hoofdstuk 44 - hoe weet je dat?

734 31 9
                                    

"Miel wil je heel even meekomen naar kantoor?"

Milo legt zijn spullen neer en volgt Frank richting het kantoortje in het huis. Een aantal vragen gaan door zijn hoofd maar als Frank echt iets belangrijks te bespreken had, dan was zijn toon anders.

Frank kon het nooit verbergen als hij bezorgd was en de jongens konden het vaak achterhalen. Dit was geen bezorgde toon maar eerder een 'er-is-iets-wat-je-achter-houdt' toon.

Robbie liep ondertussen langs beide heren af. Hij had vakantie en zou vandaag naar Sophie gaan om morgen, vlak voor de vakantie, terug te keren. Raoul zou hem naar het station brengen.

"Vergeten wij onze diabetes spullen niet meneertje!" roept Frank hem nog na wanneer Robbie glimlachend knikt. Vorige treinreis was hij die dus vergeten en kon Matthyas achter hem aan rijden.

Frank vervolgt zijn tocht en opent het kantoortje in het huis. Het kantoortje waar hij had gezworen er nooit meer in te gaan. Maar na de geweldige avond met Jonathan, was het voorval met Yonah bijna afgerond.

Rosa hadden ze er ook al enige tijd niet meer over gehoord. Rosa. Het meisje dat vandaag haar laatste dag in groep 7 had. Het meisje dat zo beschadigd was. Maar ook het meisje dat deze zomer mee op vakantie ging.

Moza ging over drie dagen uit het huis. Alleen Frank, Jonathan en Moza wisten hier vanaf. De jongen ging samen met zijn jongere zusje bij zijn opa en oma wonen. Jonathan had richting die grootouders al uitgesproken dat hij verwachtte dat het helemaal goed ging komen met hem.

Jaïr ging uiteraard ook mee naar Frankrijk. Evenals Lieke en James. Wat Matthyas dan weer niet wist, was dat Jaïr en Jonathan in Frankrijk opzoek zouden gaan naar het adres waar Jesse zou verblijven.

Er stond heel wat op de planning wat allemaal zou gebeuren in een kort tijdsverstek.

Op de korte termijn stond een gesprek met Milo op de planning. De jongen die na de trip naar Frankrijk nog eens twee weken naar Portugal zou gaan.

"Ga lekker zitten Miel," lacht Frank zacht, "heb jij je rapport al gehaald of?" Milo schudt zijn hoofd, "vanmiddag pas. Ik ga met Jaïr met de auto." Nu kijkt Frank verbaasd. Geen van beide had een rijbewijs.

Milo lacht als hij de verbaasdheid oppakt van Frank. "Ja jouw man bood het aan oké. Ik kan toch geen nee zeggen op zo'n geweldig aanbod of wel?"

Frank schudt lachend zijn hoofd. Tuurlijk had Jonathan aangeboden om beide even snel op en neer te brengen. "Oww dat had hij niet gezegd," lacht Frank, "maar ik denk dat hij niet de enige is."

Jep.

Milo voelt de bui hangen wanneer Frank hem doordringend aankijkt. Er moest toch een moment komen dat ze erachter kwamen.

"Oké oké," zucht Milo als hij met een pen speelt, "je hebt me door. Ik heb gelogen over mijn rapport. Ik sta niet cumlaude maar suma-cumlaude voor."

Frank front zijn wenkbrouwen. Dit was niet de richting waar hij naartoe ging, maar toch. "Aha," antwoord hij maar, "ehm ja fijn maar er is iets anders Miel."

Milo voelt de spanning toenemen. Wat was er dan wel aan de hand? Er kon geen vinger opgelegd worden.

"Milo we hebben met Raoul gepraat."

Dan weet de tennisser het. Het trainingskamp in Portugal waar hij naartoe zou mogen. Het kamp wat hij niet kon betalen.

"Ik ga niet."

Het kwam er stellig uit. Milo ging gewoon niet. Discussie gesloten.

"Luister nou even Milo voordat je conclusies trekt," zucht Frank, "Jona en ik hebben het la betaald dus je gaat gewoon. Als je erdoor bent, dan krijgen we de helft terug. Zo niet, even goede vrienden."

Milo schudt zijn hoofd. Hij wilde niet financieel afhankelijk zijn van de rest. "Miel kom op man. Je carrière hangt ervanaf. Je verdient dit jongen"

Milo veegt furieus zijn tranen weg. "Als ik het vroeger niet had verpest Frank had ik niet in deze situatie gezeten. Dus lees me de les niet dat ik het verdien."

Frank zucht, staat ip en slaat een gemoedelijke arm om Milo heen. "Het is het geld hé Miel?"

Milo knikt terwijl hij snikkend zijn hoofd op Frank zijn schouder laat vallen. "Miel luister vriend." Frank zoekt de woorden die hij wilt zeggen zonder Milo in een woede aanval te krijgen.

"Je bent sinds je hier bent gekomen zo onwijs veranderd. Je kan niet meer de Milo die je was voordat je hier kwam. Waarom zou je de oude Milo dan laten bepalen of je wel of niet mee kan op trainingskamp. Ben je bang Miel?"

Tuurlijk. Tuurlijk was Milo bang. Hij zou voor het eerst weer weg gaan zonder zijn veilige haven. De vorige keer was het ook niet joviaal afgelopen.

"Ja," snikt Milo, "en ik betaal alles terug. Met rente." Grinnekend wrijft Frank over zijn rug.

"We maken een deal," zegt Frank als hij een papiertje pakt, "mocht er in Frankrijk iets gebeuren dan cancellen we de trip naar Portugal. Ik wil geen cent terug zien want jij betaald een etentje van Jona en mij op vakantie."

Vluchtig zet de man het op papier. Inclusief datum en zijn handtekening. "Nou?" Milo glimlacht als hij het 'contract' ondertekend.

"Ow ik verheug me nu al op de big Mac gesponsord door Milo." Watertandend kijkt hij al naar zijn jongen. "Haha doe normaal man," lacht Milo als hij zijn hoofd nog even laat liggen op Frank zijn borstkast. Het voelde vertrouwd.

"Kom maat anders staan Jaïr en Jonathan te wachten." Milo knikt en wilt het kantoor verlaten.

Ook Frank maakte daar ook aanstalten voor tot zijn werktelefoon overging op de bureautje.

Het kon de school van Sam zijn. Het was haar een na laatste dag. Maar wel haar laatste halve dag. Ze mocht mee met Vince.

Ook Noud ging afspreken bij een vriendje van school. Maar ook die school had het nummer van Frank.

Toch is het degene die net af is gezet door Raoul bij het station. Raoul die daarna door zou rijden naar Lieke om samen met haar naar de bioscoop te gaan.

"Hey Rob." Met een glimlach neemt hij de telefoon op. Milo loopt ondertussen weg en ziet niet hoe de glimlach meteen verdwijnt.

"Oww. Heeft u zijn andere begeleider ook geprobeerd of?"

Vluchtig grijpt Frank wat spullen bij een en snaait zijn autosleutel vanaf het bureau.

"Ehm ik kom er nu aan. Station Rotterdam?"

Hij wacht niet op antwoord en rent door het huis heen. Hij moest er nu heen. Hij moest weer hals over de kop weg.

"Rob wat doe jij jezelf aan maatje," mompelt hij als hij in een rotgang richting het station rijdt.

thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu