De auto wordt voor de deur geparkeerd. Frank had de hele weg tegen zijn tranen moeten vechten. Jaïr wist echt niet waar Ezra en Jesse waren maar wel dat ze veilig waren.
Het had de hele weg geregend. Her typisch Nederlandse weer had Jaïr verteld. Hij had het absoluut niet gemist die regen. Niet dat het in Zweden veel beter was maar daar compenseerde de verbluffende natuur de regen.
Nu was het gewoon nat. De regen glimt op de wegdek en de straatlantaarns reflecteren op de natte wegdek. Het wegdek waar de zomerbanden van Frank altijd zoeken naar grip.
"Jaïr ik wil je niet de ontmoeting met je broer ontzeggen. Het liefst zou ik hebben dat je bij ons komt wonen maar dat gaat niet, dat weet je. Wel mag je van mij je broer zo vaak als je wilt opzoeken."
Jaïr speelt met zijn vingers en kijkt bezorgd naar Frank. Wat als iemand Matthyas onder druk zet? Of hij weet waar zijn broers uithangen? "En als ze hem ondervragen?"
Frank lacht zacht als hij naar achter reikt voor een paraplu. "Matthyas gaat dan gewoon van zijn graatje. Dan kunnen ze niks meer met hem."
Het was een geniaal plan al vond Frank het zelf. Misbruik maken van de situatie, dat had hij vaker gedaan om zelf onder situaties uit te komen.
De paraplu wordt over de achterbank gehezen. Jaïr pakt hem gretig aan wanneer hij de deur opent van de wagen. Hij hoopte van harte dat Matthyas niet in de keuken stond want dan zou het verssingseffect weg zijn.
Frank zou het gewoon op een snel sprintje naar de voordeur houden om zo droog mogelijk onder het afdakje te geraken.
Als de auto af staat, rent Frank naar de deur waar met sierlijke letters het naambordje hangt. De namen van Noud en Sam hangen proviand op de gevel met een lettertype die Jaïr niet eerder had gezien.
"Ze hebben het zelf geschreven," lacht Frank, "nou naar binnen jij want anders ben je doorweekt." Met een klein lachje volgt de jongen naar binnen.
Boven hoort Frank een zachte stem en stromend water. Wat er hier is gebeurd weet hij nog niet maar het was wel Noud die een aanval had. Noud vond het na een aanval fijn om eventjes met iemand te douchen, vooral als hij een ongelukje had.
Als Noud 's avonds in bed een aanval had dan hoefde hij vaak niet naar school. Dat zou voor de kleuter te veel zijn.
De woonkamerdeur opent Frank waardoor Raoul opkijkt van wat werk dat hij voor zich had liggen. Het werk van de brugklassers wat nagekeken moest worden.
"Ah Frank. Noud had een aanval, Matt is hem in bad gaan doen. Ik heb zijn hele bed maar verschoond omdat hij zijn medicijnen nodig had en dus over had gegeven. Ander ding is dat Sam wakker werd en ze heeft bij Matthyas gezeten om hem met Noudje te helpen. Ze wilde weten wat ze moest doen als niemand van ons er was en ze alleen met Noud was. Matt had voorgesteld haar morgen wat uitleg te geven."
Frank ontvangt de stroom aan woorden. Jaïr was nogsteeds niet verder gekomen dan de gang waar hij zijn blik laat glijden over verschillende foto's die aan de muur hingen.
"Ehm oké jongen. Jullie hebben het goed gedaan! Noud zit nog in bad of niet? Dan haal ik hem nog wel eventjes naar beneden want die slaapt weer tussen ons vannacht."
Raoul duikt weer in zijn schriften en hoort niet dat er een jongen de woonkamer binnen kwam gelopen. Frank stond het van een afstandje te bekijken en keek gelukzalig naar Jaïr die een hand op de schouder van Raoul legde.
"Lukt het een beetje Roel?"
De stem was anders dan Raoul had verwacht. Het boerse accentje herkende hij maar die jongen zat nu boven in het bad met zijn bonus broertje.
JE LEEST
thuis
FanfictionHet achtte van het onoverwinnelijke neemt bij een ieder zijn tol. Na alles wat ze hebben doorstaan weten ze nog niet dat het ergste nog moet komen. Nieuwe huisplaatsingen, een andere begeleiders, nieuwe mensen. Waar Matt en Roel op een andere plek h...