Hoofdstuk 6: Kruisbogen en Paarden (deel 1)

73 12 2
                                    

Ewan had gezworen niet over zijn schouder te kijken. Zijn huis, het hof van Falclau, stond in lichterlaaien. Angst en woedde hadden plaats gemaakt voor het lege besef dat zijn huis slechts het eerste was. Duizenden zouden branden voor de rust zou wederkeren, als ze ooit zou wederkeren.

Hoefgetrappel dreef hem vooruit door rook en door vlammen die opgingen in een zee van vuur. In de blikkerende schaduwen viel niet te onderscheiden wie tegen wie vocht. Golven wanhopige burgers sloegen te pletter tegen muren van schilden, speren en hakmessen. Boven de Schildenhal, de Koninklijke burcht en de stadswallen wapperde de banier van de verraders, een gouden cirkel op scharlaken veld.

Daarbuiten bleken de verraders de controle kwijt over de levensaders van de stad. Het gouden zwaard van Yserdoorn, omringd door zwarte doornen lag gebroken naast de Ring op het Geselingenplein. Bloed- en moddersporen op het vertrappelde achterplan. Chaos was doorgebroken.

In haar zog verspreidde het vuur zich onstopbaar van huis tot huis. Het ontketende plebs stroomde naar buiten in brullende wanhoop. Herenshuis, ambachtshuis, krottewoonst en herberg werden zonder onderscheid door vlammen verteerd. Dievengildes en plunderaars mengden zich onder de vluchtende. Waterbrigades lagen roerloos in de straten, hun kelen opengesneden. Ergodix wist waarom.

Een gillende vrouwenstem stierf weg in rook en schaduwen. Ewans paard bokte naar schimmen die wegstoven voor zijn hoeven. Een zuigeling, in doeken gewenteld, sloeg tegen de grond. Niemand die het kind opraapte. Terwijl zijn paard met een sprong verder raasde werd de bussel opzijgeschopt door geharnaste laarzen.

Wapenknechten van hoge en lage adel trachtten zich een weg door de straten te banen, hun schilden beschermend rond hun heer, hakkend naar alles wat bewoog. Ewan herkende de schilden niet. Hij reed door.

Boven alles klonk de galmende stem van de Bronzen Maagd onophoudelijk. Alsof ze de onderwereld wilde waarschuwen voor zwermen en zwermen zielen, dood en vertrapt in de straten. Ewan reed door.

Op de Geitenmarkt waren troepen van Duboys slaags geraakt met gebroken huislieden enkele handelshuizen. Ewan herkende de rode fret van Gaalwinghen op de borst van een speervechter, een gesplinterd schild droeg de witte vuist van leQuelle, lagere huizen uit het Kroondomein.

Hij kon het niet maken vaart te verliezen. Vijf ruiters stormde door de scène. Ewan hakte met scherp naar zwarte hanen van Duboys. Geen tijd voor lage huizen, de chaos was hun bondgenoot.

"Sneller!"Schreeuwde hij.

"Als de verraders de straten weer in hun greep krijgen is alles verloren! We moeten de Stuhl bereiken voor het te laat is."

Hun paarden doken de volgende straat in.

'Ewan!"hijgde Vydar. "Waarom ga je er vanuit dat Hassans Keep te vertrouwen is?".

"Hassans Keep?" Spotte Ewan, zijn paard wierp een vluchtende schim tegen de grond.

"Ik vertrouw de Slangenzweerders voor geen strop om mijn nek."

"Waarom dan?"

"We hebben geen keus, Vydar!" Schreeuwde Ewan.

"Atul al Sindar is de zoon van Jasein al Sindar. Ik heb aan zijn zijde gevochten in de opstand van Sjah. Zijn en mijn vader hadden dezelfde zwaardmeester. Laten we hopen dat hij die banden niet vergeten is."

Vydars zweeg bedenkelijk.

"Niet nu, Vydar!"

De prijs die de Stuhl voor zijn diensten zou eisen was het laatste waar Ewan aan wou denken. Hassans' Keep kon nooit lang neutraal blijven. Goedschiks of kwaadschiks, de Khan zou zich moeien. De vraag was: met welk doel?

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu