar diegene laat zich niet wegduwen.

'Caro' fluister Rutger, 'word waker.'

Ik open mijn ogen en probeer rechtop te gaan zitten. Maar zodra ik ook maar iets beweeg voel ik de pijnscheuten door mijn lichaam gaan. Lekker dan, spierpijn door het tillen van die stomme kratten. En natuurlijk van het vrij proberen te komen uit de greep van die jongens.

Ik kreun en val neer op mijn zij. Rutger grinnikt. 'Was het toch een beetje te zwaar om dertig jongens te bedienen?'

Ik sluit mijn ogen weer en leg mijn hoofd op mijn arm. 'Nee, niet meer slapen. Je moet opruimen. De jongens hebben er een troep van gemaakt.'

Ik knik zachtjes. 'Ja meneer' fluister ik.

Hij begint opeens keihard te lachen. 'Ben je gek geworden? Natuurlijk laat ik je niet werken. Je bent moe en uitgeput. Rust uit, ik heb je nog nodig.'

Ik sluit mijn ogen en val weer in een diepe slaap. Na een paar uur word ik gewekt door Rutger. 'Je moet wat eten' zegt hij terwijl hij me een bord geeft.

Ik begin het langzaam op te eten. Mijn keel doet pijn door het geschreeuw van gisteravond.

Rutger leunt in de kussens en ik eet mijn bord leeg. 'Hoe voel je je' vraagt hij opeens.

'Alles doet pijn' zeg ik zacht.

'Wil je pijnstiller?'

'Graag.'

Hij staat op en loopt weg. Hij komt terug net pijnstillers en een glas met water. Dat geeft hij aan me. Ik slik ze snel door met het water en ga weer terug liggen.

'Slaap nog maar even kitten' zegt Rutger, 'je hebt het nodig.'

'Meneer? Wilt u nooit meer zoiets doen?'

'Wat niet? Een feestje met dertig man die een blanke kaart hebben.'

Ik knik alleen maar.

'Dat zal ik niet meer doen. Tenzij je echt straf verdient kitten.'

'Ja meneer.'

Hij drukt een kus op mijn slaap. 'Ga maar slapen kitten.'

Ik knik, sluit mijn ogen en val binnen een paar minuten weer in slaap.


The Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu