hoofdstuk 35 - koekjes festijn

821 42 14
                                    

"Matthy?"

Een goedkeurend geluidje torent boven het meisje en het koekjesschap uit. "Wil jij kindjes?"

Matthyas kijkt op van de verpakking die hij in zijn handen had. Alfred Judocus Kwak koekjes. Hij bakte ze vroeger al met zijn broertjes. De bijgeleverde plaatjes smaakte naar karton. Het glazuur ging altijd zijn eigen weg en de koekjes waren altijd gort droog. Maar toch gooide hij het in zijn mandje want Sam wilde ze graag.

"Ehm ja eigenlijk wel Sam." Matthyas wist zich even geen houding te geven. Ging hij het meisje uitleggen dat het praktisch onmogelijk was om een biologisch kind te krijgen met James? Dat het met een draagmoeder wellicht mogelijk was maar dat het een lang traject zou worden op die manier.

"Maar dan adoptie? Pleeg? Want jij en James dat kan niet slimmerd."

Matthyas lacht. Hij hoefde het meisje niet uit te leggen dat het inderdaad onmogelijk was om kinderen te krijgen.

"Pfoeh dat zijn wel moeilijke vragen hoor Sam," lacht hij terwijl hij door haar haren gaat, "ik denk dat James en ik daar eens goed overna moeten denken. Vandaar deze interesse mevrouw Van der Slot?"

Sam giegelt een beetje als Matthyas de rolstoel wat verder duwt. "Gewoon. Ik denk dat James en jij een goede papa zijn alleen denk ik dat je ze teveel gaat verwennen." Matthyas lacht nu ook en stemt begrijpend toe. Al helemaal als hij naar het mandje kijkt op Sam haar schoot.

Pratend en lachend gaat het gezelschap door de gangen. Bij de bakkerij blijven ze eventjes staan. Een moeder van een teamgenootje van Sam werkte daar en wilde maar wat graag een praatje maken met het jongere meisje.

"Sam wil je wat lekkers vanmiddag? We zijn toch met twee." Sam rolt richting Matt. Ze was al ferm wat sterker geworden. "Hmm ik zou dat wel lusten ja," grapt ze, "wat denkt u ervan meneer?"

Matthyas pakt de tang en haalt wat broodjes uit het bakje. Net als hij de broodjes in Sam haar mand wilt leggen hoort hij commotie uit een dichtbijzijnde gangpad komen.

Het geluid van zijn val echode door de winkel, en mensen begonnen in paniek te raken.

"HEY HELP!"

Een schreeuw om hulp gaat door merg en been en Matt kijkt de moeder aan die wist waar de trainer van haar dochtertje op doelde.

Ze pakt de rolstoel over en Matthyas rent richting de schreeuw om hulp. Een oudere vrouw zit op haar knieën gehurkt, gebogen over, naar alle waarschijnlijkheid, haar man.

Er was nog niemand van het personeel. God mocht weten waar die bleven maar Matthyas wist dat hij er nu moest staan.

Zijn allereerste reanimatie.

"Meneer kan u mij horen?!" De blonde arts in opleiding praat in een ferme toon. Hij pakt de pols van de man en ontdoet het blousje al van de meneer.

"Meneer als u mij hoort, knijpt u in mijn hand." Nog altijd heeft Matt geen idee of er iemand aankomt om hem bij te staan. Hij hoopte dat de moeder van Jinne al had doorgespeeld dat er iets gaande was in het 'broodbeleg' gangpad.

Nog altijd heeft Matt geen reactie gekregen van de man. Ook voelt hij geen polsslag en lokt hij zijn vingers samen. Hij had het geleerd op de opleiding en nu mocht hij laten zien.

In een ritme blijft hij pompen, wat hij afwisselt met het beademen van de man. Zijn eigen neus blijft kloppen maar hij geeft er vrij weinig om. Deze man moest in leven blijven.

"Moet ik overnemen?"

Een stem laat de jongen niet opkijken maar hij schudt zijn hoofd. "Nee ik weet wat ik doe. Is er een AED toevallig? Heeft iemand 112 al gebeld?"

thuisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu