hoofdstuk 61 - bijkomen

822 37 15
                                    

Matt draait zich een beetje op zijn zijde. Frank hoort inderdaad het gedraai en kijkt op van zijn laptop. Raoul was verantwoordelijk voor de andere zolang Frank bij Matthyas moest blijven.

"Hey het is oké Matt," fluistert Frank als hij geruststellend over de arm van de man wrijft, "ik ben bij je. Het is oké."

Matt wordt beetje bij beetje wakker en voelt meteen dat er iets niet klopt. Hij ligt niet meer in zijn tent. Elke spier in zijn lichaam heeft een optater gehad. Tussen zijn benen voelt hij iets en het duffe gevoel overheerst.

Als hij wat rechter overeind wilt komen, voelt hij een aantal vingers rond zijn sleutelbeen sluiten. Een lichte druk komt daarop te staan.

"Blijf maar liggen Matthyas," klinkt een zoete stem, "je hebt me laten schrikken jongen."

Frank gaat goed op het bed zitten en wrijft nog even over Matt zijn arm. De jongen maakte momenteel overuren.

De ijszakken waren ondertussen al onder zijn oksels weggehaald en die in zijn liezen heeft Frank net weggehaald. Hij had nog extreem hoge koorts maar het bungelde nu rond de 40 graden.

"Wat is er gebeurd?" Het komt er pijnlijk en vermoeid uit bij de jongen die nog op het bed ligt. Hij draait zijn hoofd een beetje en kijkt Frank angstig aan.

"Noud had Raoul gehaald omdat je niet wakker werd. Je had je hele bed onder gespuugd en was bewusteloos. Raoul en Lieke hebben je toen uit de tent getrokken en Raoul heeft ons gehaald. Je was onwijs heet. Het voelde niet gezond. Jona heeft je hier neergelegd en heeft mij geroepen dat je niet oké was. Je hebt een koortsstuip gehad en het was angstaanjagend. Je had rond de 42 graden koorts."

Matt snikt een beetje als hij wat witter wegtrekt. "Matthyas!" Frank schiet omhoog om hem bij te staan. "Matthyas blijf bij mij oké!"

Matt slaat een hand voor zijn mond en Frank pakt de emmer naast het bed. Als hij onder Matt zijn kin staat, trekt Frank hem overeind en laat de jongen direct zijn maaginhoud naar buiten komen.

Hij houdt de jongen overeind terwijl hij alles uit zich gooit. De jongen had het nu zwaar en Frank moest bij hem blijven om meerdere redenen. Een van die redenen was dat zijn oude begeleidingsjongen er tussenuit kon knijpen wanneer het hem zinde.

Matt blijft maar overgeven maar er komt niet veel meer uit. Alles had hij er vanochtend al uit gegooid. Geruststellend blijft Frank bij hem. Het was verschrikkelijk om de jongen zo kwetsbaar te zien. Gelukkig had Jaïr zijn broek en onderbroek gedaan wegens het urine verlies.

Als de jongen na enige tijd eindelijk klaar is, legt Frank de emmer weg en plaatst hij een hand op zijn voorhoofd. "Je kookt gewoon vriend," fluistert hij zacht en legt de jongen goed op het bed neer, "ga maar slapen. Ik denk dat Noud dadelijk ook even komt slapen want hij heeft gisteren nog die aanval gehad."

Matt steekt zijn armen onder het kussen en voelt het zweet over zijn hoofd druipen. Zo moest Milo zich dus voelen.

"Frank?"

De jongen piept een beetje en is hees. Ook is hij buitenadem van alle inspanningen die hij heeft verricht.

Frank draait zich om en knikt zachtjes. "Frank dankjewel. Ik hou van jou."

Frank lacht als hij tegen de deurpost leunt. "En ik zou niet weten wat ik zonder jou zou moeten meneer Het Lam. Echt niet."



Jonathan tikt een beetje op zijn stuur terwijl ze in de file staan. Jaïr kijkt elke keer angstig naar het navigatiemenu. Nog 10 minuten gaf het aan. Nog heel even was hij verwijderd van degene waar hij zo van hield.

"Het komt goed Jaïr. Ik ben er. Ze weten dat we eraan komen. Er kan echt niks mis gaan. Dadelijk neem jij ze gewoon allebei in je armen en dan kunnen we naar je broer toe."

Jaïr knikt weer zacht. Ze hadden inderdaad alles al geregeld. Ze zouden intrekken bij een pleeggezin. Jesse was al oud genoeg maar wilde Ezra geen seconde meer uit het oog verliezen. Het waren goede vrienden van Frank en Jonathan waar beide terecht zouden komen.

"Het is gewoon eventjes heel veel," snikt de jongen op de bijrijdersstoel, "en ik was zo bang net met Matthyas. Ik dacht echt dat hij weer dood ging."

Matthyas. De oudste van het gezin. De jongen waar het allemaal mis bij was gegaan waardoor de jongens op dit moment in deze situatie zijn beland. 

Jesse en Ezra wisten ook uit Zweden te vluchten. Zij deden het samen en kwamen terecht in Frankrijk. Ze hebben weken rond gezwerft en van het geld van Jesse overnachtingen gepakt. Omdat ze bang waren dat hun oom en tante ze weer tegen zouden komen, hadden ze besloten geen contact te leggen met Jaïr en Matthyas. 

Ze waren op de hoogte dat hun broer naar dezelfde plek was gegaan als Matthyas eerder. Bij Frank en Jonathan. Daar was hij veilig. 

Ze hadden nog niks van hun oudste broer vernomen. Wisten niet hoe het met hem ging en hoe hij het nu eigenlijk deed op zijn studie. Ze wilde zoveel weten. Zoveel vragen. Maar vooral wilde ze elkaar weer in de armen kunnen sluiten. Elkaar aan kunnen kijken. Elkaars warmte voelen.

"Oww vriend toch." Jonathan zijn hand vindt de weg naar Jaïr zijn arm. De snikken worden wat voller en emotioneler. Er was zoveel verborgen pijn in de jongen. De jongen die vaak werd vergeten en werd overmant door de ziekte van zijn oudste broer. Jonathan was daarom ook wat blij dat hij het zo goed kon vinden met Milo. De jongen die aan had geboden om mee te gaan met Jaïr zodat hij er vandaag niet alleen voor stond. 

Langzaam komt het verkeer weer opgang. Ze moesten Jesse en Ezra ophalen bij een klein hotelletje in een aftandse wijk in Frankrijk. Jaïr wilt niet eens weten in welke status hij iedereen aantreft. Ezra zou nu naar groep 8 moeten gaan maar hij had geen enkele vorm van onderwijs gehad afgelopen jaar. Als hij mee naar Nederland zou gaan, kwam hij op dezelfde school terecht als Sam en kwam hij bij Rosa zelfs in de klas.

Jesse had zijn havo af kunnen ronden maar heeft daarna nooit de kans gehad om te beginnen aan zijn communicatie opleiding. Jaïr was er wellicht het beste uit gekomen en had zoveel kansen gekregen bij Frank en Jonathan. Hij was ze dankbaar voor alles wat hem toe was gekomen. 

Jonathan draait de straat in en voelt hoe de jongen naast hem trilt van zenuwen. Hij had het te doen met Jaïr die niet kon wachten om zijn broers weer in zijn armen te sluiten. "Het komt goed maat," zucht hij, "echt waar. Ik geloof in jou. Je bent al zover gekomen jongen."

Jaïr knikt en stapt langzaam en voorzichtig de auto uit. Als hij zijn jongste broertje ziet, rent diegene uit de lobby. Jaïr krijgt tranen in zijn ogen en springt richting zijn broertje. Ook Jesse komt aangerend en huilt hartstochtelijk als hij eindelijk zijn broertje weer in zijn armen sluit.

Jonathan hangt tegen de auto en voelt zich een soort Robbert ten Brink van all you need is love. Hij wilde de drie even hun moment gunnen. 

Jesse komt ook buiten gestormd en valt ook huilend in de armen van Jaïr. In maanden hebben ze niet zoveel gehuild om het gemis van elkaar. "Ik heb jullie gemist," huilt Jaïr in Jesse zijn brede armen, "zo onwijs gemist."

Ezra was ondertussen al uit de knuffel gegaan en kijkt de man aan die zijn broers op had gevangen. Hij trekt een sprint naar Jonathan en geeft de man een knuffel. "Dankjewel," huilt Ezra, "voor alles."

thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu