hoofdstuk 22 - verhuizen

967 35 44
                                    

Een aantal dozen, wat koffers en drie man. Geen herinneringen. Geen afscheid. Geen 'ik ga jullie missen.'

Her was een gek gevoel voor Frank toen hij de deur achter zich dicht trok vanochtend. Hij had geen gevoel bij het huis. Ja wel een leeg gevoel maar niet een gevoel die hij bij de jongens had.

Vanaf vandaag was het weer zover. Na een kort uitstapje kon Frank weer terugkeren naar zijn eerste echte klus. Het huis waar hij zo ontzettend veel herinneringen had gemaakt.

Van het gebroken been van Milo tot de bekentenis van Matthyas. Van Robbie zijn diabetes tot Raoul zijn ontvoering. Maar het was ook het huis waar Koen de vergrendeling van de douche had ontmanteld en op die manier levensgevaarlijke capriolen aan het uithalen was.

Jaïr was ingestapt bij Jonathan. Die jongen hoefde ze niks wijs te maken dat er iets gaande was. Jaïr had het gewoon door maar wist nog niet wat er gaande was.

Jaïr was ook de enige die wist van de relatie tussen Frank en Jonathan. Hij wist dat Frank zou vertellen dat hij dochtertje had en Jonathan een zoon. Mocht er dan iets gebeuren kon een van beide gewoon vertrekken als het moest.

Frank was ook vertrokken en als het goed is zouden beide tegelijkertijd aantreden in het nieuwe huis. Frank had Mosa en Renske nog in de wagen.

Jonathan blijft angstvallig naar zijn telefoon kijken. Vandaag zouden ze te horen krijgen of Sam naar huis mocht morgen of nog langer moest blijven. Mocht ze toch morgen naar huis komen dan hadden de heren nog wat bergen te verzetten in het huis.

"Jona wat is er aan de hand? Ik merk het aan alles." Jonathan keek naar Jaïr. Alsof hij in de jongere versie van Matt keek. De Matt die hij had ontmoet. De Matt die hij in zijn handen had op een begraafplaats.

"Ehm het gaat niet goed met Sam. Ze heeft een zwaar ongeluk gehad in een trampolinepark toen Frank en ik naar LA waren. Matt was tot haar gesneld maar kon erger niet voorkomen. Ze is verlamd en dat lijkt ze nog niet te hebben geaccepteerd."

Jaïr trekt grote ogen op. Sam verlamd? "Zeg me dat het niet waar is!"

Jaïr zag Sam en Noud als broer en zus van hem. Hij kende ze ondertussen al goed en wist hoe graag die twee zijn oudste broer zagen.

Een paar verlaten tranen vallen uit de verbaasde ogen. Ook bij Jona ontstaan er weer tranen. Deze tranen zijn vooral tranen van onzekerheid. Dat hij niet weet of Sam oké is. Of Sam het effectief had geaccepteerd ondertussen.

Het zou een lange en zware weg worden voor beide heren maar ze konden geen stap terug doen, echt niet. Ze begonnen net weer aan een 'nieuwe' klus.

Jaïr kijkt bedroefd uit het autoraam. Hij vond het verschrikkelijk dat Sam niet oké was. Dat het meisje niet behoed kon worden voor hetgeen waar de jongens haar zo graag voor wilde behoeden.

"Oww god Jona. Ligt ze nog in het ziekenhuis?" Jaïr weet even niet hoe hij moet reageren op de bekentenis. Dat Sam alles behalve oké was. Dat het neusje nooit meer zou lopen.

"Ehm ik word hopelijk zo dadelijk door je broer gebeld. Hij is nog bij haar. Ze zou allicht naar huis mogen morgen maar we weten het niet. Roel en Rob hebben gisteren de traplift geïnstalleerd, Matt zou zich ontfermen over de tafel aanpassing."

Jonathan draait de dijk af. Hij ziet drie gezichten tegen het raam geplakt. Met een van die gezichten had hij gisterenavond nog op de eerste hulp gezeten om vijf hechtingen in zijn wenkbrauw te pompen.

De drie gezichten hebben eerst een hele gelaten uitdrukking maar die blik veranderd enigszins wanneer ze de jongen in de auto zien zitten. Het kon niet waar zijn. Na alles wat zich de afgelopen week had afgespeeld, was dit een grote meevaller. Maar hoe was die jongen ineens bij Frank en Jonathan beland? En als hij hier was, zouden de andere twee dan bij Frank in de auto zitten? 

thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu