Ruby.
Ik snap het wel, ik snap wel waarom hij er lichtjes gek van word. Ik had hetzelfde bij mijn moeder en broertje. Maar zij waren echt dood, Louis niet. Louis zal perfect kunnen verder leven. Zonder enige bijkomende problemen.
Mijn kleine broertje was nog maar vier toen hij stierf. Hij geloofde in de hemel. Hij geloofde in een hiernamaals. Ik geloofde het ook, vroeger. Maar nu niet meer, als je dood bent, dan ben je dood. Punt, klaar. Gedaan.
Ik heb Harry en Louis eieren in de magnetron gezet, want hij blijft koppig voor zich uitstaren. Ik mag hem dertig keer zeggen dat het wel in orde komt, hij blijft voor zicht uit kijken en volhouden dat hij wacht tot Louis naar beneden komt. Maar dan mag hij nog wel een tijdje wachten.
Uiteindelijk ga ik maar op de bank zitten en zet ik de televisie op. Ik heb het lekker warm nu, want Harry gaf me een sweater van hem. Ik ben een erg klein persoontje, dus de sweater komt tot aan mijn knieën en als ik wil kan ik me daar helemaal in verbergen. Oprollen als een slakje.
Love Actually was een erg leuke film, ik heb genoten van de film en natuurlijk ook een klein beetje het gezelschap. Ik wou dat ik een broer had die Harry was, of beter: dat Harry mijn broer zijn zijn.
Hij gedraagd zich ook altijd zo verzorgend. Hij wil steeds voor me zorgen. Ik zou hem mijn broer noemen als ik die blik niet in zijn ogen zag. Daar zit een verscholen blik die ik net goed kan begrijpen. Ik zag het nog nooit eerder. Bij niemand.
Als ik gehoest hoor, en Harry zie opspringen, glimlach ik breed. Louis is wakker. Dat kan niet anders. Alles is goed nu, ik moet me geen zorgen meer maken. Dat is totdat ik Harry hoor roepen om hulp. Ik versta het niet goed.
"Ruby! Kom snel! Louis spuugt bloed!" Crap. Bloed spugen is niet goed. Ik moet kunnen zien hoe zijn bloed is. Ik sta op van de zetel en wankel richting de trap. Ik ben te traag. "Hou hem op zijn zij! Anders stikt hij erin!" Roep ik naar boven toe en kom uiteindelijk boven aan. Ik negeer weer mijn eigen pijn, mijn verpleegstersinstinct neemt het over van me. Ik loop de kamer binnen en zie hoe Louis volop bloed aan het spugen is. Ik duw Harry voorzichtig aan de kant en kijk hem Louis aan. Ik zie het bloed.
Het is helder rood en schuimerig. Dat wil zeggen dat het van de longen komt. Helderrood is van de longen en bijna zwartrood is van de maag. Omdat hij waarschijnlijk zand heef binnen gekregen, word mijn vermoeden bevestigd.
"Harry, je moet het ziekenhuis bellen, dit is te ernstig om zelf te behandelen. Wrijf kalmerend over zijn rug en bel terwijl een ambulance." Ik ben kalm. Helemaal zen. Daardoor weet ik dat ik geboren ben om verpleegster te worden.
Ik neem Louis hand en knijp er eventjes in. "Louis, kan me goed verstaan? Knijp één keer voor ja en twee keer voor nee." Zeg ik duidelijk en luid genoeg. Ik merk dat Harry ondertussen al belt met het ziekenhuis. Ik voel een kneepje in mijn hand en weet dat alles wel in orde komt nu.
Het enige dat we nu nog kunnen doet is Louis geruststellen en rustig houden totdat de ambulance er is. En Harry moet ik ook rustig houden, die flipt haast.
De ambulance is er redelijk snel, ik wil thuis blijven, want ik wil niet in de weg lopen. Dus ik blijf aan de voordeur staan als Harry en Louis in de ziekenwagen gaan. Maar Harry stapt terug uit en loopt met dikke gezwollen ogen naar me toe.
"Ruby, ik wil dat je meegaat, ik heb je nodig."
~ Femke x
JE LEEST
LOST - H.S
Fiksi PenggemarDe zeventienjarige Ruby Walker heeft ronduit een kloteleven. Op haar elfde zijn haar moeder en haar vierjarige broertje omgekomen in een auto-ongeluk. Sinds dat verschrikkelijke moment leeft ze alleen bij haar vader. Haar vader die sinds het overlij...