Chapter 9: Tears

2.9K 122 7
                                    

Ruby.

Hij is zo aardig. Zo verschrikkelijk aardig. Ook al loop ik weg, hij komt terug. Hij komt terug en het enige dat ik doe is huilen als een klein kind. Maar het word me allemaal te veel. Niemand is ooit lief voor me.  Harry is de enige persoon die me helpt. Zo iemand was er bijna zeven jaren lang niet voor me.

Maar ik ben nog altijd bang. Bang dat hij me toch opeens gaat haten en me buiten zet. Ondertussen lig ik snikkend op de bank, mijn ogen dicht. Zo probeer ik de pijn weg te halen. Alsof ik hem met mijn ogen toe niet kan zien en niet kan voelen. Ik hoop dat dit weer één van mijn nachtmerries is.

Als hij me zegt dat hij de waarheid wil horen, open ik mijn ogen langzaam. Ik vind dat hij de waarheid verdient, maar ik weet niet of ik het over mijn lippen ga kunnen krijgen. 

Ik ben bang dat mijn vader het op welke manier dan ook teweten komt en dat hij me komt zoeken. Ik slik moeilijk en adem iets te hard in, waardoor ik naar adem moet happen en mijn ribben tegenwerken. Ik piep eventjes en Harry staat haal wat haren uit mijn gezicht die plakken aan mijn voorhoofd. "Wil je een pijnstiller?" vraagt hij, ik knik dankbaar. Dat kan ik gebruiken. Een pijnstiller, mijn beste vriend.

Hij staat op van de bank en loopt naar de keuken. Eventjes overweeg ik op terug weg te kruipen, maar dat heeft geen zin, hij komt toch weer achter me aan. Bovendien is hij twintig keer sneller dan ik. Ik denk na, mijn vader zal wel al door hebben dat ik niet thuis ben nu. Hij zal woest zijn en me zoeken. Ik ril bij die gedachte en snik. Ik veeg een paar tranen weg als Harry er terug is.

"Hier, drink maar op. Het smaakt vies, maar het helpt wel." Ik neem het glas met trillende handen aan. Ik kan het amper vasthouden, zo zwak ben ik op dit moment. Mijn spieren zijn helemaal stijf en ik heb verwondingen over heel mijn lichaam. Ik zet het glas aan mijn lippen en drink het helemaal leeg. Over de smaak heb ik niet te klagen, ik ben erger gewend. Ik ben gewoon blij dat ik nog eens iets kan drinken. Want dat is ook een eeuwigheid geleden. "D-dankje..' murmel ik een beetje schor.

Een kleine glimlach verschijnt om zijn lippen, waardoor er kuiltjes op zijn wangen ontstaan. Ik moet hem de waarheid vertellen. Ik probeer wat rechter te gaan zitten, het doet pijn, maar het gaat wel. De pijnstiller begint al in te werken. Hij had gelijk, het helpt wel. Ik leg mijn hand voorzichtig op mijn gigantisch verbrande buik en kijk naar mijn vingers.

Ik schraapt mijn keel en begin aan mijn verhaal. "M-mijn vader. M-mijn vader is de oorzaak van dit alles." zeg ik eerlijk. Ik zie zijn ogen groot worden. "Waarom? Waarom doet hij zoiets?"

"T-toen ik elf was, zijn mijn moeder en kleine broetje Adam omgekomen in een auto-ongeluk.' vertel ik, een beetje aarzelend. Het is de eerste keer dat ik mijn broers naam uitspreek. Dat ik heb al lang niet meer gedaan. "M-mijn vader ging aan de d-drank en als snel werd hij verslaafd. Sinds toen doe ik alles thuis. Hij laat me werken, het huishouden doen, maar ik moet ook naar school. Op school is het al niet veel beter. Mitchel en Drake zijn twee jongens die het op me gemunt hebben. Ze zijn niet veel beter dan mijn vader. Gisteren namen ze me nog bij mijn haren en sloegen me tegen de lokkers aan..." Ik slik bij die gedachte. Het was verschrikkelijk. "Daarstraks kwam ik van school, maar mijn vader kwam bijna tegelijkertijd aan van zijn werk. Hij werd kwaad op me omdat ik nog geen eten voor hem had g-gemaakt. De deur kwam tegen mijn gezicht en hij gooide me op de grond. Ik schopte in mijn m-maag." 

Hoe langer ik praat, hij moeilijk het terug word. Ik schok nu een beetje en probeer mijn tranen binnen te houden.

"Ik ging naar de badkamer en nam wat pijnstillers. Niemand zou er toch om geven als ik er te veel nam. Niet dat ik mijn vader zijn geluk toewens. Hij zou het geweldig vinden mocht ik er niet meer zijn. Hij zei me dat als hij in tien minuten geen eten had, ik het hele huis moest poetsen. Ik zou moeten doorwerken tot 's nachts. Mijn het hele pijnstillergedoe verloor ik al vier minuten. Maar ik had d-dus geen t-tijd meer om een hele m-maaltijd te maken." Ik snik en veeg een paar tranen weg. "Dus ik maakte een grote kop maaltijdsoep. Maar d-dat vond h-hij niet goed. Hij duwde me m-met mijn a-achterhoofd tegen de punt van de kast en g-gooide de soep over me heen. 

Ik tril hevig en snik. Ik kan me niet meer beheersen. Al het verdriet moet eruit. Ik kan het niet houden zo. Ik verstop mijn gezicht in mijn handen en negeer de brandende pijn op mijn buik. Ik vergeet dat Harry naast me zit en huil. 

Ik laat de tranen stromen.

~Femke x

LOST - H.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu