Ruby.
We zijn nu al twee uur nadat Harry, Louis eruit had gezet. Louis is nog steeds niet thuis en Harry is zo ongerust als een moeder over haar kinderen.
"W-wat als er iets is gebeurd?" Vraagt hij met een trillende stem en kijkt me bezorgd aan.
We zitten op de zetel en staren naar de aftiteling van Love Actually. Ik heb zonet nog een pijnstiller genomen, omdat er weer scherpe steken door me heen gingen. Steken van pijn.
"Alles komt wel in orde, hij is vast gewoon wat aan het rondrijden ofzo. Een beetje aan het denken."
Ik vind het verschrikkelijk dat ik niet echt zeker weet of het de waarheid is. Ik vind dat hij daar recht op heeft. In die ene dag dat we elkaar kennen, is er al behoorlijk wat gebeurd. Maar ik ben hem nog steeds dankbaar voor wat hij doet voor me.
Ik kan zoiets niet van hem vragen, laat staan dat hij het vrijwillig zou doen. Ik kan hier niet voor altijd blijven.
Ik word uit mijn gedachten gehaald als Harry opstaat van de zetel. "Sorry, Ruby. Ik moet weten wat er aan de hand is, ik ga hem zoeken." Ik begrijp het wel, als ik vrienden zou hebben dan zou ik dat ook doen. Maar die oude man daarboven is nu eenmaal niet gul geweest en ik heb geen vrienden.
Daarom geloof ik ook niet. Waarom zou God bestaan? Als hij echt zo goed zou zijn, waarom zijn er dan mensen zoals ik? Waarom bestaat pijn? Waarom sterven er mensen en krijgen mensen verschrikkelijke ziektes?
Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen gelovige mensen. Maar ik vind het dikke bullshit.
"Het is goed, ga maar. Ik kan wel op mezelf passen." Probeer ik op vrolijke toon te zeggen. Ik zie iets in zijn ogen als hij knikt, iets dat ik nog bij niemand eerder zag. Het is een mix van bezorgdheid en nog iets. Maar ik kan het gevoel niet opsporen.
Hij komt naar me toe geeft me snel een kus op mijn haren. "Bel me als er iets is." Zegt hij en geeft me een briefje met zijn nummer erop. Ik knik en glimlach eventjes.
"Tot straks, en wees voorzichtig alsjeblieft."
"Doe ik."
De gedachte dat iets of iemand om me geeft, creëert een geweldig gevoel vanbinnen. Ik weet alleen nog niet helemaal zeker of dat Harry handelt uit medelijden of niet. Want dat kan wel vaker gebeuren. Medelijden is bij veel mensen een soft spot.
Ik hoor een auto hard optrekken en weet dat dat Harry is. Hij zal niet stoppen tot hij Louis vindt.
In de tijd dat ik alleen ben, weet ik met mezelf geen blijf. Er zijn veel dingen om te doen, zoals dansen of salto's maken op de zetel. Maar jammergenoeg, zal dat niet gaan met al de pijn die ik moet doorstaan. Ik wil graag wat gaan wandelen buiten, maar dat is een slecht idee. Iemand kan mijn wonden zien, of mijn vader kan hier in de buurt zijn.
Ik sta voorzichtig op van de zetel en slaak een kleine, pijnlijke zucht. Ik loop naar de keuken en zie de borden die we daarstraks gebruikte om onze heerlijke spaghetti naar binnen te kunnen spelen.
Ik zet de kraan open met warm water en doe er wat afwasmiddel bij. Harry heeft zeker weten een afwasmachine, met zoveel geld zal hij dat niet zelf doen.
Ik hoop gewoon dat hij heelhuids terug komt naar hier.
Op dit moment vind ik het jammer dat de afwas niet voor eeuwig duurt. Ik droog mijn handen af en zet de borden mooi netjes droogt in de kasten.
Net op het moment dat ik me wil omdraaien, op Love Actually terug op te zetten - vermits ik de helft niet zag - zie ik hem zetten. Hij is groot en harig en gigantisch groot, ew.
Op dit moment beweegt hij zich voorzichtig voort, over de mat. Ik zucht dieper en dieper en mijn hart klopt in mijn keel.
Ik ben verschrikkelijk bang van spinnen.
~Femke x
JE LEEST
LOST - H.S
FanfictionDe zeventienjarige Ruby Walker heeft ronduit een kloteleven. Op haar elfde zijn haar moeder en haar vierjarige broertje omgekomen in een auto-ongeluk. Sinds dat verschrikkelijke moment leeft ze alleen bij haar vader. Haar vader die sinds het overlij...