35. // Louis

848 40 6
                                    

Alles heeft hij van me weggenomen, mijn vriendschap, mijn maskers, mijn eetlust en mijn slaap. Met wallen van hier tot Tokyo loop ik over straat. Beiden hebben we geen contact met elkaar gemaakt. Maar wachten tot er iets gebeurt schiet niet op. Ik wil weten hoe hij over me denkt, aangezien ik hem wel wil maar hij lijkt mij niet meer te willen. Dat is de reden dat ik nu naar het huis van Niall loop. Toen we elkaar voor het eerst zagen had hij me uitgelegd waar hij woonde en ik ben nu blij dat ik het onthouden heb. Zonder een van de jongens het te laten weten bel ik aan. In mijn eentje trouwens, Zayn en Liam spreken allemaal dingen achter mijn rug af. Met z'n tweeën spijbelen, naar school en naar de club. Eerst dacht ik dat het aan Harry lag, dat hij ervoor zorgde dat ik nu ruzie heb met Zayn en Liam. Maar nu weet ik zeker dat Zayn en Liam niet de echte en betrouwbare vrienden zijn. Niall is tenminste een goede vriend. Voorzichtig bel ik aan, alsof de bel dan zachter klinkt. Al snel wordt er opengedaan door een blonde jongen met diepblauwe ogen.

'Louis?' De verrassing is in zijn ogen af te lezen.

'Hey, Niall.' zeg ik onzeker. 'Kan ik even met Harry praten?'

'Dat beslist hij zelf.' zegt hij zonder emotie. Hij doet een stap naar achteren om me in het huis te laten maar drukt dan zijn hand op mijn borst.

'Ik weet best wat jij uitvreet, Lou.' Woede en bescherming spat eraf. Bescherming naar Harry, als een grote broer. 'Waag het niet zijn hart te breken. Waag het niet om hem mee te sleuren en hem weer te laten vallen.' Ik kan alleen maar knikken. Dat hij me doorlaat is een wonder. Voor hem uit loop ik naar boven, maar voor de deur van zijn kamer blijf ik staan en wil Niall voor laten gaan. Hij geeft me een blik waaruit blijkt dat ik het zelf moet doen. Langzaam open ik de deur.

'Wie was dat, Niall?' vraagt Harry. In een trui en joggingbroek ligt hij op het bed van Niall, met zijn kont naar mij gericht. Lust komt in me op. Lust die ik nog nooit bij iemand anders heb gevoeld, iets wat ook nooit zal gebeuren. Ik staar naar hem, naar zijn bewegingen en naar zijn expressie in zijn gezicht. Zijn lieve ogen, die donker worden als hij beseft wie er voor hem staat.

'Wat..?' Diepe fronsen vormen zich in zijn mooie gezicht. Achter me vandaan komt Niall en hij gaat op de bureaustoel zitten. Met een pak koekjes in zijn hand kijkt hij me aan. Alleen en onzeker sta ik voor hen, alsof ik een een of andere presentatie moet geven die ik niet heb voorbereid. Ik heb dit ook niet voorbereid, dus in dat opzicht klopt het wel.

'Eh...' Heel ongemakkelijk Louis. Well done. 'Ik eh... Ik kwam je opzoeken.'

'Ja, dat kan ik verdomme ook zien ja.' reageert Harry. Waarom krijg ik het gevoel dat hij al een punt heeft gezet achter mij?

'Ik... Ik snap hoe je reageert. Zou ik ook doen.'

'Dat weet je helemaal niet.' Ik besluit het te negeren.

'Ik weet dat we niet zonder elkaar kunnen.' Harry rolt met zijn ogen.

'Ik voel me anders prima.'

'Dat komt omdat ik er nu ben.' zeg ik met een grijns. 'Luister, Harry.' Ik ga zitten bij het voeteneind van zijn bed en kijk nog een keer Niall aan. Hij is halverwege met zijn pak koekjes en zal me hoe dan ook nooit uit het zicht verliezen. Ik zucht een keer kort en begin met mijn speech. Of eigenlijk mijn te wanhopige verhaal om hem terug te krijgen. Het klinkt al hopeloos voordat ik begin.

'Ik weet best hoe je je voelt, ik ken je daar al wel lang genoeg voor.'

'Ken je mij?' vraagt hij, maar niet op een sarcastische of cynische manier maar oprecht. Ik schrik zelfs van zijn vraag, want blijkbaar twijfelt hij echt aan me.

'Ja, Love. Ik ken je. Ik ken je liefdevolle kant, je verdrietige kant, je blije kant en je boze kant. Ik heb veel van je mee mogen maken, Harry.'
'Maar ken je me beter als ik mijzelf ken?' Diep kijk ik hem aan, alsof er iets te lezen is in zijn ogen.

'Twijfel je aan jezelf?'

'Ik betwijfel ons. Weet je, iemand die je heel goed kent en waar je je hart kan luchten is waardevol. Natuurlijk heb ik Niall, maar daar houd het sinds kort bij op. Ja, we hebben een lange tijd met elkaar opgetrokken. Ja, we leren elke dag weer van elkaar. Maar als jij zegt, ik ken je, kan ik je niet geloven, Lou.' Ik zou iets willen zeggen, iets waarmee hij me vertrouwt. Het enige wat ik kan doen is mijn mond openen en weer sluiten. 'En trouwens, je bent onberekenbaar. Ik weet nooit wanneer je liegt en wanneer niet.'

'Liegen?' vraagt Niall vol ongeloof en schudt zijn hoofd, alsof hij tegen Harry wilt zeggen dat hij dit gelijk moet afkappen. Harry daarentegen blijft me aankijken.

'Ik heb niet tegen je gelogen, Love.'

'Oh nee? En Zayn en Liam dan?' Ik blijf stil. Ik kan me niet verdedigen, want het is waar. Ik heb gelogen tegen hen, maar niet tegen Harry!

'Zayn en Liam zijn... lastig.' Ik voel tranen in me opwellen en ik probeer ze met alle moeite ze achter te houden. De laatste tijd begon ik na te denken of ze ooit wel een echte vriend zijn geweest voor me. Natuurlijk, ze probeerden me op te vrolijken, maar op hun manier. Op een manier die ik haat, omdat het herinneringen oproept aan mijn vader. Comazuipen, kroegen aflopen en feesten. En sex, maar daar heb ik meer tegenover hun over gelogen dan dat ik het echt had. Hash was in de pauze ook wel een oppepper, maar dat koste me klauwen met geld. Harry kent mijn verhaal natuurlijk niet en door mijn oh zo goede speech denkt hij dat ik nog steeds twijfel.

'En niet lastig in de zin van dat het mijn keuze lastig maakt, lastig in de zin van dat ze een last zijn.'

'Dus, je hebt afscheid van ze genomen?' Ik twijfel, maar besluit om eerlijk te zijn.

'Nee. Ik heb nog contact met ze op school, maar daar blijft het bij.'

'Je wilt zeker niet gepest worden, hm?' vraagt hij naar mijn zin iets te uitdagend. Ik trek mijn wenkbrauwen op.

'Wie wel.' Harry knikt. Hij lijkt, net als ik, niet meer te weten wat hij moet zeggen.

'Louis.' zegt Niall dan. 'In hoeverre je weer contact met Harry zoekt, is jullie eigen verantwoordelijkheid. Maar als je ooit, maar dan ook ooit nog eens een van je leugens verteld tegen hem, krijg je met mij te maken.' Het blijft stil. Er is niet iemand bij me die datzelfde tegen Harry kan zeggen, die naast me staat als ik zoals afgelopen nachten mezelf in slaap huilde. Toen ik mezelf aan het twijfelen bracht en weer neigingen kreeg om hetzelfde te doen als wat ik nadat ik Harry ontmoette gedaan had. Mezelf pijn te doen, want dat lijkt nu nog wel het enige wat ik wel kan hebben. Iedere opmerking op school deed me pijn, terwijl ze niet eens zo bedoeld werden. Bij alleen de dagelijkse begroeting van Liam begon ik bijna te huilen, het emotionele wrak. Misschien willen ze daarom geen vrienden meer met me zijn, omdat ze zien dat ik geen echte vent ben die tegen een stootje kan. Misschien wel, maar ik ga het ze echt niet vragen. In de tijd dat ik dit loop te bedenken is het ondertussen ongemakkelijk stil geworden. Ja, wat wil je nou. Eerst iemand wegsturen en dan verwachten dat hij je met open armen staat op te wachten? Bekijk het eens goed, Louis, wees eens eerlijk tegen jezelf.

'Ehm...' Het geluid doorbreekt de stilte en geeft me gelijk een warm gevoel van binnen. Dit was niet de manier waarop hij net praatte, hij heeft nu iets betoverends in zijn stem. Iets waarvan je zou wensen dat hij altijd zo tegen je zal praten.

Eindelijk ben ik terug! Ik twijfelde heel erg over dit hoofdstuk en was er ook lang niet tevreden over. Nog steeds niet helemaal, maar ik hoop dat dat goedkomt in het volgende hoofdstuk!

Loveyou,
xIworkinabakery

Issues // Larry Stylinson DUTCHWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu