Hoofdstuk 22: Troubadoursgoud (deel 3)

19 5 2
                                    

"Hoe komt het, mijn echtgenoot..." Haar stem verzachtte.

"Dat ik overal in Fearin verhalen hoor van de machtige Ewan Staalklauw, maar dat je in woedde uitbarst van zodra je zoon zijn eerste roemverzamelt?"

Hij ontweek haar.

"Jij had het allemaal, je was een held. Geniaal onverslaanbaar in het veld, een kunstenaar met het zwaard. Mijn vader had er zijn land voor over om jouw zijn schoonzoon te mogen noemen."

"Dat was niet waarom ik het deed. Ik was nooit mijn vaders erfgenaam. Ik was vrij mij om mijn zwaard te testen tegen Loshadische plunderaars of heil te zoeken in de bloederige chaos in de Golf Van Arthus. Ik zocht de gunst van de Khan omdat de trots van mijn vader nooit een kroon zou voortbrengen."

"Sobere glorie voor de Hamer van Tyr," snoof Ilene.

"Je weet niet waar je over spreekt, Ilene. Glorie krijg je voor je voeten geworpen als je een bende rovers de streek uit jaagt. Heel aangenaam in een blinkend harnas zonder sporen van strijd. Glorie heeft niets met oorlog te maken. Angst een haat veranderen mensen in beesten, wanhopig en brutaal. Wanneer de cohesie van een plan uiteen valt blijven slechts de meest geharde en brutaalste krijgers overeind. Dat is waar je door moet als je glorie in oorlog zoekt. De eerste die zich onverslaanbaar waant is vaak de eerste die er het leven bij laat. Staande in zijn harnas of met een dolk in zijn bed."

Hij wachtte op haar weerwoord. Het kwam er niet.

"Iwan moet leren dat hij kwetsbaar is. Hij moet leren dat toubadours net zo gauw de halfsuccessen van een toernooikampioen belauweren als de wanhoop van een rampcampagne. Het is hun leven te zingen, ze doen het voor wie hen betaalt."

"Je meent het?"

"Waarom denk je dat ik Lans bij onze hofhouding gehaald heb. Laat Iwan zijn naam maken in toernooien waar zijn titel hem zoveel bescherm als zijn harnas. Goud en minstrelen doen de rest."

"Ik ben niet met niet met troubadoursgoud getrouwd."

"Als de Pest mijn broers Nawan en Dowan had gespaard waren wij nooit getrouwd."

"Ewan!"

"Patos' bloed! Hij was te ver gegaan."

"Ilene, het spijt me."

Dowan was Ilene Dowans verloofde geweest. Tien jaar ouder dan Ewan, Dowan was Heer van Bergpoort, tweede erfgenaam van het Geslacht Falcau. Saai als een os, maar in der tijd een veel betere partij dan Ewan.

De afspraken waren gemaakt toen Ilene nog nauwelijk kon spreken en op haar 6de naamdag was ze naar Zilverfort vertrokken om onderwezen te worden als Dowans toekomstige bruid.

"Dat had ik niet mogen zeggen."

"Maar dat deed je."

"Het spijt me."

"Dat weet ik."

Ewan en Ilene waren samen opgegroeid. Probleemkinderen zij aan zij. De zeldzame moment dat ze aan Geralfs lessen konden ontsnappen speelde ze samen in de tuinen van Zilverfort of gingen ze paardrijden langs de Zilverbaai. In de zomer zwommen ze samen naakt in het ijskoude water. Hij herinnerde de immer schalkse blik in haar ogen, de open mond waarmee hij naar haar bijna perfecte lichaam staarde. Ze had hem er dagen mee geplaagd hebben, zelfs toen ze voor straf met de bediende mee de keukens moesten kuisen.

Het was de dag de Nawan hem had afgeranseld. De dag dat hij hem had duidelijk gemaakt dat hij Ilene nooit zou krijgen. De overbodige zoon van het Geslacht Falclau. Nominaal bezat hij de titel van Heer van Noorderwacht, de kleinste van zijn vaders kastelen. Een kale burcht aan de Kust der Stormen waar de Blauwe Bergen met het grijze water vochten. Koud en uitgeregend in de zomer, stijf bevroren en door wind geslepen in de winter met als enige afleiding de jacht op de Loshadische roversbendes of Teruskische piraten die het grensgebied teisterde. Noorderwacht was een fort, maar de opbrengsten van de landen die het onderhielden waren nauwelijks genoeg om het garnizoen te voeden.

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu