Hoofdstuk 24: Larven (deel 1)

22 5 0
                                    

Iedereen in het gezelschap, met uitzondering van een behoorlijk vermoeide Lans, was uitgeput die avond.

Uitgeput en stil. Er bleef niet veel over van de vrolijke sfeer van de dag. Enkele kleine vlammen smeulde nauwelijks boven de ondiepe put die het vuur verborgen hield. Het handje vol overlevende van de Nacht van Bloed en Fakkels lag of zat voorovergebogen in een halve cirkel rond het schamele licht van het kampvuur.

Arwan was de enige van het gezelschap die al lag te slapen, ingetukt tegen de koude in zijn eigen en Norwins' mantel was de kleuter bijna onmiddellijk naar dromenland vertrokken. Her en der lagen de beenderresten van een magere fazantenhaan, gespeerd door een, voor zijn doen, behoorlijk vrolijke Keryll.

De reus had zijn vangst gevierd met het overenthousiast slijpen van één van zijn strijdbijlen. Hij gedroeg zich behoorlijk bezitterig tegenover die éne bijl. Iwan wist niet zeker wat er met de tweede gebeurd was.

Het ritmisch gekras van steen op staal, afgewisseld met een occasionele grom van de wapenmeester zweefde door de stemming.

Lans was de enige die, zoals gewoonlijk, in een goede bui was. Op Keryll na natuurlijk, maar er was zo weinig verschil tussen Kerylls goede en slechte buien dat Iwan verkoos hem niet mee te tellen.

Lans vrijwilligde om als eerste de wacht bij de Bakir op te trekken, van de gelegenheid gebruik makend om de gevangene uit te dagen tot een spelletje cirkels en stenen. Met elke ronde die hij won stal hij, fluitend en onder gekneveld protest van de verliezer, een zilveren knoop van de Bakirs mantel. Zijn gokplezier werd op weinig enthousiasme onthaald in de kring.

Graaf Ewan en vrouwe Ilene hadden zich met Vydar en Geralf uit het geïmproviseerde kamp teruggetrokken 'Om de route van morgen te bespreken.'

Iedereen, zelfs de Bakir, wist dat ze een boodschap van de Larven bespraken. Net voor donker had Vydar een zwarte pijl met een cocon gevonden.

Die pijl kwam daar niet zomaar. Larven waren vak bij hen. Hier op bijna een dagreis van de hinderlaag, diep in het hart van kroonwoud. De onzichtbare bende leek hen overal een stap voor te zijn. Nerveus gefluister hing in de lucht.

Iwan kon niet stil blijven zitten. Ondanks zijn vermoeidheid lieten de zenuwen niet af. De zachte beroering van Anya's hoofd op zijn schoot kon daar geen verandering in brengen. Zijn vingers streelde onwennig door haar rode haren.
Anya rolde zich om, met haar gezicht in zijn schoot. Ze was mooi, Iwan voelde zijn verlangens gloeien in zijn buik telkens hij haar haren raakte.

Alles wat hij deed liep stroef. Woorden stokte in zijn keel als een oude dolk, vastgeroest in de schede. Zijn handen streelde haar huid als wetten ze een zwaard. Dat Gawan gebusseld in haar armen te lag te woelen, en het af en toe luidkeels op een huilen zette, deed evenmin veel goeds aan zijn gemoedsrust.

Waarom Anya na een rit van stugge gesprekken bij hem gekropen was, ging zijn verstand te boven.

Heel de dagreis hij naar haar blik gespeurd, maar zij stootte hem af. Ze hengelde voor zijn gezelschap, maar praten wou ze niet. Ze zocht zijn warmte, maar haar gemoed was koud als staal. De angsten in de toren hadden haar van binnen uit verwond. Een gapende wonde bloedde in haar hart die zelf de meest bedreven chirurgijn niet kon dichtschroeien. Hij probeerde nogmaals haar wang te strelen, weer draaide ze weg.

"Ik zeg het je, dit zaakje stinkt." Gromde Marcus verderop. "Die wormen zijn niet te vertrouwen."

"Voor de zoveelste keer, Marcus," mopperde Dank. "We weten het. We gaan er allemaal aan. Je hoeft het niet te herhalen."

"Wat kan ik eraan doen? Het kan geen week duren voor de Stuhls klopjacht ons inloopt."

Marcus deed nauwelijks nog moeite zijn stem verholen te houden.

De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu