Epiloog

29 3 0
                                    

Yorick van Yserdoorn streed door het gebroken licht van glas in lood. Een ondergaande zon verlichtte de Schildenhal. Aan de muren hingen honderden schilden van helden waardig bezongen te worden, hun wapens gehangen aan de stenen der geschiedenis. Aan het einde van de hal stond de marmeren troon op haar adruinen sokkel. 

De Troon der Helden, omringd door water van Schildenburgs eigen bron, het water des tijds, kortleefs als het was voor het in de Yser stroomde. Het water verroestte een metalen kerkhof van honderden zwaardenscherven. Hun roodbruin roest kleurde het water, als het bloed van hun dragers. Verraaders, staal en man gebroken voor de troon. Genade kon, maar niet voor zijn wapens, voor eeuwig veroordeeld te rotten in het haast stilstaande water. De stank van stervend staal hing immer om de onderste streden. 

De geur drong zijn neus binnen terwijl zijn voeten de brug van schedels betraden. De schedels van Aventijn. Het laatste legioen, geslacht door een verenigd Daiterra. De beenderen van legaten en consuls, tijd was vergeten wat de titels betekende, wit gebleek en gespijkerd tot een krakende brug. Vrijheid en eenheid kwamen niet zomaar, het werd bij elkaar gespijkerd over de schedels van onderdrukkers. Slechts wie zonder vrees over hen heen kon wandelen kon waardig zijn de marmeren troon te bestijgen en zijn zwaard in de stenen plooien te planten. Of haar zwaard, in theorie, de gebijtelde tekst gebruikte bewust de verwijzing 'ím' dat zowel op 'het zijne'of 'het hare' kon wijzen.

 Yserdoorn fronstte, 'ím'  was een woord immer gebruikt in het Daiaanse nobele huwelijk. Geen enkele schrijver gebruikte het onbewust. Al had Daiterra nooit een koninging gekend. De stenen logen niet.

Negentien koningen hadden hun zwaard in het massieve marmer geplant. Negentien koningen en vier pretendenten, hun zwaarden, door het marmer geweerd, lagen nu in het water, gebroken en roestend.

Yserdoorn bleef staan, voor hem stond het zwaard van Igor I , rechtop in de marmeren plooien. Hij rijkte zijn vinger om het gevest te raken, maar stopte bij eerste beroering.

Hij kon het niet, toch niet vandaag. De coup was een mislukking geweest. Schildenburg lag in assen, Falclau en veel erger, de koningin waren hem door de vingers geglipt. De Raad des Konings had geweigerd hem als beschermer van het Rijk te bevestigen. Hij had hen uiteengeslagen maar niet gebroken. 

Duboys was er niet in geslaagd de stad te verzegelen, een bloedbad ten gevolgen. Met gebonden handen kon geen van beide de troon eisen, de Stuhl zou beslissen. Maar eerst moest er vrede komen. 'Vrede' was een vreemd woord in politieke kringen. Het betekende totale overwinning of een tandenknarsend compromis. Yserdoorn kende de prijs van vrede.

Hij vloekte schreeuwend. De Stuhl had hier nooit betrokken bij mogen worden. Razend draaide hij zich om. Het zwaard van koning Igor in de stenen latend.


De Troon der Helden (Gepubliceerd)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu