hoofdstuk 46 - voorbereiden

750 38 7
                                    

Hij ligt op het veel te grote bed. Frank kreeg onwelwillend flashbacks van de vorige keer toen Robbie er zo bij lag. De eerste keer dat hij op werd genomen. De keer dat hij meerdere insulten had gehad waaruit naar voren was gekomen dat hij  diabetes had. 

Frank voelt een hand op zijn schouder en voelt de warme adem in zijn nek. "Hey," hijgt de stem lichtjes uit, "ik ben meteen gekomen toen je belde. Hoe is het met hem?" 

De man haalt zijn schouders op. De hand die er lichtjes omheen hing, beweegt stilaan mee omhoog. "Hij is al wakker geweest maar slaapt nu," beantwoord Frank de stem, "maar hij was 1.8 en toen is hij dus in elkaar gezakt. Lieke en Raoul zijn meteen naar het station gegaan en hebben eerste hulp verleend."

Frank draait zich om en kijkt in de bezorgde ogen van Jonathan. Enkel de piepjes van Rob zijn hartmonitor geven aan dat hij in goede conditie is. Dat er eigenlijk niet veel meer aan de hand is. "Al zicht op zijn ontslag of moet hij blijven?" Jonathan waagt zich eraan om wat verder naar voren te schuiven en zijn hand in die van Rob te verweven. 

"Als hij zo blijft mag hij vanavond mee in elk geval." Frank komt nu ook dichter tot Jonathan en wrijft over beide handen heen. "Denk je dat we nu al het ongeluk hebben gehad of?" Jonathan lacht naar zijn man en schudt zijn hoofd. "Wat denk je zelf Frank," lacht hij zacht, "tuurlijk hebben we nog niet allemaal gehad. Maar we komen er altijd wel doorheen samen." 

Daar had hij gelijk in. Voor nu konden ze het altijd rooien met alles wat ze hadden. Ze kregen de meest absurde dingen voor hun kiezen maar altijd zou het goed komen. Het moest ook wel goed komen want iedereen rekende daar op. 

"Oww Moza is trouwens al weg he," begint Jona ineens. Frank kijkt verbaasd op. Die jongen zou toch morgen pas vertrekken? Hij had nog geen afscheid genomen. "Hij zou toch morgen pas gaan? Hij heeft niet eens afscheid genomen."

Jonathan knikt en ziet de politiewagens weer voor de deur staan. "Laten we het erop houden dat hij er ook niks vanaf wist. Hij is opgepakt." 

Nu snapt Frank wat Jonathan bedoeld met 'we hebben het nog allemaal niet gehad.' Wel vergroten zijn ogen en kan hij het haast niet geloven. Waarom is deze jongen opgepakt? Hij maakte grote stappen in zijn ontwikkeling en ging met zienderogen vooruit. "Betrokken geraakt in een gevecht," antwoord zijn man, "hij had het opgenomen voor een meisje die werd belaagd en ja dan knapt er iets bij Moos."

Frank knikt begrijpend maar kan er niet op ingaan want onder zijn eigen hand voelt hij iets bewegen. Rob ontwaakte langzaam uit zijn diepe slaap. 

"Kom maatje het is goed," probeert Frank hem gerust te stellen, "wij zijn hier vriend. Het is oké." Frank zijn hand verlaat die van Jonathan om geruststellend over Robbie zijn arm te wrijven. "Wil jij zo'n spuugzakje pakken?" Het komt er fluisterend uit want ze wilde Rob niet nog meer overstuur maken dan dat hij al was. 

Robbie ontwaakt effectief en trekt wit weg. Meteen grijpt Frank het zakje bij Jonathan weg en houdt deze onder Rob zijn kin. Jonathan, verre weg de sterkste van de twee, trekt de jongen overeind en houdt zijn armen onder Rob zijn oksels. Hij wist niet of hij voldoende kracht had om zelf rechtop te blijven zitten. 

"Laat het er maar uit jongen," begint Jonathan. Nog voordat hij zijn zin af kan maken, leegt de jongen zijn maaginhoud in het zakje. Alle overgebleven glucagon moest weer uit zijn lichaam.

"Het is goed vriend. Het is goed."

De brakende geluiden vervagen langzaam en worden overstemd door een vreselijk gehoest. "Doen we er wel goed aan om morgennacht te vertrekken?"

Jonathan haalt zijn schouders op als hij de jongen terug neerlegt op het bed en hem een glas water geeft. "We kunnen altijd later vertrekken Frank."

Frank knikt en kijkt nu naar Robbie. Zijn grote kijkers kijken doordringend naar Frank. "Ze was het waard," mompelt Rob als hij naar zijn arm kijkt waar het infuus uitsteekt.

Zowel Jonathan als Frank trekken hun wenkbrouwen in een frons. "Wat lul jij nou slap," lacht Frank als hij het glas aanpakt van Robbie.

"Jamie. Ze had mijn banaan gekregen." Jonathan moet zijn best doen om niet te lachen maar de tranen biggelen al over zijn wangen. Frank kijkt zijn man moordend aan wanneer Robbie zich van kwaad bewust.

Nog altijd moet Jonathan zijn slappe lach in moet houden. "Ik vrees dat we iets meer context moeten Rob." Ook Frank glimlacht nu wanneer Rob verbaasd naar hen kijkt. Hij wisselt zijn blik tussen beide heren alsof hij een spannende pingpong wedstrijd aan het bekijken was.

"Gewoon. Ze had lage suikers en had niks bij zich dus heb in haar die banaan gegeven die ik van Raoul had om op te eten."

Nu valt het kwartje en Jonathan schudt zijn hoofd. "Jongen toch. Raoul had die toch niks voor niks gegeven?"

Rob haalt zijn schouders op. "Weet ik," mompelt hij, " maar ze was best knap en ik kon haar niet dood laten gaan."

"Een moordvrouw dus," lacht Frank. Rob knikt en kijkt naar zijn handen. "Een moordvrouw."


Raoul loopt de woonkamer binnen en twee paar ogen kijken hem vervreemd aan. "Jullie gingen toch naar de film samen? Is die al afgelopen?" 

Zuchtend gooit de jongen zijn trui over de armleuning van de bank en ploft erin neer. "Ja dat zouden we gaan doen," hij reikt over de tafel en pakt wat chips uit het bakje van Matthyas, "maar onze oude huisgenoten hebben er een handje van om roet in het eten te gooien." 

Meteen veert Matt rechtop en kijkt hij verbaasd naar Raoul. Wat bedoelde hij? Wie was er nu weer over de schreef gegaan? Ook Lieke komt nu de woonkamer binnen en springt over de bank heen om naast haar vriend neer te ploffen. James geeft haar een ongeopend rosébiertje die ze gretig aannam. 

"Robbie was weer dom geweest," begint ze als ze een tuig van het flesje neemt, "hij was in elkaar gezakt op het station. Een bloedsuikerspiegel van 1.4 en had werklijkwaar niks bij zich. Ze hebben over de intercom mensen op moeten roepen. Ik heb uiteindelijk glucagon gel met 5% concentratie toegediend. Uiteindelijk was er ook iemand met een injectie met de 80% concentratie en die heeft hij ook gekregen. De ambulance had enkel 50% dus heb ik die toegediend."

Nog altijd kijkt Matthyas verbaasd naar beide. "Maar waar is hij nu? Wie is er bij hem dan?" Raoul kijkt naar hem en antwoord dat hij oké was en dat beide begeleiders nu bij hem waren. Dat stelde ze toch enigzins gerust. 

"Hebben jullie alles al gepakt?" vraagt James als hij naar zijn mede student kijkt en, ondertussen, een van zijn betere vrienden. Raoul en Lieke knikken beide. Lieke zou rijden, net zoals Matthyas, Jonathan, Frank en James. Vijf auto's, dertien personen. De reden van de extra auto's waren vooral omdat er heel veel spullen mee moesten en de rolstoel van Sam erg veel ruimte in beslag nam. 

"Nou dan gaan we er toch voor zorgen dat jullie nog iets van deze dag kunnen maken," lacht Matt als hij naar zijn vriend kijkt, "we hebben weer gereserveerd bij het sushi restaurant op de hoek." 

Raoul lacht en kijkt beide heren aan. Ook Lieke keek ze aan en lacht zacht. Ze waren gezegend met zulke vrienden.

thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu