*/* tweeëndertig */*

669 45 0
                                    

Als het feest twee uur bezig is komt er een wolf aanrennen. Zijn vacht zit onder het bloed. Wolff springt op uit zijn stoel. 'Remco' zegt hij geschrokken.

De ogen van de wolf worden wazig. Net als die van Wolff. Ik doe een stap naar Lore toe die mijn hand stevig beetpakt. Opeens komen er meer wolven aangerend. Hun vachten zijn dof en ze zien er mager uit. Maar ze zijn met heel erg veel!

Ik doe geschrokken een stap dichter naar Wolff toe. Wolff gromt en shift naar zijn wolf. Meerdere mannen doen dat. De roedelleden rennen naar de anderen maar worden snel neergeslagen.

Ik kijk verdoofd toe hoe Wolff wordt belaagd door drie wolven tegelijk.

Ik kom uit mijn trans door een wolf die op me springt. Het is geen roedellid. Ik geef een gil waardoor de wolf nog harder gromt naar me. Er springt een andere wolf op hen en ze beginnen met vechten. Lore trekt me omhoog en trekt me mee naar een vrouw die wat roept. Maar ik hoor niet want ik ben te veel in shock door deze hele aanval.

De vrouw duwt ons met haar dochtertje het huis in en naar de kelder. 'Verstop jullie' zegt ze.

Lore knikt en ze sluit de deur. Daarna trekt ze me mee naar de grond. Daar blijven we zitten.

Ondertussen spoken er allemaal vragen door mijn hoofd. Zijn dit rogues? Of zijn dit gewoon andere wolven van een andere roedel?

Al snel horen we gestommel en gehuil van het meisje. 'Waar is de Luna' gromt een man.

Ik sta op. 'Wat ga je doen' vraagt Lore.

'Ze willen mij! Dan laat ik niet onschuldigen de dupe van zijn.'

Ik open de deur en stap de hal in. Er staan drie mannen. Twee staan langs de vrouw. De ander staat ervoor. Hij houd het kleine meisje vast. 'Zet. Haar Neer.' zeg ik kwaad, 'en. Laat. Haar. Los.'

De man grinnikt en doet wat ik zeg. Het meisje vliegt meteen in haar moeders armen. De man is ondertussen naar mij toe komen lopen. Ik doe een stap achteruit waardoor ik tegen de muur sta. De man blijft vlak voor me staan. 'Dus dit is de Luna?'

Hij steekt zijn hand uit naar me en gaat met zijn hand door mijn haar. Op dat moment springt mijn zus op zijn rug. 'Blijf van haar af!'

De man gooit haar van zijn rug af op de grond. Ik wil naast haar knielen maar hij pakt me stevig bij mijn haar beet en trekt me mee. Buiten zitten alle roedelleden in hun menselijke vorm op de grond in een kring. De gewonden liggen in het midden en worden door de rest verzorgd. Lennert en Wolff zitten naast elkaar op de grond.

De man duwt me op de grond naast Wolff. 'Kitten' zegt Wolff geschrokken, 'gaat het met je?'

'Ik ben oké' zeg ik terwijl ik rechtop ga zitten.

Lore wordt het huis uitgesleept en bij ons neergegooid. Ik kruip snel naar haar toe en help haar omhoog. 'Ben je oké' vraag ik.

Ze knikt. 'Waar zijn opa en oma.'

'In het midden' zegt Lennert, 'ze zijn niet gewond maar daar zijn ze veiliger.'

Ik knik. Er komt een grote gespierde man aanlopen. Zijn pikzwarte haren zijn vettig en lang. Zijn zwarte kraaloogjes nemen de situatie eens in zich op. Zijn armen zitten onder de littekens. Zodra hij Wolff opmerkt begint hij te grijzen.

'Kijk eens aan' zegt hij grijnzend als hij bij ons is, 'de grote machtige Alpha op zijn knieën helemaal weerloos voor mij.'

Wolff gromt kort naar hem. Hij kijkt naar mij. 'En dat is vast je mate? Je hebt geluk Rudie. Ze is beeldschoon. Net als de mijne was voordat je haar doodde.'

'Ik heb haar niet gedood!'

De man gromt hard. 'Geef toe dat je dat gedaan hebt! Ik zag het je doen!'

'Ik was niet eens bij die aanval. Ik was op trainginskamp.'

'Smoesjes!'

Zijn ogen zijn nog donkerder van kleur geworden. Zijn wolf heeft het dus overgenomen. En meestal betekent dat niets goeds.

De man schraapt zijn keel en kijkt even naar mij voordat hij Rudie weer terug aankijkt. 'Maar weet je Rudie, ik zal goed voor haar zorgen.'

Wolff gromt dreigend naar hem. De man grinnikt en pakt mij stevig beet. Ik probeer los te komen maar voordat ik het besef heeft hij me over zijn schouder gegooid en loopt hij weg met me.

Ik probeer hem te trappen. 'Stop daarmee Caro' zegt de man.

'Hoe weet je mijn naam?'

Hij grinnikt en opent de deur naar Wolff's huis. Alles is overhoop gehaald en veel dingen zijn vernield. Hij gaat op een bank zitten en zet me op mijn knieën voor hem. 'Zo' zegt hij, 'de Luna van Wolff. En nu mijn slaafje.'

The Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu